CONSULAAT DER NEDERLANDEN
in het Vorstendom Monaco.
Monte-Carlo, 4 Mei 1954.
Excellentie,
Met verwijzing naar de besprekingen welke hebben plaats gehad tussen de vertegenwoordigers
van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden en van de Regering van Zijne Doorluchtigheid
de Vorst van Monaco, ten einde de voorwaarden vast te stellen, waaronder tandartsen
van Monagaskische of Nederlandse nationaliteit wederkerig hun beroep zullen kunnen
uitoefenen in Nederland en in Monaco, heb ik de eer U het volgende mede te delen:
-
1. Tandartsen van Monagaskische nationaliteit, die de diploma's bezitten welke hun de
bevoegdheid geven hun beroep uit te oefenen op het grondgebied van Monaco, kunnen
worden gemachtigd, de tandheelkunde in Nederland uit te oefenen onder de voorwaarden
voorzien bij de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen;
-
2. Wederkerig kunnen tandartsen van Nederlandse nationaliteit, die de diploma's bezitten
welke hun de bevoegdheid geven hun beroep uit te oefenen op het gehele Nederlandse
grondgebied, worden gemachtigd, de tandheelkunde in Monaco uit te oefenen onder de
voorwaarden voorzien bij de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen;
-
3. De wederkerigheid ingesteld bij de twee voorgaande leden zal getalsgewijze gelden;
de beide Regeringen zullen elkander wederkerig de namen der praktiserende tandartsen
van elk land mededelen, die krachtens deze regeling de bedoelde machtiging hebben
ontvangen;
-
4. Deze regeling wordt aangegaan voor de tijd van vijf jaar en zal van jaar tot jaar
worden verlengd, behoudens opzegging door een der beide Regeringen, ten minste drie
maanden voor het einde van het lopende jaar ter kennis gebracht.
Na afloop van deze regeling zullen in geen van beide landen nieuwe vergunningen worden
afgegeven, terwijl voor de tandartsen, krachtens deze regeling toegelaten tot de uitoefening
van hun beroep, de vergunningen van kracht blijven, tot de beëindiging, om welke reden
dan ook, van de uitoefening van hun beroep.
Indien de hierboven vermelde bepalingen aanvaardbaar zijn voor de Regering van het
Vorstendom, is de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden bereid deze nota en
het instemmend antwoord van de Regering van het Vorstendom te beschouwen als een overeenkomst
tussen beide Regeringen, welke overeenkomst in werking zal treden op de dag van de
notawisseling waarbij wordt vastgesteld dat de formaliteiten welke door de nationale
wetgeving der beide landen worden vereist, zijn vervuld.
Gelief, Excellentie, de verzekering van mijn bijzondere hoogachting te aanvaarden.
De Consul der Nederlanden,
(w.g.) E. de KUYPER.
Zijne Excellentie
de Heer Henry Soum,
Minister van Staat van het
Vorstendom Monaco.