De ondertekenende Regeringen, Leden van de Raad van Europa,
Verlangende het reizen voor vluchtelingen die op hun grondgebied verblijven, te vergemakkelijken,
Zijn het volgende overeengekomen:
-
1 Rechtmatig op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij verblijvende vluchtelingen
zijn, krachtens de bepalingen van deze Overeenkomst en onder voorbehoud van wederkerigheid,
vrijgesteld van de verplichting zich te voorzien van visa voor het binnenreizen of
het verlaten van het grondgebied van een andere Partij, over welke grens dan ook,
mits:
Voor de toepassing van deze Overeenkomst heeft de term „grondgebied” van een Overeenkomstsluitende
Partij de betekenis daaraan door deze Partij toegekend in een aan de Secretaris-Generaal
van de Raad van Europa gerichte verklaring.
Voor zover een of meer Overeenkomstsluitende Partijen dit noodzakelijk achten, mag
de grens slechts worden overschreden langs erkende doorlaatposten.
Vluchtelingen die krachtens deze Overeenkomst het grondgebied van een Overeenkomstsluitende
Partij zijn binnengekomen zullen op eerste verzoek van deze Partij te allen tijde
wederom op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij wier autoriteiten het
reisdocument hebben afgegeven, worden toegelaten, behalve in gevallen waarin de eerstgenoemde
Partij de betrokken personen toegestaan heeft zich op haar grondgebied te vestigen.
Deze Overeenkomst laat onverlet de bepalingen van de nationale wetten of van bilaterale
of multilaterale verdragen, conventies of overeenkomsten die nu van kracht zijn of
die hierna in werking zullen treden en die voor vluchtelingen die rechtmatig op het
grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij verblijven, voor wat betreft het
overschrijden van grenzen gunstiger bepalingen bevatten.
-
1 Iedere Overeenkomstsluitende Partij behoudt zich het recht voor, om redenen van openbare
orde, veiligheid of volksgezondheid, de inwerkingtreding van deze Overeenkomst uit
te stellen of de toepassing ervan met betrekking tot alle of enkele der andere Partijen
tijdelijk te schorsen, behalve voor wat de bepalingen van artikel 5 betreft. De Secretaris-Generaal
van de Raad van Europa zal onmiddellijk van het nemen van elke zodanige maatregel
in kennis worden gesteld, alsook van het feit dat deze opgehouden heeft van kracht
te zijn.
-
2 Een Overeenkomstsluitende Partij die van een van de twee in het voorgaande lid voorziene
rechten gebruik maakt, kan niet eisen, dat deze Overeenkomst door een andere Partij
wordt toegepast, behalve voor zover als zij haar ook ten aanzien van die Partij toepast.
Deze Overeenkomst staat ter ondertekening open voor Leden van de Raad van Europa,
die er Partij bij kunnen worden door:
-
(a) ondertekening zonder voorbehoud van bekrachtiging, of
-
(b) ondertekening met voorbehoud van bekrachtiging, gevolgd door bekrachtiging.
De akten van bekrachtiging zullen worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van
de Raad van Europa.
De Secretaris-Generaal van de Raad van Europa geeft aan Leden Staten van de Raad en
aan Staten die tot deze Overeenkomst toetreden, kennis van:
-
(a) elke ondertekening, eventueel met voorbehoud van bekrachtiging, de nederlegging van
elke akte van bekrachtiging en de datum waarop de Overeenkomst in werking treedt;
-
(b) de nederlegging van elke akte van toetreding overeenkomstig artikel 10;
-
(c) elke ingevolge de artikelen 2, 7 en 12 gedane mededeling of afgelegde verklaring en
de datum waarop deze van kracht wordt.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan de toepassing van deze Overeenkomst ten aanzien
van die Partij beëindigen door de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa met inachtneming
van een termijn van drie maanden een daartoe strekkende mededeling te doen.