De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Tunesië,
Verlangende, de tussen hun volken bestaande vriendschapsbanden nauwer aan te halen
en in het algemeen de goede betrekkingen tussen hun landen uit te breiden,
Erkennende, dat het in beider belang is de wetenschappelijke, economische en sociale
vooruitgang naar vermogen te bevorderen en dat een regeling van de technische samenwerking
daartoe een belangrijke bijdrage vormt,
Overwegende dat het instellen van een algemeen kader, waarbinnen zodanige technische
samenwerking kan worden tot stand gebracht, hiertoe bevorderlijk zou zijn,