KONINKLIJK GEZANTSCHAP VAN BELGIË
KONINKLIJK GEZANTSCHAP DER NEDERLANDEN
Beiroet, 16 november 1962.
Mijnheer de Minister,
Wij hebben de eer Uwer Excellentie mede te delen dat de Regeringen van de Beneluxlanden
bereid zijn met de Regering van Cyprus een overeenkomst te sluiten gebaseerd op de
volgende bepalingen, die hierbij aan Uwe Excellentie ter overweging worden voorgelegd:
„De Regeringen van het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk
der Nederlanden enerzijds, en de Regering van de Republiek Cyprus anderzijds, bezield
door de wens het reizen voor hun onderdanen zo veel mogelijk te vereenvoudigen en
dit in overeenstemming te brengen met de nieuwe regeling die voortvloeit uit de verlegging
van de personencontrole naar de buitengrenzen van het Beneluxgebied, zijn als volgt
overeengekomen:
In deze Overeenkomst wordt verstaan onder „de Beneluxlanden”, het Koninkrijk België,
het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden; onder „het Beneluxgebied”,
het geheel van de grondgebieden in Europa van het Koninkrijk België, het Groothertogdom
Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.
Onderdanen van de Republiek Cyprus kunnen, ongeacht de plaats waarvan zij komen, de
Beneluxlanden binnenkomen en in ieder dezer landen verblijven gedurende een tijdvak
van ten hoogste drie maanden, zonder verplicht te zijn zich eerst in het bezit te
stellen van een visum, mits zij in het bezit zijn van een geldig paspoort van de Republiek
Cyprus.
Onderdanen van de Beneluxlanden kunnen, ongeacht de plaats waarvan zij komen, de Republiek
Cyprus binnenkomen en er verblijven gedurende een tijdvak van ten hoogste drie maanden,
zonder verplicht te zijn zich eerst in het bezit te stellen van een visum, mits zij
in het bezit zijn van een geldig Belgisch, Luxemburgs of Nederlands paspoort.
Onderdanen van de Republiek Cyprus, alsmede onderdanen van de Beneluxlanden die het
voornemen hebben gedurende meer dan drie maanden te verblijven in onderscheidenlijk
een der Beneluxlanden of de Republiek Cyprus, dienen voor hun vertrek de vereiste
toestemming te hebben verkregen van de bevoegde autoriteiten van het land waar zij
voornemens zijn te verblijven.
Onderdanen van de Republiek Cyprus, alsmede onderdanen van de Beneluxlanden die onderscheidenlijk
een der Beneluxlanden of Cyprus zonder visum zijn binnengekomen en die hun verblijf
aldaar zodanig wensen te verlengen dat zij er langer dan drie maanden zullen verblijven,
dienen hiervoor bij de autoriteiten van het land waar zij zich bevinden, toestemming
te vragen.
Onderdanen van de Beneluxlanden die in Cyprus woonachtig zijn kunnen op vertoon van
een geldig nationaal paspoort, het eiland verlaten en er naar terugkeren zonder in
het bezit te zijn van een visum. Onderdanen van de Republiek Cyprus die in een der
Beneluxlanden woonachtig zijn kunnen op vertoon van een geldig nationaal paspoort,
deze landen verlaten en er naar terugkeren zonder in het bezit te zijn van een visum.
De voorgaande bepalingen maken geen inbreuk op de wettelijke en administratieve voorschriften
die in de Beneluxlanden en in Cyprus van kracht zijn met betrekking tot het binnenkomen,
het verblijf en de uitgeleiding van vreemdelingen.
De bevoegde autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen behouden zich het recht
voor, de toegang tot hun landen te ontzeggen aan personen die zij als ongewenst beschouwen.
-
1 De Belgische, de Luxemburgse en de Nederlandse Regering verplichten zich te allen
tijde en zonder enige formaliteit hun onderdanen die Cyprus ingevolge de bepalingen
van deze Overeenkomst zijn binnengekomen, weder toe te laten.
Iedere Regering behoudt zich het recht voor, deze Overeenkomst tijdelijk te schorsen
om redenen van openbare orde en nationale veiligheid en deze schorsing dient onmiddellijk
langs diplomatieke weg aan de andere Regeringen te worden medegedeeld.
Een mededeling van schorsing gedaan door de Regering van de Republiek Cyprus aan de
Regering van een der Beneluxlanden, wordt door de twee andere Beneluxlanden beschouwd
als aan de Regeringen van de drie Beneluxlanden te zijn gericht.
De Regeringen van de drie Beneluxlanden verplichten zich een eventuele schorsing door
middel van een gemeenschappelijke nota ter kennis van de Regering van de Republiek
Cyprus te brengen.
Deze Overeenkomst treedt in werking op 16 december 1962 en blijft gedurende een jaar
van kracht. Indien zij niet door de Regering van de Republiek Cyprus of door de Regeringen
van de Beneluxlanden een maand voor het verstrijken van die periode is opgezegd, wordt
zij voor onbepaalde tijd verlengd. Na het verstrijken van de eerste periode van een
jaar kan deze Overeenkomst door de Regering van de Republiek Cyprus of door de Regeringen
van de Beneluxlanden worden opgezegd, mits van die opzegging een maand tevoren mededeling
wordt gedaan”.
Indien de Regering van de Republiek Cyprus bereid is met de Regeringen van de Beneluxlanden
een overeenkomst te sluiten op grond van de bovengenoemde bepalingen, hebben wij de
eer Uwer Excellentie voor te stellen, dat deze nota en de nota van gelijke strekking
die Uwe Excellentie wel aan ons zal willen richten, een overeenkomst terzake tussen
de Regering van de Republiek Cyprus en de Regeringen van de Beneluxlanden zullen vormen.
Gelief, Excellentie, de verzekering van onze bijzondere hoogachting wel te willen
aanvaarden.