Beide Regeringen zullen, op basis van gelijkheid en wederzijds voordeel, de uitvoering
van projecten inzake technische samenwerking bevorderen en vergemakkelijken, in overeenstemming
met hun beleid voor economische en sociale ontwikkeling.
De bevoegde autoriteiten van beide Regeringen kunnen, binnen het kader van de technische
samenwerking zoals beoogd in artikel 1, besluiten tot het uitvoeren van projecten
inzake technische samenwerking op het gebied van economische of sociale ontwikkeling.
Indien de onderscheiden bevoegde autoriteiten de uitvoering van een project inzake
technische samenwerking overeenkomen, zullen specifieke akkoorden worden opgesteld,
overeenkomstig de in deze Overeenkomst vervatte beginselen, waarin de Nederlandse
en Indiase bijdragen aan het project en de wijze waarop het project dient te worden
uitgevoerd, nader zullen worden aangegeven.
De door Nederland voorgestelde of voorgedragen deskundigen dienen de instemming te
bezitten van de Regering van India. De door Nederland ter beschikking gestelde deskundigen
eerbiedigen de in India geldende wetten en voorschriften en vervullen een adviserende
functie, in overeenstemming met zowel de bepalingen van deze Overeenkomst als de specifieke
akkoorden, overeengekomen voor afzonderlijke projecten. Na overleg met de Regering
van Nederland kan de Regering van India verzoeken om terugroeping of vervanging van
iedere ingevolge deze Overeenkomst ter beschikking gestelde deskundige, wiens werk
of persoonlijk gedrag onbevredigend blijkt. De Regering van Nederland heeft het recht
te allen tijde, na overleg met de Regering van India, iedere ingevolge deze Overeenkomst
ter beschikking gestelde deskundige terug te roepen. Indien dit door beide Regeringen
noodzakelijk wordt geacht, wordt de teruggeroepen deskundige zo spoedig mogelijk vervangen.
De Regering van India verleent de hulp, de voorrechten en de belastingvrijstellingen,
zoals genoemd in de Bijlage bij deze Overeenkomst, aan alle deskundigen, die geen
in India woonachtige Indiase onderdanen zijn, die door Nederland ter beschikking gesteld
of gefinancierd worden ingevolge deze Overeenkomst.
De Regering van India is aansprakelijk voor eventuele schade, waaronder schade aan
derden, veroorzaakt door een deskundige tijdens de verrichting van de hem/haar opgedragen
taak. In zoverre is elke vordering tegen deze deskundige of de Regering van Nederland
uitgesloten.
De Regering van India mag geen eis tot schadevergoeding tegen genoemde deskundige
indienen, ongeacht of deze eis gewettigd zou zijn, behalve in geval van opzet of grove
nalatigheid; in dit geval dient de Regering van Nederland alle mogelijke administratieve
bijstand te verlenen aan de Indiase autoriteiten die bevoegd zijn de eis tot schadevergoeding
in te stellen en ten uitvoer te leggen.
Uitrusting en andere voorraden door de Regering van Nederland ter beschikking gesteld
voor een project dat overeengekomen is ingevolge deze Overeenkomst, worden het eigendom
van de Regering van India bij aankomst op Indiaas grondgebied en zullen slechts voor
dergelijke projecten worden gebruikt, tenzij beide partijen anderszins overeengekomen
zijn. De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden zal geen belastingen, rechten
en fiscale heffingen, die in India op dergelijke uitrusting en voorraden worden geheven,
behoeven te betalen.
Indien beide Regeringen zulks noodzakelijk achten, komen hun vertegenwoordigers bijeen
om de resultaten van de ingevolge deze Overeenkomst ondernomen werkzaamheden te bestuderen
en om, met wederzijdse instemming, alle aangelegenheden betreffende de uitvoering
van deze Overeenkomst aan een onderzoek te onderwerpen.
Deze Overeenkomst, met inbegrip van de Bijlage, treedt in werking op de datum waarop
de beide Regeringen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de
vereiste procedures is voldaan. Deze Overeenkomst kan gewijzigd worden door middel
van een diplomatieke notawisseling tussen beide Regeringen; de wijziging wordt van
kracht op de datum waarop de beide Regeringen elkaar schriftelijk ervan in kennis
hebben gesteld dat aan de vereiste procedures is voldaan.
Deze Overeenkomst blijft van kracht voor een tijdvak van 5 jaar en wordt daarna telkens
automatisch voor een tijdvak van 3 jaar verlengd, tenzij één der Regeringen ten minste
zes maanden vóór het verstrijken van de geldigheidsduur schriftelijk de wens te kennen
geeft de Overeenkomst te beëindigen. In geval van een dergelijke beëindiging dienen
de beide Regeringen in wederzijds overleg te beslissen omtrent de voltooiing van de
ingevolge deze Overeenkomst ondernomen projecten.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst slechts van toepassing
op het deel van het Koninkrijk in Europa.