No. 2141
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden biedt het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van het Koninkrijk Noorwegen haar complimenten aan en heeft, onder verwijzing
naar de besprekingen tussen vertegenwoordigers van de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden en vertegenwoordigers van de Regering van het Koninkrijk Noorwegen
aangaande de mogelijkheid tussen de beide Regeringen een overeenkomst te sluiten inzake
het wederzijds verlenen van machtigingen op grond waarvan het radioamateurs uit een
der beide landen die in het bezit zijn van een in hun land afgegeven vergunning wordt
toegestaan in het andere land gebruik te maken van hun zenders, overeenkomstig het
bepaalde in artikel 41 van het Radioreglement ingevolge het Internationale Verdrag
betreffende de Telecommunicatie van Malaga-Torremolinos, 1973, de eer het Ministerie
mede te delen dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden bereid is zulk een
overeenkomst met de Regering van het Koninkrijk Noorwegen te sluiten, die als volgt
luidt:
-
1. Een onderdaan van het Koninkrijk der Nederlanden die van zijn Regering vergunning
heeft verkregen tot het gebruiken van een zender als radioamateur en die gebruik maakt
van een amateurzender, waartoe door die Regering eveneens vergunning is verleend,
wordt, bij het bezoeken van Noorwegen, door de daartoe aangewezen Noorse autoriteit
toegestaan een amateurzender te gebruiken met inachtneming van de bepalingen van deze
overeenkomst.
-
2. Een onderdaan van het Koninkrijk Noorwegen die van zijn Regering vergunning heeft
verkregen tot het gebruiken van een zender als radioamateur en die gebruik maakt van
een amateurzender waartoe door die Regering eveneens vergunning is verleend, wordt,
bij het bezoeken van het Koninkrijk der Nederlanden door de daartoe aangewezen Nederlandse
autoriteit toegestaan een amateurzender te gebruiken met inachtneming van de bepalingen
van deze overeenkomst.
-
3. De onderdaan die van zijn Regering een vergunning heeft verkregen tot het gebruiken
van een zender als radioamateur, dient van de daartoe aangewezen autoriteit van de
Regering van het andere land een vergunning te verkrijgen, voordat hij zijn zender
mag gebruiken overeenkomstig het bepaalde onder 1 en 2.
-
4. De daartoe aangewezen autoriteiten der beide Regeringen kunnen de onder 3 bedoelde
vergunningen verlenen en intrekken op dezelfde voorwaarden als dit geschiedt ten aanzien
van hun eigen onderdanen.
-
5. Indien een vergunning als bedoeld onder 3 door de daartoe aangewezen autoriteit van
een der beide Regeringen wordt ingetrokken, dient die autoriteit de daartoe aangewezen
autoriteit van de Regering van het andere land daarvan op de hoogte te stellen.
-
6. De amateurzenders van het Koninkrijk der Nederlanden en van het Koninkrijk Noorwegen
dienen, wanneer zij worden gebruikt krachtens de bepalingen van deze overeenkomst,
te voldoen aan de van toepassing zijnde regels en voorschriften van het land waar
de zenders worden gebruikt, alsmede aan de van toepassing zijnde internationale regels
en voorschriften.
-
7. De voorrechten verbonden aan het gebruik van amateurzenders, als bepaald in deze overeenkomst,
worden op basis van wederkerigheid verleend.
-
8. Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, zijn deze bepalingen alleen van toepassing
op het Rijk in Europa.
Indien het bovenstaande voorstel aanvaardbaar is voor de Regering van het Koninkrijk
Noorwegen, heeft de Ambassade voorts de eer voor te stellen dat deze nota en het antwoord
daarop van het Ministerie, waarin zulks wordt bevestigd, een overeenkomst vormen tussen
onze beide Regeringen, die in werking treedt op de datum waarop beide Regeringen elkander
schriftelijk hebben medegedeeld dat aan de in hun onderscheiden landen bestaande grondwettelijke
vereisten is voldaan.
De overeenkomst blijft voor onbepaalde tijd van kracht en kan door elk der Regeringen
worden beëindigd door middel van een zes maanden van te voren gedane mededeling aan
de andere Partij.
De overeenkomst kan tot de Nederlandse Antillen worden uitgebreid. Een zodanige uitbreiding
wordt van kracht vanaf een datum, en met de nodig geoordeelde wijzigingen, als overeen
te komen in langs diplomatieke weg te wisselen nota's. Nadat een zodanige uitbreiding
tot stand is gekomen, kan beëindiging door de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
beperkt blijven tot één van de delen van het Koninkrijk.
De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik
het Ministerie van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Noorwegen de hernieuwde verzekering
te geven van haar bijzondere hoogachting.
Oslo, 13 augustus 1980
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken,
Oslo - dep.