De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,
en
de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland,
Hierna te noemen: „de Overeenkomstsluitende Partijen’’,
Zich bewust van hun verplichtingen in het kader van het Noord-Atlantisch Verdrag van
4 april 1949, het Verdrag van Brussel van 17 maart 1948, zoals aangevuld door het
Protocol tot wijziging en aanvulling van het Verdrag van Brussel van 23 oktober 1954,
het Verdrag betreffende de Europese Unie van 29 juli 1992, het Verdrag van Nice tot
wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting
van de Europese Gemeenschap van 26 februari 2001 alsmede het Handvest van de Verenigde
Naties van 1945,
Vastbesloten de thans in de EU Hoofddoelstelling 2010 voor militaire capaciteiten
en in het NAVO-initiatief betreffende de defensievermogens vastgelegde Europese militaire
capaciteiten te versterken alsmede de verantwoordelijkheid te aanvaarden in het kader
van het door de Europese Raad in Laken (december 2001) overeengekomen Europese actieprogramma
ter verbetering van de militaire capaciteiten,
In aanmerking nemend het Verdrag inzake de aanwezigheid van buitenlandse strijdkrachten
in de Bondsrepubliek Duitsland van 23 oktober 1954,
In aanmerking nemend het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek
Duitsland inzake de stationering van strijdkrachten van de Bondsrepublik Duitsland
in het Koninkrijk der Nederlanden van 6 oktober 1997,
Met inachtneming van de Gemeenschappelijke Verklaring van 30 maart 1993 van de Minister
van Defensie van het Koninkrijk der Nederlanden en de Minister van Defensie van de
Bondsrepubliek Duitsland inzake de oprichting van een multinationaal legerkorps met
initiële Nederlandse en Duitse deelname,
Gesterkt door de succesvolle herstructurering van de staf van het 1 (Duits-Nederlandse)
Legerkorps tot een voor vredeshandhavingsoperaties onder leiding van de NAVO en de
EU beschikbaar High Readiness Forces (Land) Headquarter met inachtneming van de geldende
regelingen tussen de NAVO en de EU,
In aanmerking nemend het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de wederzijdse beveiliging van
gerubriceerde gegevens van 18 april 2001,
Vastbesloten voort te bouwen op de intensieve militaire samenwerking tussen de Nederlandse
en de Duitse strijdkrachten,
In de overtuiging dat de Europese bondgenoten de effectiviteit en efficiëntie van
hun defensie-inspanningen moeten verhogen door de ontwikkeling van innovatieve gemeenschappelijke
maatregelen teneinde de versplintering van hun inspanningen te beperken,
Indachtig de regelingen tussen de Minister van Defensie van het Koninkrijk der Nederlanden
en de Minister van Defensie van de Bondsrepubliek Duitsland inzake de samenwerking
op defensiegebied waarin reeds rekening wordt gehouden met de toenemende kwaliteit
van bi- en multinationale samenwerking op defensiegebied,
Zijn het volgende overeengekomen: