-
a. „grondgebied", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, het grondgebied
van het Koninkrijk in Europa;
-
b. „bevoegde autoriteit", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, de minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland; met betrekking tot de Islamitische
Republiek Pakistan, de federale minister van Werkgelegenheid, Menskracht en Pakistani
overzee;
-
c. „bevoegd orgaan", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de
takken van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, b en
c: de Sociale verzekeringsbank;
met betrekking tot de takken van sociale zekerheid genoemd in artikel 2, eerste lid,
onderdelen d, e en f: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;
met betrekking tot de wetgeving betreffende sociale bijstand, het daartoe door de
bevoegde autoriteit van Nederland aangewezen orgaan;
met betrekking tot de Islamitische Republiek Pakistan de Overseas Pakistanis Foundation (OPF);
of elke organisatie bevoegd tot het uitvoeren van een taak die momenteel wordt uitgevoerd
door voornoemde organen;
-
d. „instantie", elke organisatie die betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag,
met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters,
belastingautoriteiten, arbeidsbureaus en bureaus voor arbeidsbemiddeling, scholen
en andere onderwijsinstellingen, kadasterregisters, handelsautoriteiten, politie,
gevangeniswezen en immigratiediensten;
-
e. „wetgeving", de wetten en voorschriften inzake sociale zekerheid bedoeld in artikel
2;
-
f. „uitkering", elke uitkering in geld of elk pensioen krachtens de wetgeving;
-
g. „uitkeringsgerechtigde", een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op
een uitkering;
-
h. „gezinslid", een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt door de wetgeving;
-
i. „wonen", regulier wonen;
-
j. „verblijven", tijdelijk wonen.