Nr. I
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN
Zagreb, 11 juni 1999
Excellentie,
Wij hebben de eer Uwe Excellentie ter kennis te brengen, dat de Regeringen van de
Beneluxlanden, gezamenlijk optredend op grond van de op 11 april 1960 te Brussel ondertekende
Overeenkomst tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk
der Nederlanden inzake de verlegging van de personencontrole naar de buitengrenzen
van het Beneluxgebied, bereid zijn met de Regering van de Republiek Kroatië onderstaande
overeenkomst inzake de afschaffing van de visumplicht te sluiten:
1.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
In deze overeenkomst wordt verstaan: onder de „Beneluxlanden": het Koninkrijk België,
het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden; onder „het Beneluxgebied":
de gezamenlijke grondgebieden in Europa van het Koninkrijk België, het Groothertogdom
Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden.
2.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
De onderdanen van Kroatië kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie maanden het
Beneluxgebied zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon van een geldig nationaal
paspoort.
3.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
De onderdanen van de Beneluxlanden kunnen voor een verblijf van ten hoogste drie
maanden het grondgebied van Kroatië zonder visum binnenkomen op uitsluitend vertoon
van een geldig nationaal paspoort.
4.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
Voor een verblijf van meer dan drie maanden dienen de in deze overeenkomst bedoelde
onderdanen vóór hun vertrek de daartoe vereiste machtiging te hebben verkregen via
de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiger van het land waarheen zij zich wensen
te begeven.
5.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
De onderdanen van de Beneluxlanden die zich op regelmatige wijze in Kroatië ophouden
en onderdanen van Kroatië die zich op regelmatige wijze in een der Beneluxlanden ophouden,
kunnen het land waar zij zich bevinden zonder visum verlaten en weder binnenkomen
op vertoon van een geldig nationaal paspoort en een geldige verblijfstitel.
6.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
Elke Regering behoudt zich het recht voor de toegang te weigeren aan personen die
niet in het bezit zijn van de vereiste inreispapieren, die niet beschikken over voldoende
middelen van bestaan, die als ongewenst zijn gesignaleerd of die beschouwd worden
als personen die de openbare rust, de openbare orde of de nationale veiligheid in
gevaar kunnen brengen.
7.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
Behoudens de voorgaande bepalingen blijven de in de Beneluxlanden en in Kroatië van
kracht zijnde wetten en voorschriften met betrekking tot de binnenkomst, het verblijf,
de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, alsmede met betrekking tot het
verrichten van enigerlei arbeid, onverlet.
8.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
Elke Regering verplicht zich te allen tijde en zonder formaliteiten weder tot het
grondgebied van haar Staat toe te laten:
-
a de onderdanen van haar eigen Staat die zich op het grondgebied van een van de bij
deze overeenkomst Partij zijnde Staten bevinden;
-
b personen die dat grondgebied zijn binnengekomen op vertoon van een door de Belgische,
Luxemburgse, Nederlandse of Kroatische autoriteiten afgegeven geldig nationaal paspoort,
zelfs indien de nationaliteit van die personen wordt betwist.
9.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste
dag van de tweede maand die volgt op de datum van ontvangst van de nota waarbij de
laatste van de overeenkomstsluitende Staten de Belgische Regering ervan in kennis
heeft gesteld dat aan de voor de inwerkingtreding vereiste interne juridische formaliteiten
is voldaan. De Belgische Regering stelt ieder der overeenkomstsluitende Partijen in
kennis van de notificaties en van de datum van de inwerkingtreding van bedoelde overeenkomst.
10.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
Elk der Partijen kan deze overeenkomst opzeggen door dertig dagen van tevoren de
Belgische Regering daarvan mededeling te doen. De opzegging door een der Regeringen
heeft de beëindiging van de overeenkomst tot gevolg. De Belgische Regering stelt de
andere ondertekenende Regeringen in kennis van de ontvangst van de in deze bepaling
bedoelde mededeling.
11.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
De toepassing van deze overeenkomst kan door elk der overeenkomstsluitende Partijen
worden opgeschort. Van deze opschorting dient onverwijld via de diplomatieke kanalen
kennis te worden gegeven aan de Belgische Regering. Deze zal de andere ondertekenende
Regeringen van de ontvangst van deze kennisgeving op de hoogte stellen. Hetzelfde
geldt voor het ongedaan maken van de opschorting.
12.
[Wordt voorlopig toegepast per 15-11-1999]
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, kan de toepassing van deze overeenkomst
tot de Nederlandse Antillen en/of Aruba worden uitgebreid door kennisgeving van de
Nederlandse Regering aan de Belgische Regering die de overige overeenkomstsluitende
Partijen hiervan in kennis stelt.
Indien de Regering van de Republiek Kroatië bereid is met de Regeringen van de Beneluxlanden
een overeenkomst met bovengenoemde bepalingen te sluiten, hebben wij de eer Uwe Excellentie
voor te stellen, dat deze brief en de brieven met gelijkluidende inhoud, welke Uwe
Excellentie wordt verzocht aan ieder van ons te richten, een overeenkomst vormen tussen
de Republiek Kroatië enerzijds en de Beneluxlanden anderzijds.
Wij maken van deze gelegenheid gebruik om Uwe Excellentie opnieuw de verzekering van
deze bijzondere hoogachting te geven.
Voor de Regering van het Koninkrijk België,
(w.g.) F. HINTJENS
Voor de Regering van het Groothertogdom Luxemburg,
(w.g.) I. L. VAN VELDHUIZEN-ROTHENBÜCHER
Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,
(w.g.) I. L. VAN VELDHUIZEN-ROTHENBÜCHER
Zijner Excellentie
De Heer Minister van Buitenlandse Zaken van de Republiek Kroatië