Het Koninkrijk België,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Portugese Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
die partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Verdrag
tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Verdrag tot
oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „de lidstaten" te noemen, en
De Europese Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese
Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „de Gemeenschap" te noemen,
enerzijds,
en Roemenië
anderzijds,
Gelet op de Europa-overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen
de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Roemenië, anderzijds, die
op 1 februari 1993 te Brussel werd ondertekend en op 1 februari 1995 in werking is
getreden, hierna „de Europa-overeenkomst" te noemen,
Overwegende dat de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden
op 1 januari 1995 lid zijn geworden van de Europese Unie,
Besloten hebbende om in onderling overleg de in de Europa-overeenkomst aan te brengen
aanpassingen van de institutionele aspecten vast te stellen, in verband met de toetreding
van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden,
Hebben overeenstemming bereikt omtrent de volgende bepalingen: