REPUBLIEK CHILI
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
's-Gravenhage, 26 oktober 1995
Excellentie,
Ik heb de eer mij tot Uwe Excellentie te richten teneinde Uw Regering, uit naam van
de Regering van de Republiek Chili, een verdrag tussen onze landen voor te stellen,
in de volgende bewoordingen:
Aan gezinsleden van een diplomatiek of een beroepsconsulair ambtenaar of van leden
van het administratieve, technische en ondersteunende personeel van de diplomatieke
en consulaire missies van de Republiek Chili in het Koninkrijk der Nederlanden en
van de diplomatieke en consulaire missies van het Koninkrijk der Nederlanden in de
Republiek Chili, wordt toestemming verleend om betaalde werkzaamheden in de ontvangende
staat te verrichten op dezelfde voorwaarden als onderdanen van bedoelde staat, nadat
de desbetreffende toestemming daarvoor is verkregen overeenkomstig de bepalingen van
dit verdrag. Dit geldt eveneens voor de gezinsleden van onderdanen van de Republiek
Chili of het Koninkrijk der Nederlanden die geaccrediteerd zijn bij internationale
organisaties die hun zetel hebben in een van beide landen.
2.
[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2023. Zie het
overzicht van wijzigingen]
Voor de toepassing van dit verdrag wordt onder „gezinsleden" verstaan: leden van
het gezin die deel uitmaken van het huishouden van een diplomatieke ambtenaar, van
een beroepsconsulair ambtenaar of van een lid van het administratieve, technische
en ondersteunende personeel van de zendstaat, die als zodanig zijn opgegeven door
de zendstaat en als zodanig zijn aanvaard door de ontvangende staat.
Als gezinsleden worden aangemerkt:
-
a. de echtgeno(o)t(e);
-
b. ongehuwde kinderen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt of die de leeftijd
van 26 jaar nog niet hebben bereikt en een volledige dagopleiding volgen aan een instelling
voor voortgezet of hoger onderwijs;
-
c. ongehuwde kinderen die geestelijk of lichamelijk gehandicapt zijn.
Er worden geen beperkingen opgelegd met betrekking tot de aard of de soort werkzaamheden
die kan worden verricht. Hierbij wordt er evenwel van uitgegaan dat het gezinslid
voor werkzaamheden waarvoor speciale kwalificaties zijn vereist, moet voldoen aan
de normen die voor het verrichten van deze werkzaamheden in de ontvangende staat gelden.
Bovendien kan toestemming worden geweigerd in die gevallen waarin, om veiligheidsredenen,
uitsluitend onderdanen van de ontvangende staat kunnen worden tewerkgesteld.
Het verzoek om toestemming voor het verrichten van betaalde werkzaamheden wordt gedaan
door de desbetreffende diplomatieke of consulaire missie door middel van een Nota-Verbaal
aan respectievelijk de Directie Ceremonieel en Protocol van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken van de Republiek Chili of aan de Directie Kabinet en Protocol van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden. In dit verzoekschrift dient
de identiteit van het gezinslid te worden vermeld en in het kort de aard te worden
beschreven van de werkzaamheden die men voornemens is te gaan verrichten. Nadat is
vastgesteld dat de persoon voor wie toestemming wordt gevraagd, voldoet aan de bepalingen
die in dit verdrag zijn vervat, deelt de desbetreffende dienst de betrokken missie
zo snel mogelijk mede dat het gezinslid toestemming heeft om de betaalde werkzaamheden
te verrichten.
Een gezinslid dat betaalde werkzaamheden verricht op grond van dit verdrag geniet
geen immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in civiel- en administratiefrechtelijke
zaken, indien er een rechtsvordering tegen hem/haar wordt ingesteld vanwege gedragingen
of overeenkomsten die direct verband houden met het verrichten van dergelijke werkzaamheden.
In het geval dat een gezinslid strafrechtelijke immuniteit geniet op grond van de
Verdragen van Wenen inzake diplomatiek verkeer en inzake consulaire betrekkingen of
enig ander internationaal verdrag dat van toepassing is, en hij wordt beschuldigd
van het begaan van een strafbaar feit dat verband houdt met het verrichten van betaalde
werkzaamheden, doet de zendstaat, op schriftelijk verzoek van de ontvangende staat,
afstand van de immuniteit van dit gezinslid ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken,
behalve wanneer de zendstaat van oordeel is dat bedoelde afstand in strijd is met
zijn belangen.
Het afstand doen van de immuniteit bij strafrechtelijke procedures wordt niet geacht
mede betrekking te hebben op de tenuitvoerlegging van het vonnis; daarvan moet uitdrukkelijk
afstand worden gedaan. In een dergelijk geval neemt de zendstaat het schriftelijke
verzoek van de ontvangende staat om afstand te doen van deze laatstbedoelde immuniteit
ernstig in overweging.
-
a. Indien een gezinslid betaalde werkzaamheden verricht in overeenstemming met de bepalingen
van dit verdrag, heeft dit geen invloed op de diplomatieke of consulaire vrijstellingen
van rechten, belastingen of lasten die hem worden of zijn verleend.
Er wordt evenwel geen enkele vrijstelling van belastingen en lasten verleend over
inkomsten uit het verrichten van genoemde betaalde werkzaamheden.
-
b. Een gezinslid dat betaalde werkzaamheden verricht in overeenstemming met dit verdrag,
is onderworpen aan de wetgeving van de ontvangende staat op het gebied van de sociale
zekerheid.
Dit verdrag houdt geen erkenning in van diploma's en graden of studies tussen de
twee landen.
De toestemming om betaalde werkzaamheden te verrichten in het ontvangende land vervalt
op de dag waarop de plaatsing van de diplomatieke ambtenaar, de beroepsconsulaire
ambtenaar of het lid van het administratieve, technische of ondersteunende personeel
van wiens gezin het gezinslid deel uitmaakt, in de ontvangende staat wordt beëindigd.
Dit verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na de datum van
de laatste kennisgeving van de Verdragsluitende Partijen dat aan hun onderscheiden
constitutionele vereisten voor de inwerkingtreding van dit Verdrag is voldaan.
Elk van beide Verdragsluitende Partijen kan dit verdrag op elk gewenst moment opzeggen
door middel van een kennisgeving langs diplomatieke weg, waarna het Verdrag ophoudt
van kracht te zijn op de eerste dag van de zevende maand na de datum van de bedoelde
kennisgeving.
Indien het bovenstaande voorstel voor Uw Regering aanvaardbaar is, heb ik de eer om
verder voor te stellen dat deze brief, waarvan de Spaanse en de Engelse tekst authentiek
zijn, tezamen met de bevestigende antwoordbrief van Uwe Excellentie een verdrag zal
vormen tussen de Republiek Chili en het Koninkrijk der Nederlanden, dat in werking
zal treden overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 van bovenstaande tekst.
Gelief, Excellentie, de verzekering van mijn zeer bijzondere hoogachting wel te willen
aanvaarden.
(w.g.) M. F. AMUNATEGUI
Mariano Fernández Amunátegui
Onderstaatssecretaris van Buitenlandse
Zaken
Aan Zijne Excellentie
Michiel Patijn
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
van het Koninkrijk der Nederlanden