DE LID-STATEN VAN DE EUROPESE UNIE, optredend in het kader van de Unie, in volledige
samenwerking met de EUROPESE COMMISSIE en
DE LID-STATEN VAN DE WESTEUROPESE UNIE,
hierna de „Zendende Partij" te noemen,
enerzijds, en
DE REPUBLIEK BOSNIË-HERZEGOVINA,
alsmede
DE FEDERATIE BOSNIË EN HERZEGOVINA,
HET PLAATSELIJK BESTUUR VAN OOST-MOSTAR,
HET PLAATSELIJK BESTUUR VAN WEST-MOSTAR EN
DE KROATEN VAN BOSNIË-HERZEGOVINA,
hierna de „Ontvangende Partij" te noemen,
anderzijds,
naar behoren vertegenwoordigd,
tezamen hierna de „Overeenkomstsluitende Partijen" te noemen,
Gelet op
-
- het door de Partijen bij de op 18 maart 1994 in Washington ondertekende Overeenkomsten
aan de Europese Unie gerichte verzoek om zo spoedig mogelijk het Bestuur van de gemeente
Mostar te organiseren,
-
- de relevante bepalingen van de grondwet van de Federatie van Bosnië-Herzegovina,
-
- de oprechte wens van de Europese Unie bij te dragen tot het herstel van de vrede in
het gebied en de terugkeer van normale levensomstandigheden voor de inwoners,
Herinnerend aan het besluit van de Raad van Ministers van de Europese Unie (EU) van
18 april 1994, waarin onder meer de benoeming van een vertegenwoordiger van de Europese
Unie werd bevestigd,
Hebben over het volgende overeenstemming bereikt: