Beleidsregel SARS-CoV-2 virus

[Regeling vervallen per 01-01-2022.]
Geraadpleegd op 30-04-2024.
Geldend van 25-11-2021 t/m 31-12-2021

Beleidsregel SARS-CoV-2 virus

Grondslag

Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.

Gelet op artikel 52, aanhef en onderdeel e, van de Wmg, worden tarieven die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve vastgesteld door de NZa.

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:

  • SARS-CoV-2 virus:

    SARS-CoV-2 is het severe acute respiratory syndrome coronavirus 2. De World Health Organisation heeft deze naam gegeven aan het novel coronavirus 2019-nCoV. Dit novel coronavirus (2019-nCoV) is aangemerkt als behorende tot groep A, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet publieke gezondheid.

    Covid-19 is een infectieziekte veroorzaakt door SARS-CoV-2.

  • omzetdervingsperiode fase 1 (geen verschil tussen sectoren):

    de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020.

  • omzetdervingsperiode fase 2 (verschil per sector):

    • Gehandicaptenzorg (ghz):

      intramurale zorg en extramurale dagbesteding;

      de periode van 1 juli tot en met 31 juli;

    • Geestelijke gezondheidszorg (ggz):

      intramurale zorg;

      de periode van 1 juli tot en met 31 juli;

    • Ouderenzorg (vv):

      intramurale zorg;

      de periode van 1 juli tot en met 31 augustus.

      Bijlage 267319.png
  • representatieve periode Wlz-zorgaanbieders (niet zijnde mondzorgaanbieders):

    de periode van 1 februari 2020 tot en met 29 februari 2020.

  • representatieve periode mondzorgaanbieders die tandheelkundige zorg leveren vanuit de Wlz:

    de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2019.

  • doordeweekse dagen:

    de dagen maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag.

  • Wlz-omzet-prestaties:

    de prestaties zoals vermeld in de:

    • Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020;

    • Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2020;

    • Beleidsregel prestatiebeschrijving en tarief zzp-meerzorg Wlz;

    en omvat niet de lumpsumafspraak over het kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg en de transititiemiddelen verpleeghuiszorg 2020 met codes TM001 (eerste tranche in budgetronde) en TM002 (tweede tranche in herschikkingsronde).

  • Wlz-omzet-prestaties met correctie doordeweekse dagen:

    de specifieke prestatiecodes behorend bij de prestaties die vallen onder de definitie correctie doordeweekse dagen en zijn opgenomen in Bijlage 1 bij deze beleidsregel.

  • Wlz-omzet-prestaties zonder correctie doordeweekse dagen:

    alle andere Wlz-omzet-prestaties die niet onder Wlz-omzet-prestaties met correctie doordeweekse dagen zijn genoemd.

  • niet-Wlz-productie:

    de zorg die bekostigd wordt uit de Tijdelijke subsidieregeling extramurale behandeling en de zorg die niet bij of krachtens de Wet langdurige zorg bekostigd wordt.

  • contracteerruimte:

    het totale financiële kader dat beschikbaar is voor de Wlz-uitvoerders om zorg in natura te contracteren bij zorgaanbieders of zelfstandige zorgverleners. Dit kader bestaat uit niet-geoormerkte middelen en geoormerkte middelen.

  • productieafspraak:

    het totaalbedrag van de afspraken met betrekking tot de prestaties en tarieven ten laste van de contracteerruimte die door de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder zijn overeengekomen in de budgetronde of herschikkingsronde.

  • Stimuleringsregeling E-health Thuis:

    Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 december 2018, kenmerk 1457861-185083, houdende stimulering van activiteiten ten behoeve van het opschalen en borgen van het gebruik van e-health toepassingen die ondersteuning of zorg thuis faciliteren. Deze is uitgebreid, met het oog op extra inzet van digitale zorg op afstand voor mensen thuis vanwege SARS-CoV-2 (SET COVID-19).

  • onderaanneming:

    er is sprake van onderaanneming of uitbesteding wanneer een door de Wlz-uitvoerder gecontracteerde zorgaanbieder (een deel van) de gecontracteerde zorg of het vervoer zoals bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet langdurige zorg laat uitvoeren door respectievelijk een andere zorgaanbieder of rechtspersoon.

    Deze zorgaanbieder of rechtspersoon levert dus een (deel)prestatie of een geheel van prestaties op het gebied van de zorg in opdracht van een andere zorgaanbieder. De eerstgenoemde zorgaanbieder of rechtspersoon wordt in dit kader aangeduid als ‘uitvoerende zorgaanbieder’ of ‘onderaannemer’. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’ of ‘hoofdaannemer’.

  • mondzorgaanbieder:

    zorgaanbieder die tandheelkundige zorg als omschreven bij of krachtens de Wlz levert aan cliënten die verblijf en behandeling ontvangen van de zorgaanbieder waar de cliënt verblijft. Hieronder valt tevens de natuurlijk persoon die deze zorg levert.

  • tandheelkundige zorg:

    tandheelkundige zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel d, onder 5°, van de Wlz. Het gaat om tandheelkundige zorg die onderdeel is van de Wlz-zorg die zorgaanbieders bieden aan de cliënt die bij de Wlz-zorgaanbieder verblijft en van die zorgaanbieder verblijf met behandeling ontvangt.

  • bijdrageperiode:

    periode van vier maanden lopend van 1 maart 2020 tot 1 juli 2020 waarin het leveren van mondzorg aan Wlz-cliënten ernstig bemoeilijkt is.

  • doorlopende kosten:

    kosten die ondanks een daling in de productie blijven doorlopen.

Artikel 2. Doel van de beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Met deze beleidsregel worden de voorwaarden voor vergoeding en wijze van indiening bij de NZa van extra kosten en/of doorlopende kostendie het gevolg zijn van het SARS-CoV-2 virus vastgelegd. Deze beleidsregel legt tevens vast op welke wijze wordt afgeweken van andere, in de beleidsregel nader genoemde, regelgeving. Deze beleidsregel is de uitwerking van de brieven van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) d.d. 16 april 2020, onderwerp Financiële zekerheid Wlz zorgaanbieders, met kenmerk 1672600-204097-Z, en d.d. 26 juni 2020, onderwerp Financiële zekerheid Wlz: tweede aanvulling met kenmerk 1710203-207338-LZ.

Artikel 3. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Deze beleidsregel is van toepassing op de zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) die wordt geleverd door zorgaanbieders.

Voor de artikelen 4, 6, 7, 8, 10 en 11 van deze beleidsregel geldt dat deze artikelen van toepassing zijn op zorgaanbieders die Wlz-zorg leveren, indien en voor zover zij geen mondzorgaanbieders zijn die tandheelkundige zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel d, onder 5°, van de Wlz leveren.

Voor de artikelen 5, 8 derde lid, en 9 van deze beleidsregel geldt dat deze artikelen van toepassing zijn op mondzorgaanbieders die tandheelkundige zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel d, onder 5°, van de Wlz leveren.

Artikel 4. Vergoeding van omzetderving (doorlopende kosten)

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1. Omzetderving

    Indien sprake is van omzetderving als gevolg van de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus zijn er mogelijkheden om een compensatie te ontvangen.

    Onder omzetderving wordt verstaan: minder inkomsten als gevolg van het minder leveren van “Wlz-omzet-prestaties”, als gevolg van bijvoorbeeld:

    • een uitval van de vraag naar zorg, omdat cliënten opname uitstellen, of omdat cliënten dagbesteding, logeren, huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging, verpleging en/of behandeling afzeggen;

    • een uitval van zorgmedewerkers door ziekte of doordat ze volgens de richtlijnen niet in direct contact met cliënten mogen worden ingezet;

    • de richtlijnen het niet mogelijk maken om als vanouds het volume aan zorg, bijvoorbeeld dagbesteding, te leveren.

  • 2. Omzetdervingsperiode

    Voor de vergoeding van omzetderving wordt gewerkt met een omzetdervingsperiode. Hierbij zijn verschillende uitgangspunten van toepassing.

    • a. Omzetdervingsperiode fase 1:

      de periode van 1 maart 2020 tot en met 30 juni 2020.

    • b. Omzetdervingsperiode fase 2:

      • de ghz (intramurale zorg en extramurale dagbesteding):de periode van 1 juli tot en met 31 juli;

      • de ggz (intramurale zorg): de periode van 1 juli tot en met 31 juli;

      • de vv (intramurale zorg): de periode van 1 juli tot en met 31 augustus.

  • 3. Berekening omzetderving

    De omzetderving voor zorgaanbieders wordt als volgt vastgesteld:

    omzetderving = A + B – C – D – E – F – G +/- H

    waarbij:

    • a. Berekende omzet op basis van representatieve periode (A)

      A = X + Y, waarbij:

      X: de gedeclareerde en door het zorgkantoor goedgekeurde Wlz-productie (P x Q) van “Wlz-omzet-prestaties zonder correctie doordeweekse dagen” voor de maand februari 2020 te delen door 29 dagen, en vervolgens dit bedrag te vermenigvuldigen met het aantal kalenderdagen dat de omzetdervingsperiode kent.

      Y: de gedeclareerde en door het zorgkantoor goedgekeurde Wlz-productie (P x Q) van “Wlz-omzet-prestaties met correctie doordeweekse dagen” voor de gehele maand februari 2020 te delen door 20 doordeweekse dagen en te vermenigvuldigen met het aantal doordeweekse dagen in de omzetdervingsperiode.

      Hierbij worden de door de overheid voor de arbeidsovereenkomst en cao benoemde officiële feestdagen (tweede paasdag, tweede pinksterdag, Goede Vrijdag, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede kerstdag) aangemerkt als een zondag.

    • b. Geraamde extra omzet (B)

      Door het zorgkantoor en zorgaanbieder overeengekomen geraamde extra productie van “Wlz-omzet-prestaties” (P x Q afspraak), omdat een zekere productiecapaciteit (bijvoorbeeld plaatsen Wlz-verblijf, volledig pakket thuis (vpt), dagbesteding, groepsbehandeling, logeren, etcetera) of locatie pas in de omzetdervingsperiode is opgeleverd. De productiecapaciteit zal veelal niet geheel of geheel niet zijn benut, terwijl er wel sprake was van doorlopende kosten van personeel, materieel, kapitaal of inventaris. Hieronder kan ook de extra omzet worden opgevoerd als gevolg van verplaatsing van productie van de ene zorgkantoorregio naar de andere zorgkantoorregio.

    • c. Omzet gesloten capaciteit/locatie (C)

      Door het zorgkantoor en zorgaanbieder overeengekomen productie (P x Q) die in mindering wordt gebracht, omdat een zekere capaciteit (aantal bedden/dagbestedings- en/of behandelingscapaciteit, etcetera) of locatie in de omzetdervingsperiode is verminderd of gesloten/afgestoten. Tegenover de opening van de nieuwe Wlz-locatie, zoals staat vermeld onder b, kan ook een geplande sluiting van een Wlz-locatie met Wlz-productie staan. Het betreft hier niet een vermindering van productiecapaciteit of sluiting van locatie als gevolg van de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus. Hieronder kan ook de verminderde omzet worden opgevoerd als gevolg van verplaatsing van productie van de ene zorgkantoorregio naar de andere zorgkantoorregio.

    • d. Niet-Wlz-productie (D)

      De niet-Wlz-productie, bijvoorbeeld eerstelijnsverblijf, die is geleverd op een locatie waar in de representatieve periode Wlz-zorg door Wlz-personeel werd geleverd, maar die in de omzetdervingsperiode is ingericht voor (ook) andere patiënten, en de oorspronkelijke Wlz-personeelkosten, Wlz-inventaris en kapitaallasten in de omzetdervingsperiode dus op een andere wijze worden vergoed. De niet-Wlz-productie die geleverd wordt op capaciteit waarvoor onder c is gecorrigeerd (gesloten of afgestoten Wlz-capaciteit) wordt hier niet meegenomen.

    • e. Niet vergoed aan onderaannemer (E)

      Het deel dat een zorgaanbieder op basis van een onderliggende overeenkomst met de onderaannemer niet heeft vergoed (doorgerekend) aan de onderaannemer.

    • f. Gedeclareerde omzet in omzetdervingsperiode (F)

      De gedeclareerde en door het zorgkantoor goedgekeurde Wlz-productie over de omzetdervingsperiode.

    • g. Kostenreductie (G)

      De reductie in de kosten die de zorgaanbieder heeft weten te realiseren, omdat zorg niet meer wordt geleverd.

    • h. Specifieke omstandigheden zorgaanbieder (H)

      Door zorgkantoor en zorgaanbieder nader te duiden omstandigheid, omdat voor de zorgaanbieder specifieke omstandigheden moeten worden meegenomen, zodat de zorgaanbieder geen onbedoeld voor- of nadeel heeft.

    Hierbij gelden de volgende uitgangspunten voor gedeclareerde productie (Q):

    • Tot 1 juli:

      Vv, ghz en ggz: totaal gedeclareerde productie (intramuraal en extramuraal)

    • Vanaf 1 juli:

      Vv: alleen intramurale zorgprestaties (Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020)

      Ggz: alleen intramurale zorgprestaties

      (Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020)

      Ghz: intramurale zorgprestaties en extramurale dagbesteding

      (Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020)

    De extramurale prestaties dagbesteding ghz zijn opgenomen in Bijlage 2.

  • 4. Contracteerruimte

    De omzetderving voor zorgaanbieders is onderdeel van de productieafspraak. Zie in dat verband ook artikel 8, eerste lid, onder a, van deze beleidsregel.

  • 5. Uitsluiting vergoeding

    De omzetderving mag niet de bovengrens van de goedgekeurde productie 2020 bij de herschikking overschrijden. De volgende gederfde omzet wordt daardoor niet vergoed:

    • de omzetderving die de bovengrens van de goedgekeurde productie 2020 bij de herschikking te boven gaat.

  • 6. Sluittarief

    De vergoeding voor omzetderving behorend bij de niet-gerealiseerde productie als gevolg van het SARS-CoV-2 virus kan additioneel worden meegenomen in de vaststelling van de aanvaardbare kosten. Hierbij is de vastgestelde productieafspraak 2020 het maximum. De NZa zal de vergoeding opnemen in het sluittarief.

Artikel 5. Vergoeding van doorlopende kosten tandheelkundige zorg

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1. Doorlopende kosten tandheelkundige zorg

    Mondzorgaanbieders die tandheelkundige zorg als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, onderdeel d, onder 5°, van de Wlz, leveren, kunnen een compensatie ontvangen voor doorlopende kosten, als zij door de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus in de bijdrageperiode minder tandheelkundige zorg aan Wlz-cliënten hebben kunnen leveren.

    Het betreft de Wlz-prestaties voor tandheelkundige zorg die opgenomen zijn in de volgende beleidsregels en bijbehorende tariefbeschikkingen:

    • Beleidsregel Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk 2020 (BR/REG-20125);

    • Beleidsregel tandheelkundige zorg 2020 (BR/REG-20100);

    • Beleidsregel bijzondere tandheelkunde instellingen (BR/REG-20145)

    • Beleidsregel orthodontische zorg (BR/REG-20101);

    • Beleidsregel orthodontische zorg (BR/REG-20101a).

    De doorlopende kosten worden bekostigd via de vaststelling van een (vast) tarief voor een geheel van prestaties per mondzorgaanbieder. Mondzorgaanbieders krijgen in de praktijk dus via een tarief voor een geheel van prestaties een hogere vergoeding voor de zorg die wel daadwerkelijk is geleverd. Deze kosten kunnen op grond van artikel 90, tweede lid, onder a, van de Wet financiering sociale verzekeringen, ten laste van het Fonds langdurige zorg worden gebracht.

  • 2. Procedure aanvraag tarief voor een geheel van prestaties als vergoeding voor doorlopende kosten per mondzorgaanbieder

    Voor mondzorgaanbieders die tandheelkundige zorg leveren en een tarief voor een geheel van prestaties aanvragen om de doorlopende kosten voor de zorg die wel is gerealiseerd te compenseren, geldt de volgende procedure:

    • a. Het zorgkantoor en de mondzorgaanbieder dienen gezamenlijk een verzoek in bij de NZa uiterlijk op 31 december 2021. Alleen tweezijdige verzoeken worden in behandeling genomen;

    • b. Het verzoek omvat de opgave doorlopende kosten berekend op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 5, derde lid, van deze beleidsregel;

    • c. De NZa geeft hierop een tariefbeschikking af aan het zorgkantoor en de mondzorgaanbieder. Deze beschikking bevat een tarief voor een geheel van prestaties, waarmee de doorlopende kosten worden vergoed.

  • 3. Berekening tarief voor een geheel van prestaties tandheelkundige zorg

    Het tarief voor een geheel van prestaties per mondzorgaanbieder, die tandheelkundige zorg levert als onderdeel van de Wlz, wordt als volgt bepaald:

    Maximale vergoeding doorlopende kosten tandheelkundigezorg Wlz:

    Dktmax = 0,81((A * B) – C)

    Stap 1.

    • a. Berekende maandomzet op basis van representatieve periode (A)

      de gedeclareerde en door het zorgkantoor goedgekeurde Wlz prestaties voor tandheelkundige zorg in de representatieve periode voor mondzorgaanbieders die tandheelkundige zorg leveren, gedeeld door twaalf maanden.

      In afwijking van artikel 1 van deze beleidsregel betreft de representatieve periode voor mondzorgaanbieders die tandheelkundige zorg leveren de periode januari 2019 tot en met december 2019. Ook wordt bij de berekening van de bijdrage gerekend in maanden en niet in dagen.

      Het gaat hierbij om de prestaties tandheelkundige zorg die voor 2020 door de NZa zijn vastgesteld en staan vermeld in de in artikel 5, eerste lid van deze beleidsregel genoemde beleidsregels. Zorgkantoor en mondzorgaanbieder kunnen gezamenlijk gemotiveerd afwijken van (onderdelen van) de formule genoemd in artikel 5, derde lid, van deze beleidsregel, indien bijvoorbeeld sprake is van:

      • een afwijkende referentieperiode, omdat de betreffende mondzorgaanbieder niet gedurende geheel 2019 tandheelkundige zorg in de Wlz heeft geleverd;

      • een mondzorgaanbieder in 2020 gestart is met het leveren van Wlz-zorg;

      • geen duurzame declaratiegeschiedenis.

    • b. Bijdrageperiode in maanden (B)

      De berekende representatieve maandomzet wordt vermenigvuldigd met het aantal maanden dat de bijdrageperiode omvat.

    • c. Gedeclareerde omzet in bijdrageperiode (C)

      De gedeclareerde en door het zorgkantoor goedgekeurde Wlz prestaties voor tandheelkundige zorg die geleverd zijn in de bijdrageperiode.

    Stap 2.

    • d. Kostenreductie

      Bij de vaststelling van het tarief voor een geheel van prestaties voor de doorlopende kosten wordt uitsluitend rekening gehouden met onvermijdbare kosten van de mondzorgaanbieder die tandheelkundige zorg levert.

      In de bijdrage voor de doorlopende kosten wordt aangesloten bij de uitgangspunten gehanteerd in de Zvw. In de Zvw wordt hiervoor een norm van 81% aangehouden. Dit uitgangspunt is opgenomen in de opdrachtbrief van het Ministerie van VWS1. Dit betekent dat het in stap 1 bepaalde bedrag wordt gecorrigeerd door dit te vermenigvuldigen met 0,81.

    Stap 3.

    • e. Maximum vergoeding

      Op jaarbasis mag de som van de gerealiseerde productie in 2020 (∑p2020) en de op de bovenstaande wijze bepaalde bijdrage voor de doorlopende kosten (Dktmax) niet hoger zijn dan hetgeen in de voor de mondzorgaanbieder geldende referentieperiode is bekostigd aan tandheelkundige zorg (∑pref).

      Ofwel:

      ∑p2020 + Dktmax≤ ∑pref

      Indien op jaarbasis de som van de gerealiseerde productie in 2020 (∑p2020) en de in stap 1 tot en met stap 3 bepaalde bepaalde bijdrage voor de doorlopende kosten (Dktmax) hoger is dan hetgeen in de voor de mondzorgaanbieder geldende referentieperiode is bekostigd aan tandheelkundige zorg (∑pref), wordt de bijdrage voor de maximale vergoeding doorlopende kosten tandheelkundige zorg Wlz neerwaarts evenredig bijgesteld. Hiermee wordt aan de gestelde voorwaarde voldaan.

Artikel 6. Financiering van extra gemaakte kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Zorgaanbieders maken mogelijk extra kosten in verband met het SARS-CoV-2 virus. Deze kosten worden onderverdeeld in:

  • personele kosten;

  • materiële kosten.

De regeling voor het vergoeden van extra kosten loopt tot en met 31 december 2020.

  • 1. Vergoeding personele kosten

    • a. Onder personele kosten worden de volgende soorten van kosten verstaan:

      • kosten van het zorgpersoneel;

      • kosten van het niet-zorgpersoneel.

      Het betreft de daadwerkelijke loonkosten of kosten van inhuur.

      Voor de loonkosten mogen de volgende kosten worden meegenomen:

      • directe loonkosten: salaris, vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en onregelmatigheidstoeslag;

      • indirecte loonkosten: pensioenkosten, reiskosten, onkostenvergoedingen, secundaire arbeidsvoorwaarden, zoals inkomenszekerheid bij arbeidsongeschiktheid of een Anw-gatverzekering, kosten voor eventuele personeelsverzekeringen, zoals een ziekteverzuimverzekering;

      • verplichte premies en bijdragen: loonbelasting, premie volksverzekeringen (AOW, Anw en Wlz), premies werknemersverzekeringen (WW, WAO, WIA en ZW), inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) (werkgeversheffing en eventuele bijdrage Zvw) of BTW indien er geen vrijstelling is.

    • b. Onder extra personele kosten worden verstaan de kosten die gemaakt zijn in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020 en het gevolg zijn van de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus en samenhangen met de adviezen van het Outbreak Management Team. Het gaat hierbij om de extra kosten die nodig zijn om de gebruikelijke en (aanvullend) noodzakelijke zorg veilig en verantwoord te leveren.

    • c. De personele kosten die voortvloeien uit de volgende omstandigheden komen in elk geval voor vergoeding in aanmerking:

      • een hoger ziekteverzuim onder het personeel, waardoor extra personeelsinzet noodzakelijk is om de zorg te kunnen blijven bieden;

      • een hogere zorgvraag bij cliënten met de leveringsvorm verblijf in een instelling of vpt, waardoor extra of duurdere zorg noodzakelijk is (onderscheidend aan reguliere toeslagen/meerzorg is dat het hier zorg betreft die zonder de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus wel binnen het zorgprofiel zou passen);

      • extra personeelsinzet, omdat mantelzorgers/familie niet meer op bezoek mogen komen;

      • extra opleidingskosten als gevolg van uitbreiding takenpakket personeel;

      • extra kosten in het kader van vitaliteit en ondersteuning van medewerkers als gevolg van extra bedrijfsmaatschappelijk werk;

    • d. Personele kosten die het gevolg zijn van een omstandigheid die niet onder artikel 6, eerste lid, onder c, van deze beleidsregel is genoemd en samenhangen met hetgeen genoemd in artikel 6, eerste lid, onder b, van deze beleidsregel en waarover overeenstemming bestaat met het zorgkantoor komen voor vergoeding in aanmerking.

  • 2. Vergoeding materiële kosten

    • a. Onder materiële kosten worden de volgende soorten van kosten verstaan: kosten van voeding, hotelmatige kosten, cliënt- en bewonersgebonden kosten, vervoerskosten, algemene kosten, terrein- en gebouwgebonden kosten, en afschrijvingen/huur.

    • b. Onder extra materiële kosten worden verstaan de kosten die gemaakt zijn in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 december 2020 en het gevolg zijn van de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus en samenhangen met de adviezen van het Outbreak Management Team. Het gaat hierbij om de extra kosten die nodig zijn om de gebruikelijke en (aanvullend) noodzakelijke zorg veilig en verantwoord te leveren.

    • c. De volgende materiële kostenposten komen, voor zover ze samenhangen met de omstandigheden geformuleerd onder artikel 6, tweede lid, onder b, van deze beleidsregel in elk geval voor vergoeding in aanmerking:

      • extra persoonlijke beschermingsmiddelen om besmetting onder zorgpersoneel en kruisbesmetting tussen zorgpersoneel en bewoners te voorkomen;

      • kosten preventie om interne besmetting/uitbraak te voorkomen;

      • extra huisvestingskosten als gevolg van bijvoorbeeld huur cohortunit in nieuwe omgeving die niet redelijkerwijs zijn verdisconteerd in de nhc- en nic-component van het zzp, inclusief de ombouw en inrichting van deze voorzieningen tot verpleegunits;

      • extra kosten/inrichtingskosten om afdelingen of toegangen ‘coronaproof’ te maken (bijvoorbeeld triagetent);

      • extra kosten met het doel om het contact tussen familie en verwanten te vergroten en zo de kwaliteit van leven te verhogen (bijvoorbeeld het inrichten van een bezoekruimte met plexiglas om familie toch contact te laten leggen met ouders);

      • meer verpleegmiddelen (onderleggers matras, inzet bedpannen, incontinentiemateriaal etcetera);

      • extra genees- en hulpmiddelen (bijvoorbeeld medicijnen, injecties);

      • extra diagnostiekkosten als gevolg van laboratoriumkosten;

      • extra waskosten voor kleding personeel, platgoed of extra was als gevolg van de ziekte van de cliënt voor zover niet al verdisconteerd in personele kosten (meestal in onderaanneming);

      • extra schoonmaakkosten voor zover niet al verdisconteerd in de personele kosten (meestal in onderaanneming);

      • extra voedingskosten omdat niet gezamenlijk gegeten wordt, waarbij zorgkantoren met name extra kosten verwachten rondom het logistieke proces (rondbrengen/halen etcetera);

      • bouwkosten als gevolg van boeteclausules in gesloten overeenkomsten met bouwondernemers. Bijvoorbeeld omdat bouwvakkers, net als bezoekers, het pand niet meer mochten betreden. Dit kunnen significante bedragen zijn met direct effect op liquiditeit en handelingsmogelijkheden zorgaanbieders.

      • extra kosten voor de accountantscontrole van de verantwoording van de omzetderving en de extra kosten zoals bedoeld in artikel 4 en 6 van deze beleidsregel;

      • kosten voor extra werkzaamheden die de accountant van de zorgaanbieder maakt als gevolg van de eisen zoals opgenomen in RJ uiting 2020-5 (“Impact coronavirus op de jaarverslaggeving 2019”), RJ uiting 2020-6 (“Voorbeeldteksten impact coronavirus op de jaarverslaggeving 2019”), en NBA Alert 42 (“Impact Coronavirus op accountantswerkzaamheden”).

    • d. Materiële kosten die het gevolg zijn van een omstandigheid die niet onder artikel 6, tweede lid, onder c, van deze beleidsregel is genoemd en samenhangen met de omstandigheden geformuleerd onder artikel 6, tweede lid, onder b, van deze beleidsregel en waarover overeenstemming bestaat met het zorgkantoor komen voor vergoeding in aanmerking.

  • 3. Uitsluiting extra kosten

    • a. Een deel van de extra kosten die voortvloeien uit het SARS-CoV-2 virus wordt mogelijk al vergoed op grond van andere opbrengsten. Deze extra kosten zijn daardoor uitgesloten van vergoeding. Tot de vergoeding van extra kosten worden de volgende kosten in elk geval niet gerekend:

      • alle kosten die vergoed kunnen worden als gevolg van een door de zorgaanbieder afgesloten verzekering. Bijvoorbeeld de kosten van ziekteverzuim waarvoor de zorgaanbieder een (loondoorbetalings)vergoeding ontvangt als gevolg van een afgesloten ziekteverzuimverzekering;

      • het deel van de kosten waarvoor een subsidie is aangevraagd en toegekend, bijvoorbeeld op grond van de Stimuleringsregeling E-health Thuis;

      • het deel van de kosten dat op grond van andere wet- en regelgeving of door een andere instantie wordt vergoed, omdat de cliënt dit vanwege de gekozen leveringsvorm niet op grond van de Wlz bekostigd krijgt. Bijvoorbeeld geneesmiddelen bij afname van een modulair pakket thuis (mpt), vpt of zzp exclusief behandeling;

      • het deel van de kosten van het personeel waarvoor de zorgaanbieder al een vergoeding ontving uit de gedeclareerde en goedgekeurde productie in 2020 of uit de in artikel 4 van deze beleidsregel opgenomen omzetderving. Denk bijvoorbeeld aan het personeel dat normaal op de dagbesteding staat, maar nu de dagbesteding op de woonzorggroep levert of personeel dat vóór de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus op een reguliere Wlz-locatie werkte, maar nu in een cohort-centrum werkt en gefinancierd wordt uit diverse domeinen;

      • het deel van de kosten waarvoor de zorgaanbieder al een vergoeding ontvangt uit de Transitiemiddelen verpleeghuiszorg of de kwaliteitsmiddelen verpleeghuiszorg. Pas als het kwaliteitsbudget niet toereikend is voor de vergoeding van de extra kosten komen de resterende kosten in aanmerking voor vergoeding in het kader van deze beleidsregel.

  • 4. Contracteerruimte

    De vergoeding van extra gemaakte kosten is geen onderdeel van de productieafspraak.

  • 5. Sluittarief

    De NZa zal de vergoeding voor de extra kosten als gevolg van het SARS-CoV-2 virus opnemen in het sluittarief.

Artikel 7. Berekening en verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1. Algemeen

    De berekening van de onder artikel 4 en 6 van deze beleidsregel genoemde omzetderving en kosten en de verantwoording/verslaglegging hiervan steunt zoveel als mogelijk op de handreiking die in 2020 in samenwerking door brancheorganisaties en Fizi wordt gepubliceerd.

    Voor de toerekening van de vergoeding van omzetderving in artikel 4 van deze beleidsregel en de financiering van extra gemaakte kosten in artikel 6 van deze beleidsregel naar de producten/prestaties van diverse domeinen (Wlz, Zvw, Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), Subsidieregeling behandeling, etcetera) worden verdeelsleutels gehanteerd.

    Voor de toerekening van de vergoeding van omzetderving in artikel 4 van deze beleidsregel en de financiering van extra gemaakte kosten in artikel 6 van deze beleidsregel naar de verschillende zorgkantoorregio’s worden verdeelsleutels gehanteerd.

  • 2. Correctie kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg

    Bij het kwaliteitsbudget wordt rekening gehouden met de vergoeding voor omzetderving verpleeghuiszorg op grond van deze beleidsregel, zodat de kosten die al op grond van de omzetderving worden vergoed niet ook op grond van het kwaliteitsbudget worden vergoed. De omzetderving verpleeghuiszorg wordt door zorgkantoren en zorgaanbieders betrokken bij de verantwoording van het kwaliteitsbudget 2020.

    De omzetderving Wlz wordt opgedeeld naar omzetderving verpleeghuiszorg en omzetderving overige Wlz-zorg. De opdeling van de omzetderving Wlz vindt plaats op basis van het aandeel verpleeghuiszorg in post A van de rekenregel in artikel 4, derde lid, van deze beleidsregel. Dit aandeel wordt berekend als de gedeclareerde en door het zorgkantoor goedgekeurde Wlz-productie van prestaties zzp vv-4 tot en met vv-10 en vpt vv-4 tot en met vv-10 ten opzichte van de totale gedeclareerde en goedgekeurde Wlz-productie in de representatieve periode. De verdeling van post A wordt toegepast als verdeelsleutel voor de posten B tot en met H (exclusief F) indien de zorgaanbieder op basis van zijn administratie niet een specifiekere verdeling kan maken tussen de prestaties zzp en vpt vv-4 tot en met vv-10 en de andere Wlz-productie. In de formule ziet dit er als volgt uit:

    omzetderving verpleeghuiszorg = VPH * totaal

    waarbij:

    VPH: de gedeclareerde en door het zorgkantoor goedgekeurde Wlz-productie van prestaties zzp vv-4 tot en met vv-10 en vpt vv-4 tot en met vv-10 gedeeld door de totale gedeclareerde en goedgekeurde Wlz-productie in de representatieve periode;

    totaal: totaal vastgestelde omzetderving volgens artikel 4, derde lid, van deze beleidsregel.

Artikel 8. Procedure

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

  • 1. Herschikking

    • a. Omzetderving in herschikking

      De omzetderving wordt niet afzonderlijk vastgesteld, maar is onderdeel van de totale productieafspraak zoals bedoeld/vermeld in de Beleidsregel budgettair kader Wlz 2020.

    • b. Opgave extra kosten in herschikking

      De zorgaanbieder kan de extra gemaakte kosten die het gevolg zijn van het SARS-CoV-2 virus gezamenlijk met het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder opnemen in de herschikkingsronde 2020.

      De NZa stelt een afzonderlijk formulier beschikbaar bij de herschikking-opgave over jaar 2020. Dit formulier is te downloaden vanuit de herschikking-opgave. In het afzonderlijke formulier bij het herschikkingsformulier 2020 kunnen Wlz-zorgaanbieders een aanvraag doen voor een voorlopige vergoeding inzake de Beleidsregel SARS-CoV-2 virus. Het gebruik van dit formulier is verplicht.

      In artikel 6 van deze beleidsregel staan de extra gemaakte kosten die als gevolg van het SARS-CoV-2 virus voor vergoeding in aanmerking komen, vermeld.

      Een aanvraag om vergoeding van extra gemaakte kosten kan uitsluitend tweezijdig bij de NZa worden ingediend.

      De zorgaanbieder moet voor genoemde onderdelen in het formulier de kosten opgeven en specificeren conform beschreven in artikel 6 van deze beleidsregel.

      Het totaalbedrag van deze onderdelen zal als voorlopige mutatie SARS-CoV-2 worden verwerkt in de aanvaardbare kosten 2020 en in het sluittarief worden opgenomen.

      Het formulier waarin het verzoek om vergoeding van extra kosten is vastgelegd (herschikkingsformulier) moet vóór 1 november 2020 (herschikkingsronde) bij de NZa worden ingediend.

      Extra kosten door zorgaanbieder gemaakt na of bij de NZa opgegeven na de uiterste indieningsdatum van 31 oktober 2020 kunnen niet meer worden meegenomen in de herschikkingsronde. Deze kosten zullen moeten worden opgegeven bij de nacalculatie-opgave 2020.

  • 2. Nacalculatie

    De zorgaanbieder kan de kosten die het gevolg zijn van het SARS-CoV-2 virus gezamenlijk met het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder opnemen in de nacalculatie-opgave 2020.

    De NZa stelt een afzonderlijk formulier beschikbaar bij de nacalculatie-opgave over jaar 2020. Dit formulier is te downloaden vanuit de nacalculatie-opgave. Het gebruik van dit formulier is verplicht.

    In de artikelen 4 en 6 van deze beleidsregel staan de kosten vermeld die als omzetderving of extra gemaakte kosten als gevolg van het SARS-CoV-2 virus voor vergoeding in aanmerking komen.

    De nacalculatie-opgave kan op dit onderdeel uitsluitend tweezijdig bij de NZa worden ingediend.

    De NZa zal bij de nacalculatie-opgave in ieder geval de volgende informatie uitvragen:

    • a. Naam en NZa-nummer van de instelling die vergoeding verzoekt voor kosten en/of omzetderving als gevolg van het SARS-CoV-2 virus;

    • b. Naam contactpersoon indien er vragen zijn over de ingevulde kosten of beschrijvingen;

    • c. Indien van toepassing omvang van de omzetderving zoals omschreven in artikel 4, derde lid, van deze beleidsregel met daarbij uitsplitsing naar de in dat artikel genoemde onderdelen:

      • i. A, X, Y;

      • ii. B;

      • iii. C;

      • iv. D;

      • v. E;

      • vi. F;

      • vii. G;

      • viii. H.

    • d. Indien van toepassing omvang van de extra gemaakte kosten, zoals omschreven in artikel 6 van deze beleidsregel met daarbij uitsplitsing naar:

      • ix. Vergoeding personele kosten zoals omschreven in artikel 6, eerste lid, van deze beleidsregel uitgesplitst naar:

        • Zorgpersoneel (direct personeel);

        • Niet-zorgpersoneel (indirect personeel).

      • x. Vergoeding materiële kosten zoals omschreven in artikel 6, tweede lid, van deze beleidsregel.

      De NZa kan ter zake deskundigen vragen om te adviseren over de effectiviteit en efficiëntie van uitgevoerde werkzaamheden en de mate waarin dit overeenstemt met de geldende richtlijnen. De NZa kan tevens ter zake deskundigen vragen om te adviseren over de berekening/toerekening van de kosten. Het advies van deze deskundigen zal door de NZa worden gebruikt bij de beoordeling van de in de nacalculatie-opgave opgenomen werkzaamheden en kosten met betrekking tot het SARS-CoV-2 virus.

      De NZa zal de voor vergoeding in aanmerking bevonden (extra) gemaakte kosten en/of inkomstendervingen opnemen in het sluittarief/vereffeningbedrag.

  • 3. Wijze van indienen; twee- en eenzijdige aanvragen; gevolgen eenzijdige aanvragen

    Waar in deze beleidsregel wordt gesproken van een tweezijdige indiening van zowel een opgave van de herschikking als de nacalculatie bedoelt de NZa:

    • a. (mond)zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder dienen gezamenlijk eensluidend in; (mond)zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben overeenstemming;

    • b. (mond)zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder dienen ieder afzonderlijk in en de indieningen zijn eensluidend; (mond)zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder hebben overeenstemming.

    Een anders dan tweezijdig ingediende opgave beschouwt de NZa als eenzijdig.

    Tweezijdige indiening is van belang om de volgende redenen.

    Het gaat om een uitzonderlijke situatie waarbij in theorie sprake is van een (gedeeltelijk) open einde bekostiging. Ook gaat het om maatwerk tussen (mond)zorgaanbieders en zorgkantoren/Wlz-uitvoerders, partijen die in overeenstemming met elkaar en conform de geldende adviezen van de overheid/richtlijnen van relevante beroepsgroepen moeten handelen. Door tweezijdige indiening kan enige balans worden bereikt tussen wensen van partijen, nut, noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doelmatigheid van het verzoek tot vergoeding als gevolg van het SARS-CoV-2 virus. In de brief van het Ministerie van VWS aan de NZa d.d. 16 april 2020, kenmerk 1672600-204097-Z, is de voorwaarde dat de aanvraag voor een vergoeding wordt ingediend door de zorgaanbieder en Wlz-uitvoerder gezamenlijk ook benoemd.

    Waar de NZa tweezijdige indiening tot uitgangspunt neemt, kunnen (mond)zorgaanbieder en zorgkantoor/Wlz-uitvoerder niet volstaan met eenzijdige indiening.

    Indien een eenzijdige opgave wordt ingediend, vergewist de NZa zich van de grondslag van de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de (mond)zorgaanbieder om de opgave mede te ondertekenen. Een eenzijdige opgave wijst de NZa af, tenzij de NZa de weigering van het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder of de (mond)zorgaanbieder kennelijk onredelijk acht.

Artikel 9. Verantwoording vergoeding van doorlopende kosten tandheelkundige zorg

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Mondzorgaanbieders die tandheelkundige zorg leveren en een tarief voor een geheel van prestaties willen aanvragen om de doorlopende kosten voor de Wlz-mondzorg die wel is gerealiseerd te compenseren, kunnen hiervoor met het zorgkantoor een verzoek indienen bij de NZa.

Het zorgkantoor en de mondzorgaanbieder dienen gezamenlijk een aanvraag in bij de NZa nadat de declaraties over 2020 zijn ingediend en uiterlijk op 31 december 2021. Een aanvraag op dit onderdeel kan uitsluitend tweezijdig bij de NZa worden ingediend. Hierop is hetgeen genoemd in artikel 8, derde lid, van deze beleidsregel, van overeenkomstige toepassing.

De aanvraag voor een tarief voor een geheel van prestaties omvat de opgave doorlopende kosten berekend op de wijze zoals voorgeschreven in artikel 5, derde lid, van deze beleidsregel.

De mondzorgaanbieder neemt in de ondertekende aanvraag de volgende gegevens op:

  • a. Naam van de mondzorgaanbieder die een aanvraag indient;

  • b. Naam contactpersoon;

  • c. Adres;

  • d. Woonplaats;

  • e. AGB-code.

De NZa geeft hierop een tariefbeschikking af aan het zorgkantoor en de mondzorgaanbieder. Deze beschikking bevat een tarief voor een geheel van prestaties waarmee de doorlopende kosten worden vergoed.

Artikel 10. Beleidsregels

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden past de NZa haar beleidsregels toe. Voor zover in het kader van deze beleidsregel daarvan wordt afgeweken, is dat in dit artikel beschreven.

  • 1. Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020

    In afwijking op de hieronder genoemde artikelen, geldt voor zorgaanbieders voor de toepassing van deze beleidsregel het volgende:

    Artikel 6, vierde lid, onderdeel e Dagbesteding, Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis 2020:

    De voorwaarde dat de activiteit buiten de woonsituatie plaats moet vinden, komt voor de prestaties vermeld in onderstaande tabel vanaf 29 februari 2020 tot 1 augustus 2020 te vervallen:

    Prestatie

    Code

    Dagbesteding vg

    H900, H902, H903, H904, H906

    Dagbesteding lg

    H910, H913, H914, H915, H916

    Dagbesteding zg auditief

    H920, H921, H922

    Dagbesteding zg visueel

    H930, H931, H933, H934

  • 2. Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg thuis 2020

    In afwijking op de hieronder genoemde artikelen, geldt voor zorgaanbieders voor de toepassing van deze beleidsregel het volgende:

    Artikel 7 Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven modulaire zorg 2020:

    De voorwaarde dat de activiteit buiten de woonsituatie plaats moet vinden, komt voor de prestaties vermeld in onderstaande tabel vanaf 29 februari 2020 tot 1 augustus 2020 te vervallen:

    Prestatie

    Code

    Dagbesteding vg

    H811 t/m H816

    Dagbesteding lg

    H831 t/m H836

    Dagbesteding zg auditief

    H851 t/m H856

    Dagbesteding zg visueel

    H871 t/m H876

  • 3. Beleidsregel budgettair kader Wlz 2020

    In afwijking op de hieronder genoemde artikelen, geldt voor zorgaanbieders voor de toepassing van deze beleidsregel het volgende:

    Artikel 1, 11, 12 en 13 Beleidsregel budgettair kader Wlz 2020

    Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt omzetderving ook gezien als onderdeel van de productieafspraak.

  • 4. Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020

    In afwijking op de hieronder genoemde artikelen, geldt voor zorgaanbieders voor de toepassing van deze beleidsregel het volgende:

    Artikel 1, 5, derde lid en vierde lid, Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020

    Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt omzetderving ook gezien als onderdeel van de productieafspraak.

    Artikel 1 en 5 Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020

    In dit artikel wordt de totaal financieel gerealiseerde productie gedefinieerd als de financiële waarde van de productie zoals deze feitelijk is geleverd en gedeclareerd door de zorgaanbieder. Waar normaal alleen de daadwerkelijk gerealiseerde productie in aanmerking voor vergoeding komt, wordt voor de toepassing van deze beleidsregel de vergoeding voor omzetderving behorend bij de niet gerealiseerde productie als gevolg van het SARS-CoV-2 virus additioneel meegenomen in de vaststelling van het sluittarief, zodat zorgaanbieders voldoende dekking krijgen voor de doorlopende kosten.

    Artikel 4, eerste tot en met derde lid, Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020

    Bij de berekening van de aanvaardbare kosten voor het jaar 2020 wordt tevens de Beleidsregel SARS-CoV-2 virus betrokken. Dit betekent dat een vergoeding daaruit wordt meegenomen in de berekening van het sluittarief/vereffeningbedrag.

    Artikel 5 Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020

    In aanvulling op dit artikel bevat de nacalculatie-opgave over het jaar 2020 tevens hetgeen genoemd in de artikelen 4 en 6 van de Beleidsregel SARS-CoV-2 virus. Bij de nacalculatie en de vaststelling van de aanvaardbare kosten wordt de toepassing van deze beleidsregel tevens in acht genomen.

    Artikel 5, eerste lid, Beleidsregel bekostigingscyclus Wlz 2020

    Bij enkele onderdelen van de nacalculatie-opgave is eenzijdige indiening niet mogelijk. In aanvulling op de opsomming in onderdeel b) van dit artikel geldt dat de opgave van kosten en omzetderving die het gevolg zijn van de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus onderdeel is van de nacalculatie waarbij de zorgaanbieder en het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder verplicht zijn tweezijdig in te dienen.

Artikel 11. Regelingen

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Bij de uitoefening van haar taken en bevoegdheden, past de NZa haar regelingen toe. Voor zover in het kader van deze beleidsregel daarvan wordt afgeweken, is dat in dit artikel beschreven.

  • 1. Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz 2020

    In afwijking op de hieronder genoemde artikelen, geldt voor zorgaanbieders voor de toepassing van deze beleidsregel het volgende:

    Artikel 1 en 9 Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz 2020

    Het nacalculatieformulier en de nacalculatie-opgave bevatten tevens de onderdelen zoals genoemd in de artikelen 4, 6 en 7 van deze beleidsregel.

    Artikel 7 Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz 2020

    In aanvulling op het genoemde artikel, geldt voor zorgaanbieders voor de toepassing van deze beleidsregel het volgende:

    Omzetderving

    De zorgaanbieder legt alle elementen A tot en met H uit artikel 4, derde lid, van deze beleidsregel vast in zijn administratie. Voor de elementen B, C en H uit artikel 4, derde lid, van deze beleidsregel legt de zorgaanbieder de goedkeuring van het zorgkantoor, zoals bedoeld in artikel 4, derde lid, van deze beleidsregel vast in zijn administratie.

    Extra kosten

    De zorgaanbieder registreert de extra kosten zoals genoemd in artikel 6 van deze beleidsregel duidelijk identificeerbaar in zijn administratie.

    Voor de extra personele kosten van zorgpersoneel, voor zover deze geen betrekking hebben op het kwaliteitskader, en niet-zorgpersoneel legt de zorgaanbieder de goedkeuring van het zorgkantoor zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder d, van deze beleidsregel vast in zijn administratie.

    Voor zover materiële kosten, zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, niet zijn opgenomen in artikel 6, tweede lid, onder c, van deze beleidsregel legt de zorgaanbieder de goedkeuring van het zorgkantoor, zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, onder d, van deze beleidsregel vast in zijn administratie.

    Wanneer een zorgaanbieder gebruik maakt van een verdeelsleutel, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, van deze beleidsregel legt de zorgaanbieder de gehanteerde uitgangspunten vast in zijn administratie.

    Artikel 8, eerste lid, Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz 2020

    In aanvulling op het genoemde artikel, geldt voor zorgaanbieders voor de toepassing van deze beleidsregel het volgende:

    Controleprotocol nacalculatie 2020 Wlz-zorgaanbieders

    In aanvulling op de Regeling declaratievoorschriften, administratievoorschriften en informatieverstrekking Wlz 2020 zal de nacalculatie-opgave 2020 tevens de onderdelen zoals genoemd in de artikelen 4, 6 en 7 van deze beleidsregel bevatten. In de toelichting op de vragenlijst controleprotocol neemt de zorgaanbieder de aansluiting op tussen de [bijlage in de jaarrekening] en de nacalculatie-opgave. De accountant waarmerkt de toelichting bij de vragenlijst controleprotocol. Deze werkwijze zal worden beschreven in het nog te publiceren Controleprotocol nacalculatie 2020 Wlz-zorgaanbieders.

Artikel 12. Intrekken oude beleidsregel

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel, wordt de Beleidsregel SARS-CoV-2 virus, met kenmerk BR/REG-20158c, ingetrokken.

Artikel 13. Bekendmaking, inwerkingtreding, terugwerkende kracht en citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2022]

Inwerkingtreding/bekendmaking

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2020 en vervalt met ingang van 1 januari 2022.

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel SARS-CoV-2 virus.

  1. Zie brief Ministerie van VWS d.d. 26 juni 2020, kenmerk 1710203-207338-LZ ^ [1]
Naar boven