U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2021.][Regeling treedt (deels) in werking per 10-07-2020 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2020.]Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2020. Geldend van 01-01-2020 t/m 09-07-2020
Monitoring beschikkingen persoonsgebonden budget en uitgaven individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen 2020
[Regeling vervallen per 01-01-2021]
Stcrt. 2020, 36147, datum inwerkingtreding 10-07-2020, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze circulaire.divisie. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
Gelet op de artikelen 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatieverstrekking voor de monitoring van zorguitgaven.
Stcrt. 2020, 36147, datum inwerkingtreding 10-07-2020, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze tekst. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
In deze regeling wordt verstaan onder:
Persoonsgebonden budget:
een subsidie waarmee de cliënt onder de bij of krachtens artikel 3.3.3 van de Wet langdurige zorg (Wlz) en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde voorwaarden aan hem te verlenen zorg kan inkopen.
Individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen:
mobiliteitshulpmiddelen voor individueel gebruik en persoonsgebonden hulpmiddelen als bedoeld in artikel 3.1.2 van het Besluit langdurige zorg.
Vaststellingsbeschikking pgb:
de beschikking tot subsidievaststelling die het bedrag van de subsidie vaststelt en aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag overeenkomstig afdeling 4.2.7 van de Algemene wet bestuursrecht.
Verleningsbeschikking pgb:
de beschikking waarin wordt aangegeven welk bedrag aan pgb in enig jaar wordt toegekend, een en ander conform het gestelde in afdeling 4.2.3 van de Algemene wet bestuursrecht.
Zorgkantoor:
een ingevolge artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz voor een bepaalde regio aangewezen Wlz-uitvoerder. Het zorgkantoor is voor alle cliënten die wonen in de regio waarvoor hij is aangewezen, belast met de verstrekking van het pgb.
Voor overige begrippen wordt verwezen naar de Beleidsregel definities Wlz.
Deze regeling beoogt het stellen van regels over de informatie die Wlz-uitvoerder/zorgkantoren als genoemd in artikel 3 van deze regeling moeten aanleveren ten behoeve van het monitoren van de bedragen uit de verlenings- en vaststellingsbeschikkingen voor persoonsgebonden budget (pgb) en de uitgaven aan individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen.
Deze gegevens worden gebruikt om te bepalen in hoeverre de beschikbare regionale ruimten voor pgb’s toereikend zijn om de toegekende budgetten aan de budgethouders te bekostigen en in hoeverre het mogelijk is om nog budgetten toe te kennen aan aspirant budgethouders.
Voor de individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen worden de gegevens gebruikt om te bepalen of de uitgaven hiervan passen binnen de door VWS gestelde landelijke ruimte.
Deze regels hebben betrekking op de inhoud van de informatie zelf, de wijze waarop deze moet worden aangeleverd en de termijnen waarbinnen dat moet.
Deze regeling is van toepassing op zorgkantoren/Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz.
Zorgkantoren als bedoeld in artikel 1 zijn voor het budgetjaar 2020 verplicht om in dat jaar maandelijks een opgave op budgethouderniveau te verstrekken. Het gaat hierbij om de volgende gegevens:
– zorgkantoornummer dat bij de budgethouder hoort;
– geboortejaar budgethouder;
– het zorgprofiel waarvoor de budgethouder is geïndiceerd;
– het zorgprofiel dat is toegewezen aan de budgethouder;
– wel of niet begeleiding groep;
– het totaalbedrag toegekend budget pgb-Wlz, indien mogelijk gespecificeerd in:
– Persoonlijke verzorging (PV), Verpleging (VP), Begeleiding (BG), Huishoudelijke hulp (HH) en (tijdelijk) verblijf;
– Wooninitiatief(WI)-toeslag;
– Budgetgarantie;
– Meerzorgtoeslag;
– Persoonlijk assistentie budget;
– Extra kosten thuis;
– Combinatie pgb/mpt (aftrekpost);
– Bedrag overig;
– Ingangsdatum van de pgb-subsidie;
– Einddatum van de pgb-subsidie;
– Bedrag reservering (zowel 2020 als 2021).
Op basis hiervan monitort de NZa of het totaalbedrag aan pgb-verleningsbeschikkingen past binnen het vastgestelde kader pgb.
Deze gegevens worden verder gebruikt voor verdiepende analyses.
1. Zorgkantoren zijn verplicht de NZa voor 1 september 2020 een opgave te verstrekken van het totale bedrag aan pgb’s uit de afgegeven verlenings- en vaststellingsbeschikkingen 2019. Voor het bepalen van het totaalbedrag aan verleningsbeschikkingen gebruikt de Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor als peildatum 1 mei 2020.
2. Het in het eerste lid gestelde maakt onderdeel uit van de Regeling Uitvoeringsverslag en Financieel verslag Wlz-Uitvoerder (bijlage 4; model V). Hiervoor wordt ook een artikel in het Protocol accountantsonderzoek Wlz-uitvoerders 20191 opgenomen.
1. De opgave zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 4 moet maandelijks ingediend worden via Vektis bij de NZa, met als peildatum de laatste dag van de maand. De opgave moet worden ingediend voor de 15e van de opvolgende maand.
2. Zorgkantoren zijn verplicht de NZa uiterlijk 15 maart 2020 een definitieve (werkelijke) opgave te verstrekken van het totale bedrag aan pgb’s over het jaar 2019.
3. In maart 2021 levert het zorgkantoor via Vektis de NZa de eindstand van de verleningsbeschikkingen aan pgb’s over het jaar 2020 op.
4. De opgave bedoeld in artikel 5, eerste lid, is compleet indien de Wlz-uitvoerder in zijn functie van zorgkantoor het format voor vermelding van het definitieve bedrag aan afgegeven pgb-verlenings- en vaststellingsbeschikkingen 2019, zoals vermeld in artikel 5, lid 2 volledig heeft ingevuld.
1. Zorgkantoren, als bedoeld in artikel 1, zijn voor het budgetjaar 2020 verplicht om in dat jaar maandelijks een opgave te verstrekken van de uitgaven individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen van de voorgaande kalendermaand, met een onderverdeling in mobiliteitshulpmiddelen en persoonsgebonden hulpmiddelen. Bij de mobiliteitshulpmiddelen wordt onderscheid gemaakt tussen cliënten met of zonder behandeling, rolstoelen, scootmobielen en aangepaste fietsen, wandelwagens/buggy’s of autostoeltjes. De opgave moet ingediend worden bij de NZa voor de 15e van de opvolgende maand en heeft als peildatum de laatste dag van de maand.
2. Zorgkantoren zijn verplicht de NZa uiterlijk 15 maart 2020 een definitieve (werkelijke) opgave te verstrekken van de uitgaven van individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen over het jaar 2019.
3. Voor de opgaven bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel moet gebruik worden gemaakt van het formulier ‘Informatieuitvraag Individueel aangepaste Wlz hulpmiddelen 2020’ (werkblad ‘Hulpmiddelen’) dat de NZa beschikbaar stelt.
4. De opgave zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel is compleet, indien deze het volgende onderdeel bevat:
– het volledig ingevulde digitale formulier ‘Informatieuitvraag Individueel aangepaste hulpmiddelen 2020’ (werkblad ‘Hulpmiddelen’) met het totaalbedrag uitgaven aan individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen met als peildatum de laatste dag van een maand.
5. De opgave bedoeld in het tweede lid van dit artikel is compleet indien deze ten minste het volgende onderdeel bevat:
– het totaalbedrag uitgaven individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen over het jaar 2019.
Pgb-gegevens 2020
De zorgkantoren leveren de pgb-gegevens 2020 maandelijks via Vektis aan de NZa.
Gegevens individueel aangepaste hulpmiddelen 2020
Het formulier ‘Informatieuitvraag Individueel aangepaste Wlz hulpmiddelen 2020’ is beschikbaar gesteld op de website van de NZa (www.nza.nl). Zorgkantoren/Wlz-uitvoerders dienen de in artikel 7 bedoelde informatie aan te leveren via het NZa-uitwisselportaal en dit te melden per e-mail aan info@nza.nl.
Pgb-gegevens 2019
Zorgkantoren/Wlz-uitvoerders dienen de in artikel 5 en artikel 6 vierde lid, bedoelde informatie voor 1 september 2020 via het uitwisselportaal aan de NZa aan te leveren.
1. Van een gebrekkige aanlevering is sprake indien de in artikel 4, 5, 6 en 7 bedoelde informatie onjuist, onvolledig, niet, of niet tijdig wordt aangeleverd.
2. Van een onjuiste of onvolledige aanlevering is sprake, indien de in de artikelen 4, 5, 6 en 7 bedoelde informatie weliswaar binnen de geldende indieningstermijnen is verstrekt, maar niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de eisen die hieraan in deze regeling zijn gesteld.
Bij een onjuiste of onvolledige aanlevering stelt de NZa de Wlz-uitvoerder/het zorgkantoor ten minste eenmaal in de gelegenheid alsnog binnen een nader te stellen termijn over te gaan tot aanlevering van de juiste en volledige informatie. Indien de in artikel 4, 5, 6 en 7 bedoelde informatie na herhaaldelijk verzoek onjuist of onvolledig is aangeleverd, kan de NZa gebruik maken van de haar toekomende handhavende bevoegdheden zoals genoemd in hoofdstuk 6 van de Wmg. Voor deze gevallen wordt dan een separaat en nader in te vullen handhavingstraject vastgesteld. Daarbij wordt ook bepaald in welk geval welk handhavingsinstrument (zoals aanwijzing, boete, last onder dwangsom) wordt ingezet.
3. Van een niet tijdige aanlevering is sprake wanneer na het verstrijken van de geldende indieningstermijnen alsnog een aanlevering van de in de artikelen 4, 5, 6 en 7 genoemde informatie is ontvangen. Bij de beoordeling of sprake is van een niet tijdige aanlevering, is niet relevant of de informatie onjuist, onvolledig of compleet is.
Indien de in artikel 4, 5, 6 en 7 bedoelde informatie niet of niet tijdig is ontvangen, kan de NZa gebruik maken van de haar toekomende handhavende bevoegdheden zoals genoemd in hoofdstuk 6 van de Wmg.
Indien een Wlz-uitvoerder/zorgkantoor verwacht het regionale pgb-kader 2020, exclusief de Extra Kosten Corona (EKC), te overschrijden, moet dit tijdig kenbaar worden gemaakt bij de NZa. Hierbij moet niet worden gewacht tot de maandelijkse informatieverstrekking zoals beschreven in deze regeling.
Een zorgkantoorregio mag het beschikbaar gestelde pgb- subsidieplafond, exclusief de Extra Kosten Corona (EKC), niet overschrijden. Om een overschrijding van een regionaal plafond te voorkomen kan een Wlz-uitvoerder/zorgkantoor:
– middelen overhevelen vanuit de contracteerruimte voor zorg in natura uit de eigen regio;
– andere zorgkantoren verzoeken om middelen over te hevelen vanuit het pgb- kader of contracteerruimte voor zorg in natura;
– een knelpuntenprocedure starten (zie hiervoor de Beleidsregel knelpuntenprocedure 2020). Een knelpuntenprocedure kan worden gestart als er geen mogelijkheden meer zijn om middelen over te hevelen en een pgb-overschrijding dreigt;
– bij het uitblijven van middelen een pgb-stop invoeren en indien mogelijk zorg in natura aanbieden.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Regeling monitoring beschikkingen persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen 2020, met kenmerk NR/REG-2030, ingetrokken.
Toepasselijkheid voorafgaande regeling
De Regeling monitoring beschikkingen persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen 2019, met kenmerk NR/REG-1931, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgkantoren/Wlz-uitvoerders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.
Inwerkingtreding/Bekendmaking
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg, wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2020.
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling monitoring beschikkingen persoonsgebonden budget en uitgaven individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen 2020.
Nederlandse Zorgautoriteit,
M.J. Kaljouw
voorzitter Raad van Bestuur
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling monitoring beschikkingen persoonsgebonden budget en uitgaven individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen 2020", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.