3.1. Elementen van de compensatie
[Regeling vervallen per 27-05-2020]
De compensatie bestaat uit een geldbedrag dat de Belastingdienst/Toeslagen uitbetaalt
aan de ouder. De compensatie bevat zes elementen, waarvan het zesde element in onderdeel 5 wordt behandeld:
-
1. Compensatie voor correctiebesluiten.
-
2. Compensatie voor veronderstelde immateriële schade.
-
3. Compensatie voor veronderstelde materiële schade.
-
4. Compensatie voor invorderingskosten.
-
5. Compensatie voor proceskosten.
De hoogte van de compensatie is de optelsom van de bedragen uit de verschillende elementen.
Het bedrag van de compensatie kan in bepaalde situaties worden verminderd (zie onderdeel 5).
Ad 1. Compensatie voor correctiebesluiten
De compensatie is het totaalbedrag waarmee de aanspraak van de ouder op kinderopvangtoeslag
voor de berekeningsjaren 2012, 2013 en/of 2014 is stopgezet of neerwaarts is gecorrigeerd
na onderzoek in het kader van CAF 11.
Het gaat bij dit element niet om het alsnog uitkeren van de kinderopvangtoeslag voor
deze jaren, maar om compensatie voor correctiebesluiten.
Ad 2. Compensatie voor veronderstelde immateriële schade
Deze compensatie betreft een vergoeding voor veronderstelde stress, ongemak en onzekerheid
waarmee de ouder is geconfronteerd in de (lange) tijd die is verstreken tussen het
eerste neerwaartse correctiebesluit in het kader van het CAF 11-onderzoek en het moment
waarop de aanspraak op de kinderopvangtoeslag alsnog volledig is toegekend.
De compensatie bedraagt per aanvrager € 500 voor ieder half jaar dat is verstreken
sinds het eerste neerwaartse correctiebesluit en het laatste van de hierna genoemde
tijdstippen:
-
– Het tijdstip waarop de aanspraak op de kinderopvangtoeslag voor de berekeningsjaren
2012, 2013 en/of 2014 volledig is erkend (eventueel na bezwaar, (hoger) beroep of
via een herziening).
-
– De dagtekening van de beschikking met betrekking tot de compensatie.
De bovengenoemde periode wordt naar boven afgerond op halve jaren.
De compensatie voor veronderstelde immateriële schade kan niet meer bedragen dan het
bedrag aan compensatie voor correctiebesluiten.
De vergoeding geldt per aanvrager en niet per gecorrigeerd berekeningsjaar.
Ad 3. Compensatie voor veronderstelde materiële schade
Deze compensatie betreft een vergoeding voor veronderstelde materiële schade die is
ontstaan door de werkwijze van de Belastingdienst/Toeslagen in het kader van CAF 11.
De compensatie bedraagt 25% van het bedrag van de compensatie voor correctiebesluiten.
Ad 4. Compensatie voor invorderingskosten
Deze compensatie betreft een vergoeding van de kosten met betrekking tot invorderingsactiviteiten
van de na het CAF-onderzoek teruggevorderde kinderopvangtoeslag over de berekeningsjaren
2012, 2013 en/of 2014, die de Belastingdienst/Toeslagen aan de ouder in rekening heeft
gebracht.
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om kosten die zijn gemaakt voor aanmaningen en dwangbevelen
en de invorderingsrente die is gerekend.
Als dwanginvordering aantoonbaar heeft geleid tot gedwongen verkoop van bezittingen
van de ouder, kan de ouder een aanvraag tot aanvullende compensatie indienen bij de
Belastingdienst/Toeslagen (zie onderdeel 4).
Ad 5. Compensatie voor proceskosten
Deze compensatie betreft een vergoeding van de kosten van juridische bijstand conform
de reguliere forfaitaire bedragen, voor zover deze kosten niet eerder werden vergoed.
Deze forfaitaire proceskostenvergoeding wordt vastgesteld op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Hierbij zal een wegingsfactor van 2 (gewicht van de zaak: zeer zwaar) worden toegepast.
Daarbij wordt aangenomen dat er geen sprake is van samenhangende zaken.
Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
-
– De ouder heeft kosten gemaakt voor bijstand door een professioneel gemachtigde met
betrekking tot de kinderopvangtoeslag over de berekeningsjaren 2012, 2013 en/of 2014.
-
– Het eventueel eerder ontvangen bedrag aan proceskostenvergoeding wordt in mindering
gebracht op de forfaitaire proceskostenvergoeding.