Tijdelijke subsidieregeling drinkwater BES en rioolwaterzuiveringsinstallatie Bonaire 2018 tot en met 2022

[Regeling vervalt per 01-01-2028.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 07-03-2018 t/m 31-12-2018

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 5 maart 2018, nr. IENW/BSK-2018/43439, houdende regels inzake het verstrekken van subsidie voor het transport van drinkwater of ander water op Bonaire, Sint Eustatius en Saba en voor de exploitatie van de RWZI op Bonaire over de kalenderjaren 2018 tot en met 2022 (Tijdelijke subsidieregeling drinkwater BES en rioolwaterzuiveringsinstallatie Bonaire 2018–2022)

Artikel 1. (begripsomschrijvingen)

In deze regeling en daarop gebaseerde besluiten wordt verstaan onder:

  • eilandsbestuur: eilandsbestuur als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet openbare lichamen BES;

  • minister: minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • RWZI: rioolwaterzuiveringsinstallatie te Bonaire, beheerd door Water- en Energiebedrijf Bonaire NV;

  • subsidieontvanger: eilandsbestuur van Saba, Sint Eustatius Utility Company N.V. (STUCO) of Water- en Energiebedrijf Bonaire N.V.

Artikel 2. (subsidieverlening)

  • 1 Aan de subsidieontvanger kan op aanvraag over een of meer van de kalenderjaren 2018 tot en met 2022 subsidie worden verleend met als doel het dekken van een deel van de kosten over de genoemde kalenderjaren die worden verdisconteerd in het vaste gebruikstarief en het wegtransporttarief voor drinkwater, teneinde deze tarieven die in rekening worden gebracht bij afnemers, te verminderen.

  • 2 Aan het Water- en Energiebedrijf Bonaire NV kan op aanvraag over een of meer van de kalenderjaren 2018 tot en met 2022 subsidie worden verleend met als doel het dekken van de exploitatietekorten van de RWZI over de genoemde kalenderjaren.

Artikel 3. (subsidiebedragen)

De subsidie, bedoeld in artikel 2, bedraagt ten hoogste het bedrag volgens de onderstaande tabel, inclusief eventueel verschuldigde BTW:

Budget subsidie drink- en afvalwater Caribisch NL (bedragen x € 1.000

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

2022

2023

c. Subsidie op drinkwater Saba

93

93

93

93

93

93

d. Subsidie op drinkwater Bonaire

925

925

925

925

925

925

e. Subsidie op drinkwater Sint Eustatius

193

193

193

193

193

193

f. Subsidie op afvalwater Bonaire

1.200

1.000

1.000

1.000

1.000

1.000

g. Extra subsidie op drinkwater Bonaire

2.400

2.400

h. Extra subsidie op drinkwater Sint Eustatius

212

212

i. Extra subsidie op drinkwater Bonaire (doorgeschoven uit 2017)

1.200

j. Extra subsidie op drinkwater Sint Eustatius (doorgeschoven uit 2017)

212

Totaal

6.435

4.823

2.211

2.211

2.211

2.211

Artikel 4. (aanvraag)

  • 1 De aanvraag om subsidie kan op een of meer van de genoemde kalenderjaren betrekking hebben. Voor zover betrekking hebbend op een lopend kalenderjaar wordt deze zo spoedig mogelijk doch uiterlijk voor 1 september van dat jaar ingediend. Deze termijn kan door de minister worden verlengd tot een daarbij te bepalen datum.

  • 2 De aanvraag bevat de volgende gegevens en bescheiden:

    • a. een projectplan of plan van aanpak met betrekking tot de wijze waarop de subsidie over het jaar of de jaren waarvoor deze wordt aangevraagd bijdraagt aan het doel van de subsidieverlening, bedoeld in artikel 2, met een beschrijving van de prestaties die met de subsidie worden bekostigd;

    • b. het benodigde subsidiebedrag in euro’s met een gespecificeerde begroting over het desbetreffende jaar of de desbetreffende jaren die een goed inzicht geeft in de kosten van de te subsidiëren activiteit en het effect van de subsidie erop, waaronder een liquiditeitsoverzicht waaruit de benodigde subsidie blijkt;

    • c. indien voorschotten worden gevraagd, een weergave van de liquiditeitsbehoefte gedurende het desbetreffende jaar of de desbetreffende jaren; dit kan het liquiditeitsoverzicht, bedoeld onder b, zijn;

    • d. de gegevens van de aanvrager, waaronder het bankrekeningnummer en een bewijs dat deze op naam van de aanvrager staat.

Artikel 5. (verplichtingen subsidieontvanger)

  • 1 De voor enig jaar te subsidiëren activiteiten moeten uiterlijk 31 december van dat jaar zijn verricht.

  • 2 De subsidieontvanger is verplicht onverwijld een schriftelijke melding aan de minister te doen zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel vóór de in het eerste lid genoemde datum zullen worden verricht of dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen uiterlijk op de in het eerste lid genoemde datum zal worden voldaan.

  • 3 De subsidieontvanger voert een administratie die zodanig is ingericht dat daaruit door de minister op elk moment op eenvoudige en duidelijke wijze de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten kunnen worden afgeleid. De subsidieontvanger verleent hiertoe aan de minister of door haar aangewezen personen toegang tot door subsidieontvanger gebruikte plaatsen en medewerking aan de gegevensverstrekking.

  • 4 De administratie en de daarbij behorende stukken worden gedurende ten minste vijf jaren na het desbetreffende kalenderjaar bewaard.

  • 5 Indien door een ander bestuursorgaan voor dezelfde activiteiten subsidie wordt verstrekt, doet de subsidieontvanger daarvan onverwijld mededeling aan de minister.

  • 6 De subsidieontvanger verleent op verzoek van de minister alle medewerking aan een door de minister ingesteld evaluatieonderzoek, bedoeld om te beoordelen in welke mate de subsidieontvanger bij het uitoefenen van de gesubsidieerde activiteiten een bijdrage heeft geleverd aan het doel van de subsidie, bedoeld in artikel 2.

Artikel 6. (intrekken of wijzigen van de subsidieverstrekking)

De minister kan een beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling intrekken of wijzigen indien:

  • a. de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

  • b. de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidieverlening of subsidievaststelling verbonden verplichtingen;

  • c. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening of subsidievaststelling zou hebben geleid, of

  • d. de subsidieverlening of subsidievaststelling anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

Artikel 7. (subsidievaststelling)

  • 1 De subsidieontvanger dient uiterlijk 1 mei na het laatste kalenderjaar van het tijdvak waarvoor subsidie is aangevraagd bij de minister een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2 De subsidieontvanger toont bij de aanvraag tot subsidievaststelling door middel van een financiële verantwoording aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3 Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de subsidieontvanger een financieel verslag over waarin rekening en verantwoording wordt afgelegd over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten. Dit verslag gaat vergezeld van een goedkeurende verklaring van een registeraccountant, accountant-administratieconsulent of andere onafhankelijke accountant volgens het bij de beschikking tot subsidieverlening gevoegde controleprotocol van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waarin wordt verklaard dat de subsidie rechtmatig is besteed aan de activiteiten en dat de subsidieverplichtingen zijn nageleefd.

  • 4 Binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling, stelt de minister de subsidie vast.

  • 5 De subsidie kan lager worden vastgesteld dan het subsidiebedrag als:

    • a. de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b. de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid; of

    • d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

Artikel 8. (betaling)

Het subsidiebedrag wordt binnen zes weken na de bekendmaking van de subsidievaststelling betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Artikel 9. (voorschotten)

Aan de subsidieontvanger kunnen voorschotten worden verleend van ten hoogste 100 procent van de in artikel 3 genoemde subsidiebedragen.

Artikel 10. (onverschuldigde betaling)

Indien na de intrekking, wijziging of vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 6 of 7 sprake is van onverschuldigd betaalde subsidiebedragen worden deze door de minister teruggevorderd.

Artikel 11. (inwerkingtreding)

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2018.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de krachtens deze regeling verstrekte subsidies.

Artikel 12. (citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke subsidieregeling drinkwater BES en rioolwaterzuiveringsinstallatie Bonaire 2018 tot en met 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven