Besluit vaststelling bedragen per eenheid uitkering gemeentefonds uitkeringsjaar 2015

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-03-2019.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 01-03-2017 t/m heden

Besluit tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de uitkering uit het gemeentefonds over het uitkeringsjaar 2015

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
namens deze,

T. Livius

Directeur Bestuur en Financiën

Bijlage 1

De bedragen per eenheid, bedoeld in artikel 9 van de Financiële-verhoudingswet, over het uitkeringsjaar 2015.

Nr.

Maatstaven

Bedragen in €

1

OZB woningen eigenaren

–0,1135%

1a

OZB niet-woningen eigenaren

–0,1504%

1b

OZB niet-woningen gebruikers

–0,1213%

2

Inwoners

141,92

2a

Krimp

397,63

3

Eénouderhuishoudens

208,30

4

Jongeren

242,58

4a

Extra groei jongeren

256,36

5

Ouderen

81,72

5a

Inwoners ouderen 75 tot 85 jaar

26,99

6a

Inwoners waddengemeenten t/m 2500

188,85

6b

Inwoners waddengemeenten van 2501 t/m 7500

147,30

6c

Inwoners waddengemeenten vanaf 7501

33,22

7

Huishoudens met een laag inkomen

96,71

7a

Huishoudens met een laag inkomen met drempel

332,25

7b

Huishoudens

90,84

8

Bijstand

1.697,05

9

Schaalnadeel uitvoering regelgeving SZW

112.454,68

10

Schaalvoordeel uitvoering regelgeving SZW

3.715,49

11

Uitkeringsontvangers

98,60

12

Minderheden

320,40

12a

Minderheden met drempel

325,71

13

Klantenpotentieel lokaal

39,60

14

Klantenpotentieel regionaal

15,68

15

Leerlingen Voortgezet Onderwijs

362,50

15a

Leerling Speciale school voor basisonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

230,78

15b

Extra groei leerlingen Voortgezet Onderwijs

220,56

15c

Achterstandsleerlingen met drempel

2.312,25

16

Land

38,34

18

Land * bodemfactor gemeente

26,11

19

Binnenwater

39,04

20

Buitenwater

23,21

21

Oppervlak bebouwing

580,90

22

Oppervlak bebouwing woonkern * bodemfactor woonkern

3.080,12

23

Oppervlak bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied

1.520,38

24

Woonruimten

55,45

25

Woonruimten * bodemfactor woonkern

51,35

27a

Historische kernen eerste groep

3.146,42

27b

Historische kernen tweede groep

6.860,91

27c

Historische kernen derde groep

14.993,87

28

Historische waterweg

15,54

29

Bewoonde oorden 1930

31,13

30

Woningen 1930 in bewoonde oorden

85,74

31

ISV, onderdeel a

18.401.314,79

31a

ISV, onderdeel b

11.293.609,47

32

Omgevingsadressendichtheid

77,29

32a

Omgevingsadressendichtheid met drempel

24,28

34

Oeverlengte * bodemfactor gemeente

11,70

35

Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor

5,81

36

Meerkernigheid

8.111,29

36a

Grote woonkernen

27.341,63

37

Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied

14.833,11

38

Bedrijven

76,03

38a

Belastingcapaciteit niet-woningen (in miljoen)

356,25

39

Vast bedrag voor iedere gemeente

280.127,82

40

Vast bedrag voor Amsterdam

111.596.216,63

41

Vast bedrag voor Rotterdam

61.397.616,10

42

Vast bedrag voor Den Haag

48.783.047,02

43

Vast bedrag voor Utrecht

33.050.294,58

44

Vast bedrag voor de Waddengemeenten

150.164,11

44a

Vast bedrag Baarle-Nassau

280.127,82

45

Herindelingsmaatstaf

1

45a

Herindelingsmaatstaf bij splitsing van een gemeente

1

Naar boven