Instellingsbesluit herinneringsmedaille «Medaille bezoek in 2013 aan het Caribisch deel van het Koninkrijk»

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 31-01-2014 t/m heden

Besluit van 13 december 2013, houdende instelling herinneringsmedaille «Medaille bezoek in 2013 aan het Caribisch deel van het Koninkrijk»

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 december 2013, nr. 2013-0000718611, Directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, Directie Arbeidszaken Publieke Sector, afdeling Politieke Ambtsdragers;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Ter gelegenheid van Ons eerste bezoek aan het Caribisch deel van het Koninkrijk na Onze inhuldiging op 30 april 2013 wordt een herinneringsmedaille ingesteld, die de naam zal dragen van «Medaille bezoek in 2013 aan het Caribisch deel van het Koninkrijk» en die op voordracht van Onze Minister die het aangaat bij koninklijk besluit wordt toegekend.

Artikel 2

  • 1 De herinneringsmedaille, bedoeld in artikel 1, is met zilver vervaardigd en cirkelrond met een middellijn van 30 millimeter. Zij vertoont aan de voorzijde naar links gewend Onze beeldenaar en aan de keerzijde een gekroond monogram houdende de letters «W» en «A», de tekst «30 april 2013», alsmede als omschrift de woorden «Willem-Alexander Koning der Nederlanden».

  • 2 De herinneringsmedaille wordt op de linkerborst gedragen aan een 27 millimeter breed Nassaublauw moiré lint, met in het midden vier verticale oranje banen, elk van 2 millimeter breed en 2 millimeter uiteen.

Artikel 3

  • 1 Het is aan hen, die met de herinneringsmedaille, bedoeld in artikel 1, begiftigd zijn, vergund, deze in verkleinde vorm aan het lint, dan wel alleen het lint te dragen.

  • 2 Het is tevens aan vrouwen, die met de herinneringsmedaille begiftigd zijn, vergund, deze aan een strik van het in artikel 2, tweede lid, omschreven lint op de linkerschouder te dragen.

Artikel 4

Aan de begiftigde wordt een oorkonde uitgereikt, waaruit de toekenning van het herinneringsmedaille, bedoeld in artikel 1, blijkt.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst en waarvan een afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

Wassenaar, 13 december 2013

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de dertigste januari 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven