Inkomstenbelasting, eigenwoningregeling, bijleenregeling, kosten van verwerving en vervreemding van de woning bij verkoop onder voorwaarden

[Regeling vervallen per 02-03-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 12-05-2024.
Geldend van 20-01-2005 t/m 01-03-2007

Inkomstenbelasting, eigenwoningregeling, bijleenregeling, kosten van verwerving en vervreemding van de woning bij verkoop onder voorwaarden

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Aan mij is een vraag gesteld over de kosten van verwerving en vervreemding van de woning bij verkoop onder voorwaarden voor de bijleenregeling. De vraag en het antwoord zijn hierna opgenomen.

Vraag

[Regeling vervallen per 02-03-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

In het kader van de bevordering van het eigenwoningbezit worden door woningbouwcorporaties woningen onder voorwaarden verkocht. Hierbij komt het voor dat de woningcorporaties een belang bij de waardeontwikkeling toekomt. De prijs die de koper-bewoner bij aankoop betaalt of bij verkoop ontvangt, zal door deze verkoopregulerende bedingen afwijken van de waarde in het economische verkeer die zou gelden bij een verkoop zonder de voorwaarden.

Wordt voor de bijleenregeling bij verkoop onder voorwaarden uitgegaan van de tegenprestatie die de koper-bewoner betaalt of ontvangt?

Antwoord

[Regeling vervallen per 02-03-2007 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2004]

Ja, voor de bijleenregeling wordt bij verkoop onder voorwaarden uitgegaan van de tegenprestatie die de koper-bewoner betaalt of ontvangt. De voorwaarden waaronder door de woningcorporatie wordt verkocht, leiden tot een aan- en verkoopprijs die ook voor de bijleenregeling geldt. Bij koop en (terug)verkoop is, gelet op de voorwaarden, in beginsel sprake van een onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst als bedoeld in artikel 3.119a, zevende lid, van de Wet IB 2001.

Voor de duidelijkheid merk ik op dat voor de beoordeling voor de eigenwoningregeling een ander uitgangspunt geldt. De eigenwoningregeling geldt als onder meer de waardeverandering van de woning de koper-bewoner grotendeels aangaat (artikel 3.111, eerste lid, onderdeel a, van de Wet IB 2001). Voor de definitie van het eigenwoningbegrip wordt uitgegaan van de waarde van de woning in onbewoonde staat, zonder rekening te houden met de eventuele voorwaarden (onderdeel 4.1.1.1 van het besluit van 9 november 2001, nr. CPP2001/2136M).

Naar boven