Toepassing artikel 31 van de Wet op de omzetbelasting 1968

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006.]
Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 10-12-2001 t/m 28-08-2006

Toepassing artikel 31 van de Wet op de omzetbelasting 1968

De plv. Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.

Vragen

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006]

Gemeente A is eigenaar van een zwembad, dat door middel van een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten A, B en C wordt geëxploiteerd. De gemeenten willen het zwembad privatiseren. Met de eigenaar van het nabij gelegen recreatiepark X worden onderhandelingen gevoerd over de inpassing van het zwembad in X. Als tussenstap wordt de exploitatie van het zwembad overgedragen aan de eigenaar van X; in de desbetreffende exploitatieovereenkomst zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot onder meer de openstelling, tarieven, verzekeringen, telefoonkosten en aansprakelijkheid. Voor een deel is het badpersoneel in dienst van de gemeente. X ontvangt als bijdrage in de lasten van de exploitatie een bepaald bedrag van gemeente A. Na enkele jaren wordt een koopovereenkomst gesloten tussen gemeente A en X, het zwembad wordt daarbij voor het bedrag van één gulden verkocht. Later vindt de juridische levering plaats. In verband met de overdracht wordt door gemeente A aan X een aanzienlijke investeringsbijdrage betaald.

  • 1. Is artikel 31 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet) van toepassing op het sluiten van de exploitatieovereenkomst?

  • 2. Is artikel 31 van de Wet van toepassing op de eigendomsoverdracht?

Antwoord

[Regeling vervallen per 09-09-2006 met terugwerkende kracht tot en met 29-08-2006]

  • 1. In casu heeft de exploitatieovereenkomst niet tot gevolg dat goederen worden geleverd. In ruil voor de ontvangst van de exploitatiebijdrage moet X de kosten van de exploitatie dragen, maar mag de opbrengsten van de exploitatie behouden. X heeft derhalve het risico van de exploitatie. De bijdrage van de gemeente dient in dat verband te worden aangemerkt als een vergoeding voor de dienst die X aan de gemeente verricht (het op zich nemen van de exploitatie), welke dienst niet kan worden gerangschikt onder artikel 31 van de Wet. Dit betekent dat de door gemeente A aan X verstrekte bijdrage in de lasten van de exploitatie van het zwembad in de BTW-heffing dient te worden betrokken.

  • 2. Op de feitelijke overdracht van het zwembad ingevolge de koopovereenkomst is artikel 31 van de Wet wél van toepassing. Dit betekent dat de door gemeente A aan X verstrekte investeringsbijdrage niet in de BTW-heffing behoeft te worden betrokken.

Naar boven