Regeling inwisseling guldenmunten

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 28-01-2002 t/m heden

Vaststelling van regels betreffende de buitenomloopstelling en inwisseling van de op grond van de Muntwet 1948 en de Muntwet 1987 uitgegeven munten met de hoedanigheid van wettig betaalmiddel

De Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op artikel 9, derde lid, van de Muntwet 2002,

Besluit:

Artikel 1

Met ingang van de dag waarop de Muntwet 1987 wordt ingetrokken, worden de munten met de hoedanigheid van wettig betaalmiddel die zijn uitgegeven op grond van de Muntwet 1948 en de Muntwet 1987, voorzover de bedoelde munten op 27 januari 2002 de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hadden, buiten omloop gesteld.

Artikel 2

  • 2 Vanaf 28 januari 2002 tot 1 april 2002 kunnen de in het eerste lid bedoelde munten kosteloos bij de eigen financiële instelling worden ingewisseld.

  • 3 Vanaf 1 april 2002 tot 1 januari 2003 kunnen de in het eerste lid bedoelde munten, tegen betaling van eventuele verwisselkosten, bij de eigen financiële instelling worden ingewisseld.

Artikel 3

  • 1 Vanaf 1 januari 2003 tot 1 januari 2007 kunnen particulieren en andere naar het oordeel van De Nederlandsche Bank NV hiermee gelijk te stellen personen of bedrijven de op grond van artikel 1 buiten omloop gestelde munten uitsluitend ter inwisseling aanbieden bij de kantoren van De Nederlandsche Bank N.V. op de tijden dat die kantoren voor het publiek zijn opengesteld.

  • 2 De inwisseling zal plaatsvinden nadat bij onderzoek is gebleken dat aan de aanvraag tot inwisseling redelijkerwijs gevolg behoort te worden gegeven.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

W.J. Bos

Naar boven