Toepassing van het verlaagde BTW-tarief op het verlenen van toegang tot podiumkunsten [...] 14, onderdeel d, bij de Wet op de omzetbelasting 1968)

[Regeling vervallen per 11-10-2007 met terugwerkende kracht tot en met 27-09-2007.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 15-05-2001 t/m 26-09-2007

Toepassing van het verlaagde BTW-tarief op het verlenen van toegang tot podiumkunsten (Tabel I, post b 14, onderdeel d, bij de Wet op de omzetbelasting 1968)

De Directeur-Generaal Belastingdienst deelt namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende mede.

Op grond van post b 14, onderdeel d, van Tabel I bij de Wet op de omzetbelasting 1968 (de Wet) is het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen, daaronder begrepen opera’s, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets, alsmede lezingen, belast naar het verlaagde BTW-tarief.

Voor de toepassing van deze tabelpost ten aanzien van muziek- en toneeluitvoeringen op (basis)scholen geldt het navolgende.

Op grond van de tekst van de tabelpost is het verlaagde BTW-tarief alleen van toepassing als daadwerkelijk sprake is van het tegen vergoeding verlenen van toegang. Toegespitst op het verzorgen van muziek- of toneeluitvoeringen op (basis)scholen betekent dit dat het verlaagde BTW-tarief doorgaans niet van toepassing is. Onder normale omstandigheden is het immers de school die een muziek- of toneelgezelschap in het kader van haar onderwijsprogramma, al dan niet door tussenkomst van een impresario of dergelijke ondernemer, tegen een vooraf overeengekomen vergoeding contracteert. De toegang tot de uitvoering voor de leerlingen is kosteloos.

Voor de aan de school verrichte prestatie is omzetbelasting verschuldigd naar het algemene tarief. Dit is niet anders indien de leerlingen weliswaar entreegeld betalen, doch de kosten feitelijk voor rekening van de school komen.

In dit verband wordt nog opgemerkt dat tijdens een mondeling overleg met de vaste Commissies voor Financiën en Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op 9 november 2000 is toegezegd, dat zal worden bezien of in het kader van het Belastingplan 2002 iets kan worden gedaan voor uitvoerende kunstenaars als het gaat om optredens op scholen, in ziekenhuizen en buurthuizen. Thans is echter nog bovenstaande interpretatie van tabelpost b 14, onderdeel d, van kracht.

Naar boven