Wet van 9 december 1999 tot wijziging van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken en
van enige andere wetten in verband met de rijksrivieren
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut, doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het vanwege de ontwikkelingen in het beheer
van de grote rivieren gewenst is de ingevolge de Rivierenwet geldende regels zowel
aan te passen als te vereenvoudigen, deels in het kader van integratie met de algemene
bepalingen van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, deels door aanvullende voorzieningen in de onteigeningswet en enige andere wetten ;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: