Subsidieregeling stad & milieu

[Regeling vervallen per 23-12-2004.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 22-12-2004

Subsidieregeling stad & milieu

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

b. experimenteergebied:

gebied als bedoeld in artikel 2 van de Experimentenwet Stad & Milieu.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

De minister kan aan een aanvrager subsidie verstrekken voor activiteiten met betrekking tot een experimenteergebied die:

  • a. met het oog op het bereiken van een zuinig en doelmatig ruimtegebruik en een optimale leefkwaliteit in het stedelijk gebied zijn gericht op een voortvarende en integrale uitvoering van een experiment;

  • b. verband houden met planontwikkeling en -vorming, communicatie, externe ondersteuning, nader onderzoek of monitoring, en

  • c. resulteren in een verbetering van de kwaliteit van een experiment, een versnelling van de ontwikkeling van een experiment of een eindresultaat dat tevens toepasbaar kan zijn voor één of meerdere andere experimenteergebieden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Een aanvraag om subsidie kan worden ingediend door een gemeente waartoe een experimenteergebied behoort.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

  • 1 Als subsidiabele kosten komen in aanmerking alle werkelijk gemaakte kosten welke verband houden met de uitvoering van de activiteit, alsmede, voorzover van toepassing, de kosten die verbonden zijn aan het indienen van de gegevens, bedoeld in de artikelen 13 en 14, van het Besluit milieusubsidies, met uitzondering van de kosten:

    • a. van het apparaat van een gemeente;

    • b. van de verwerving van kapitaalgoederen;

    • c. die gemaakt zijn vóór de indiening van de aanvraag tot subsidieverlening;

    • d. van de vergoeding van schade ter uitvoering van de artikelen 15.20 en 15.21 van de Wet milieubeheer, en

    • e. die in een ander kader voor subsidie in aanmerking zijn gekomen of zouden kunnen komen.

  • 2 Het maximale subsidiebedrag bedraagt 50% van de subsidiabele kosten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Bij de subsidieverlening wordt beslist in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld voor die beslissing als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Het subsidieplafond bedraagt voor:

  • a. de jaren 1999 tot en met 2001 per jaar: € 226 890,11;

  • b. het jaar 2002: € 136 134,06, en

  • c. het jaar 2003: € 90 756,04.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Aanvragen kunnen jaarlijks tot 15 september worden ingediend bij het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, met gebruikmaking van een aldaar verkrijgbaar formulier.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 23-12-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling stad & milieu.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 29 april 1999

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.P. Pronk

Naar boven