Mandaatbesluit directeur Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004.]
Geraadpleegd op 06-05-2024.
Geldend van 25-01-1996 t/m 25-04-2004

Mandaatbesluit directeur Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

  • 1 Aan Drs. H.J. Tankink, Directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, wordt mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

    • a. de ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 68 van de Veewet, voor zover het betreft de uitvoer van vlees van kalveren die op een leeftijd van meer dan 42 dagen zijn ingevoerd;

    • b. de ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 69 van de Veewet, voor zover het betreft de wederuitvoer van uit derde landen ingevoerde vleesprodukten;

    • c. de ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 1a van de Regeling in- en doorvoer vlees 1979;

    • d. de ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling in- en doorvoer van pluimveeprodukten 1993;

    • e. de ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 2.1, eerste en tweede lid, van de Regeling keuring en handel dierlijke produkten, ter zake van de uitvoer van gehakt van pluimvee bestemd voor lid-staten van de Europese Unie en de invoer van vleesbereidingen van pluimveevlees uit derde landen;

    • f. de ontheffing ter zake van het ritueel slachten van pluimvee;

    • g. het verlenen, opschorten en intrekken van erkenningen van slachthuizen, uitsnijderijen, koel- en vrieshuizen werkplaatsen en vrij-wildverwerkingsinrichtingen;

    • h. de toestemming voor het laten vervaardigen en in voorraad hebben van merken en het voorhanden hebben van stempels en werktuigen daarvoor;

    • i. het registreren en doorhalen dan wel niet-erkennen van registraties van handelaren;

    • j. het registreren en doorhalen dan wel niet-erkennen van registraties van inrichtingen als bedoeld in hoofdstuk 11 van de Regeling keuring en handel dierlijke produkten;

    • k. het vaststellen van een model voor een aanvraagformulier als bedoeld in artikel 2.60 van de Regeling keuring en handel dierlijke produkten;

    • l. het verlenen en intrekken van erkenningen van verzamelcentra, inrichtingen, instellingen, instituten, centra, spermacentra, wincentra, of -stations, embryoteams, runderembryo(productie) -teams en lokalen voor de opslag van runderembryo’s als bedoeld in de Regeling handel levende dieren en produkten;

    • m. het verlenen, schorsen of intrekken van erkenningen verleend aan vervoersondernemingen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het Besluit dierenvervoer 1994;

    • n. het toelaten en intrekken van de toelating van slachthuizen als bedoeld in artikel 2.64 van de Regeling handel levende dieren en levende produkten;

    • o. de ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 2.1, eerste en tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en produkten en in artikel 77, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, voor het zonder handelsoogmerk buiten en in Nederland brengen van gezelschapsdieren die worden begeleid door een natuurlijke persoon die voor de dieren verantwoordelijk is;

    • p. de ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 2.1, eerste en tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en levende produkten en in artikel 77, eerste lid van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, in verband met het grensbeweiden van vee in België en Duitsland;

    • q. de ontheffing van het verbod op de in- en uitvoer van ziekteverwekkers, bedoeld in artikel 2.1. van de Regeling keuring en handel dierlijke produkten, en van het verbod op de invoer van entstoffen, bedoeld in artikel 2.1. van de Regeling handel levende dieren en levende produkten;

    • r. de ontheffing van het verbod, bedoeld in artikel 4a, tweede lid, van de Destructiewet voor zover het betreft de invoer van hoog-risicomateriaal bestemd voor wetenschappelijk onderzoek;

    • s. de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van zijn directie betreffende voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk of namens deze door de secretaris-generaal dient te worden ondertekend.

  • 2 De ondertekening, bedoeld in het eerste lid, luidt:

    ’DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

    voor deze:

    DE DIRECTEUR VAN DE RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

  • 1 Bij verhindering van de directeur wordt aan drs. J. van den Berg en ir. M.A. de Vries, plaatsvervangend onderscheidenlijk adjunct-directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, mandaat verleend om namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te beslissen betreffende de in artikel 1 genoemde aangelegenheden en de daarop betrekking hebbende stukken te ondertekenen.

  • 2 De ondertekening, bedoeld in het eerste lid, luidt:

    ’DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

    voor deze:

    DE PLV. DIRECTEUR VAN DE RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’.

    respectievelijk:

    De ondertekening, bedoeld in het eerste lid, luidt:

    ’DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,

    voor deze:

    DE ADJ. DIRECTEUR VAN DE RIJKSDIENST VOOR DE KEURING VAN VEE EN VLEES,’.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

De bestaande machtigingen van de Directeur van de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees vervallen, met uitzondering van de machtigingen, neergelegd in het besluit van 28 oktober 1991, no. P 9112140.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 11-06-2004 met terugwerkende kracht tot en met 26-04-2004]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 januari 1997

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
voor deze:
De

secretaris-generaal

,

T.H.J. Joustra

Naar boven