Besluit van 20 februari 1995, houdende regels voor de beoordeling en beperking van
de risico's van bestaande stoffen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
van 12 januari 1994, nr. MJZ12194015, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling
Wetgeving, gedaan mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 23 maart 1993 inzake de beoordeling
en de beperking van de risico's van bestaande stoffen (PbEG L 84) en op de artikelen 20, 21 en 23, tweede lid, van de Wet milieugevaarlijke stoffen;
Gezien het advies van de Commissie Arbeidsomstandigheden van de Sociaal-Economische
Raad (advies van 13 oktober 1993, nr. 93.20582 JB/av);
De Raad van State gehoord (advies van 19 oktober 1994, nr. W08.94.0078);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer van 9 februari 1995, nr. MJZ 09295023, Centrale Directie Juridische
Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid;
Hebben goedgevonden en verstaan: