Regeling vervoer niet volledig gekoeld varkensvlees

[Regeling vervallen per 01-01-2006.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 26-02-1994 t/m 31-12-2005

Regeling vervoer niet volledig gekoeld varkensvlees

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

Gelet op Bijlage I, hoofdstuk XIV, punt 68 van het Besluit produktie en handel vers vlees;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Hele karkassen, halve karkassen, halve karkassen die in ten hoogste drie stukken zijn verdeeld mogen, voorzover het varkensvlees betreft, met een inwendige temperatuur van meer dan + 7°C van een aangewezen slachthuis of daaraan verbonden uitsnijderij naar een aangewezen inrichting worden vervoerd.

Aan deze afwijking worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • Vervoermiddel

    • a. Het vervoermiddel dient een ‘K-waarde’ (warmte doorgangscoëfficiënt) te hebben van ten hoogste 0.70 W/m³. K..

    • b1. Het vervoermiddel dient over een koelcapaciteit te beschikken van ten minste 225 W/m³ laadruimte, en een circulatiecapaciteit van 120 m³/m³ laadruimte/uur, indien 50% van de af te voeren warmte is afgevoerd;

    • b2. Dan wel van ten minste 135 W/m³ laadruimte en een circulatiecapaciteit van 72 m³/m³ laadruimte/uur, indien reeds 70% van de af te voeren warmte is afgevoerd;

      De koelcapaciteiten worden gemeten bij de volgende temperaturen:

      • -

        inwendige temperatuur (laadruimte) 0°C;

      • -

        uitwendige temperatuur +25°C;

      • -

        dauwpunt-temperatuur +20°C.

    • c. Het vervoermiddel dient over een deugdelijk meet- en registratiesysteem van de temperatuur van de ingeblazen lucht te beschikken.

    • d1. Indien de koelcapaciteit zodanig is dat vlees mag worden vervoerd waarvan 50% van de af te voeren warmte is afgevoerd, dient ten bewijze daarvan het vervoermiddel het volgende kenmerk te dragen:

      twee donkerblauwe zespuntige sterren, welke 6 cm groot zijn, en aangebracht zijn op een witte achtergrond en in de nabijheid van de aanduiding ‘vleesvervoer’. In het vervoermiddel dient een bewijsstuk aanwezig te zijn, waaruit blijkt dat het vervoermiddel goedgekeurd is door de Rijksdienst voor het Wegverkeer, voor het vervoer van dit vlees;

    • d2. Indien de koelcapaciteit zodanig is dat vlees mag worden vervoerd waarvan 70% van de af te voeren warmte is afgevoerd, dient ten bewijze daarvan het vervoermiddel het volgende kenmerk te dragen:

      één donkerblauwe zespuntige ster, welke 6 cm groot is, en aangebracht op een witte achtergrond en in de nabijheid van de aanduiding ‘vleesvervoer’. In het vervoermiddel dient een bewijsstuk aanwezig te zijn, waaruit blijkt dat het vervoermiddel goedgekeurd is door de Rijksdienst voor het Wegverkeer voor het vervoer van dit vlees.

    • e. Direct na het inladen dan wel, indien de termijn waarbinnen het inladen diende te geschieden, is verstreken, dienen de deuren van de laadruimte van de wagen te worden gesloten.

    • f. Na het sluiten van de deuren van de laadruimte dient de koelinstallatie en de ventilator voor de luchtcirculatie in bedrijf te worden gesteld en tijdens het vervoer in bedrijf te worden gehouden.

    • g. Binnen één uur na het sluiten van de deuren van de laadruimte, dient de temperatuur van de ingeblazen lucht ten hoogste +5°C te bedragen.

    • h. Binnen één uur na het sluiten van de deuren van de laadruimte, dient met het vervoer een aanvang te worden genomen en zonder bij- of uitladen te geschieden naar een in de aanhef van dit artikel bedoelde inrichting.

  • Laden en lossen

    • a. Het laden en lossen van het vlees dient plaats te vinden vanuit een geconditioneerde ruimte, waar een omgevingstemperatuur heerst van ten hoogste +5°C.

    • b. In afwijking van het onder a, bepaalde mag het laden en lossen plaatsvinden vanuit een geconditioneerde ruimte, waar een omgevingstemperatuur heerst van hoger dan +5°C, doch niet hoger dan +12°C, mits het laden of lossen binnen één uur is voltooid.

    • c. Geen vlees mag worden geladen, als niet ten minste 50% respectievelijk 70% van de af te voeren warmte is afgevoerd ten bewijze waarvan de vleeskeuringsdienst, welke werkzaam is op het slachthuis waar het vlees wordt ingeladen, een geleidebiljet verstrekt.

    • d. Indien een wagen één zespuntige ster, als bedoeld onder A, sub b, draagt mag alleen vlees worden ingeladen, waarvan ten minste 70% van de af te voeren warmte is afgevoerd.

    • e. De gegevens omtrent de registratie van de temperatuur van de ingeblazen lucht, dienen ter inzage te zijn van de personen belast met het toezicht op de naleving van de Vleeskeuringswet.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2006]

Deze regeling wordt aangehaald als:

Regeling vervoer niet volledig gekoeld varkensvlees.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

Hans J. Simons

Naar boven