Regeling navordering van heffingen van minerale oliën 1990-II

Geraadpleegd op 09-05-2024.
Geldend van 01-02-1990 t/m heden

Regeling navordering van heffingen op minerale oliën 1990-II

De staatssecretaris van Financiën,

Gelet op de artikelen I, II en III van de Tarievenwet brandstofheffingen milieu 1990 (Stb. 1990, 45) alsmede op artikel 33b, zesde lid, van de Wet op de accijns van minerale oliën (Stb. 1964, 207), artikel 61c, derde lid, van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Stb. 1988, 133) en artikel 5 van de Wet tijdelijke toeslag op de accijns van gelode lichte olie (Stb. 1989, 187);

Besluit:

Artikel 1

De navordering van de tijdelijke toeslag op de accijns van gelode lichte olie ter zake van de verhoging van die toeslag met ingang van 1 februari 1990 en de navordering van de ingevolge de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne ingestelde heffingen op aan accijns van minerale oliën onderworpen minerale oliën ter zake van de verhoging van de tarieven met ingang van 1 februari 1990 blijven achterwege indien het na te vorderen bedrag voor toeslag en heffingen gezamenlijk niet meer bedraagt dan f 300.

Artikel 2

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 februari 1990.

  • 2 Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling navordering van heffingen van minerale oliën 1990-II.

's-Gravenhage, 26 januari 1990

De

staatssecretaris

van Financiën,
Namens deze:
De

Directeur-Generaal voor Fiscale Zaken,

A. Schoemaker

Naar boven