Vaststelling interest op verontreinigingsheffing rijkswateren

[Regeling vervallen per 22-12-2009.]
Geraadpleegd op 12-05-2024.
Geldend van 01-04-1976 t/m 21-12-2009

Vaststelling interest op verontreinigingsheffing rijkswateren

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 20 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (1969, Stb. 536), juncto artikel 19 van het Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren (1970, Stb. 536) en artikel 17, tweede lid, van de Wet van 22 mei 1845 (Stb. 22),

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

  • 1 De interest, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Wet van 22 mei 1845 (Stb. 22), is gelijk aan de wettelijke rente, vastgesteld in het Koninklijk besluit van 18 januari 1971 (Stb. 27) – laatstelijk gewijzigd bij het Koninklijk besluit van 19 maart 1976 (Stb. 139) –. De interest die loopt op het tijdstip van inwerkingtreding van een nieuwe bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde rentevoet, wordt met ingang van dat tijdstip volgens de nieuwe rentevoet berekend.

  • 2 Interest wordt berekend vanaf de laatste vervaldag tot aan het tijdstip van betaling. Een maand wordt hierbij op 30 dagen gesteld en een jaar op 360 dagen.

  • 3 Als tijdstip van betaling wordt bij betaling per giro de datum van afrekening van de girodienst aangemerkt.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

  • 1 Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 april 1976.

  • 2 Zij vindt wat het rentepercentage betreft geen toepassing voor zover interest loopt tot dat tijdstip.

's-Gravenhage, 14 mei 1976

De

Minister

voornoemd,

T. Westerterp

Naar boven