De Europese Unie, hierna „de Unie” genoemd,
en
het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Republiek Kroatië,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
lidstaten van de Europese Unie, hierna „de lidstaten” genoemd,
enerzijds, en
Nieuw-Zeeland,
anderzijds,
hierna „de partijen” genoemd,
Overwegende hun gedeelde waarden en hun nauwe historische, politieke, economische
en culturele banden,
Verheugd over de vooruitgang die is gemaakt bij de ontwikkeling van de onderlinge
betrekkingen tot beider voordeel sinds de goedkeuring van de gemeenschappelijke verklaring
betreffende de onderlinge betrekkingen en samenwerking tussen de Europese Unie en
Nieuw-Zeeland van 21 september 2007,
Opnieuw bevestigend dat zij zich engageren voor de doelstellingen en beginselen van
het Handvest van de Verenigde Naties (het VN-Verdrag) en het versterken van de rol van de Verenigde Naties (VN),
Opnieuw bevestigend dat zij sterk gehecht zijn aan de democratische beginselen en
de rechten van de mens, vastgelegd in de Universele Verklaring van de rechten van
de mens en andere toepasselijke internationale mensenrechteninstrumenten, alsmede
aan de beginselen van de rechtsstaat en goed bestuur,
Erkennend dat de Nieuw-Zeelandse regering bijzonder gehecht is aan de beginselen van
het Verdrag van Waitangi,
Beklemmend de alomvattende aard van hun betrekkingen en het belang van een coherent
kader ter bevordering van de ontwikkeling van deze betrekkingen,
Uitdrukking gevend aan hun gezamenlijke wil om de betrekkingen om te smeden tot een
versterkt partnerschap,
Bevestigend hun wens om de onderlinge politieke dialoog en samenwerking te intensiveren
en te ontwikkelen,
Vastbesloten de samenwerking op gebieden van wederzijds belang op bilateraal, regionaal
en mondiaal niveau en tot wederzijds voordeel te consolideren, te verdiepen en te
diversifiëren,
Erkennend dat er behoefte is aan meer samenwerking op het gebied van recht, vrijheid
en veiligheid,
Overwegende dat zij duurzame ontwikkeling in economisch, sociaal en ecologisch opzicht
wensen te bevorderen,
Voorts erkennend dat zij beiden belang hebben bij het bevorderen van wederzijds begrip
en sterke persoonlijke contacten, onder meer door toerisme, onderlinge regelingen
om jongeren de mogelijkheid te geven andere landen te bezoeken en er te werken of
studeren, en door andere korte bezoeken,
Opnieuw bevestigend dat zij vastbesloten zijn de economische groei, de mondiale economische
governance, de financiële stabiliteit en een doelmatig multilateralisme te bevorderen,
Opnieuw bevestigend dat zij vastbesloten zijn samen te werken ter bevordering van
internationale vrede en veiligheid,
Voortbouwend op de overeenkomsten tussen de EU en Nieuw-Zeeland, met name inzake crisisbeheersing,
wetenschap en technologie, luchtdiensten, conformiteitsbeoordelingsprocedures en sanitaire
maatregelen,
Wijzend op het feit dat, als de partijen in het kader van deze overeenkomst specifieke
overeenkomsten sluiten op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, die door de
Unie zouden worden gesloten krachtens titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie, de bepalingen van dergelijke toekomstige overeenkomsten niet bindend zijn voor het
Verenigd Koninkrijk en/of Ierland, tenzij de Europese Unie, samen met het Verenigd
Koninkrijk en/of Ierland wat betreft hun respectieve bilaterale betrekkingen, Nieuw-Zeeland
ervan in kennis heeft gesteld dat het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland gebonden zijn
door dergelijke overeenkomsten als deel van de Unie, overeenkomstig Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten
aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht. Evenzo zijn latere interne maatregelen van de Unie die met het oog op
de uitvoering van deze overeenkomst krachtens voornoemde titel V worden genomen, niet
bindend voor het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland, tenzij deze laatsten hun wens
te kennen hebben gegeven deel te nemen aan deze maatregelen of deze te aanvaarden
overeenkomstig Protocol nr. 21. Voorts wijzende op het feit dat dergelijke toekomstige
overeenkomsten of dergelijke latere interne maatregelen van de Unie zouden komen te
vallen onder Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken dat gehecht is aan voornoemde Verdragen,