Notawisseling tussen de Nederlandse en de Italiaanse Regering betreffende het van [...] het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Italië, Rome, 04-12-1967

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 04-12-1967 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse en de Italiaanse Regering betreffende het van kracht blijven van een aantal bepalingen van het Tractaat van vriendschap, handel en scheepvaart tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Italië

Authentiek : FR

AMBASSADE ROYALE

DES PAYS-BAS

No. 9869

Note verbale

L'Ambassade Royale des Pays-Bas présente ses compliments au Ministère des Affaires Etrangères de la République Italienne et, en se référant aux consultations entre des représentants néerlandais et italiens concernant l'application du Traité d'Amitié, de Commerce et de Navigation, conclu à Turin le 24 novembre 1863 entre le Royaume des Pays-Bas et le ci-devant Royaume d'Italie, a l'honneur de porter à Sa connaissance ce qui suit:

Ayant pris note des difficultés actuelles italiennes qui entravent l'application du régime conventionnel en matière du cabotage, et tenant compte du fait que les articles V et VI du dit Traité n'ont plus de raison d'être dès la conclusion entre les deux pays des Conventions consulaires de La Haye du 3 août 1875, le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas est d'avis que toutes les dispositions du Traité, à l'exception de l'article III pour autant que cet article a trait au cabotage et des articles V et VI, se prêtent au maintien-en-vigueur, dans le cadre de leur réglementation actuelle.

Par conséquent, le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas continuera, sur la base de réciprocité, l'application des dispositions du Traité que ne sont pas exclues ci-dessus.

Etant donné que le Gouvernement italien s'est déjà déclaré disposé en principe à continuer l'application du Traité dans le sens énoncé ci-dessus, l'Ambassade serait reconnaissante au Ministère de bien vouloir lui confirmer l'attitude du Gouvernement de la République italienne dans ce sujet.

Vu l'égalité qui existe au point de vue du droit public entre les Pays-Bas, le Surinam et les Antilles Néerlandaises, le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas tient à préciser, que, en ce qui concerne le Surinam et les Antilles Néerlandaises, l'expression „colonies” utilisée dans le texte du Traité en question a perdu son sens initial et doit être interprétée comme signifiant „parties du Royaume des Pays-Bas situées en dehors de l'Europe”.

L'Ambassade Royale des Pays-Bas saisit cette occasion pour renouveler au Ministère des Affaires Etrangères les assurances de sa plus haute considération.

Rome, le 9 novembre 1967.

Ministère des Affaires Etrangères

Rome

MINISTERO DEGLI AFFARI ESTERI

141/26313

Nota Verbale

II Ministero degli Affari Esteri ha l'onore di riferirsi alla Nota Verbale dell'Ambasciata del Regno dei Paesi Bassi n° 9869 del 9 novembre e concorda che le disposizioni del Trattato di Amicizia, di Commercio e di Navigazione, concluso a Torino il 24 novembre 1863 tra il già Regno d'Italia e il Regno dei Paesi Bassi resteranno in vigore, ad eccezione di quelle contenute nell' art. III, concernenti il cabotaggio, nonché quelle di cui agli art. V e VI del Trattato stesso, che devono considerarsi abrogate.

Le disposizioni di cui agli articoli V e VI di quel Trattato infatti sono state superate dalle successive Convenzioni consolari de l'Aja del 1875.

Si concorda altresì che l'espressione „colonia” impiegata nella Convenzione consolare del 1875 va interpretata nel senso di „parti del Regno dei Paesi situati fuori d'Europa”.

Il Ministero degli Affari Esteri coglie l'occasione per rinnovare all'Ambasciata del Regno dei Paesi Bassi gli atti della sua più alta considerazione.

Roma, li 4 decembre 1967.

All'Ambasciata del Regno dei Paesi Bassi

Roma

Vertaling : NL

Nr. I

KONINKLIJKE AMBASSADE

VAN NEDERLAND

Nr. 9869

Nota-verbaal

De Koninklijke Ambassade van Nederland biedt het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Italiaanse Republiek haar complimenten aan en heeft de eer, met verwijzing naar het overleg tussen Nederlandse en Italiaanse vertegenwoordigers inzake de toepassing van het op 24 november 1863 te Turijn tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het toenmalige Koninkrijk Italië gesloten Tractaat van Vriendschap, Handel en Scheepvaart, het volgende te Harer kennis te brengen:

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden heeft kennis genomen van de huidige Italiaanse moeilijkheden welke de toepassing van het verdragsrégime ter zake van de kustvaart in de weg staan en is, rekening houdende met het feit dat de artikelen V en VI van genoemd Tractaat sedert de sluiting tussen de twee landen van de Consulaire Overeenkomsten van 's-Gravenhage van 3 augustus 1875 geen bestaansreden meer hebben, van oordeel dat alle bepalingen van het Tractaat, met uitzondering van artikel III voor zoverre dat artikel op de kustvaart betrekking heeft en van de artikelen V en VI, zich er toe lenen om in het kader van hun huidige reglementering van kracht te blijven.

Derhalve zal de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, op basis van wederkerigheid, de toepassing van die Tractaatsbepalingen voortzetten, welke hierboven niet zijn uitgesloten.

Aangezien de Italiaanse Regering zich in beginsel reeds genegen heeft verklaard, de toepassing van het Tractaat in bovenbedoelde zin voort te zetten, zou de Ambassade het op prijs stellen wanneer het Ministerie haar de houding van de Regering van de Italiaanse Republiek te dezer zake zou willen bevestigen.

Gelet op de gelijkheid welke naar het publiekrecht tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen bestaat, hecht de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden er aan te preciseren dat, wat Suriname en de Nederlandse Antillen betreft, de uitdrukking „koloniën”, gebezigd in de tekst van het onderhavige Tractaat, haar aanvankelijke zin heeft verloren en dient te worden uitgelegd als betekenende „buiten Europa gelegen delen van het Koninkrijk der Nederlanden”.

De Koninklijke Ambassade van Nederland moge van deze gelegenheid gebruik maken om de verzekering harer zeer bijzondere hoogachting jegens het Ministerie van Buitenlandse Zaken te hernieuwen.

Rome, 9 november 1967.

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Rome

Nr. II

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

141/26313

Nota-verbaal

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer te verwijzen naar de Nota-verbaal van 9 november, nr. 9869, van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden en stemt er mede in dat de bepalingen van het op 24 november 1863 te Turijn tussen het toenmalige Koninkrijk Italië en het Koninkrijk der Nederlanden gesloten Tractaat van Vriendschap, Handel en Scheepvaart van kracht blijven, met uitzondering van die vervat in artikel III welke op de kustvaart betrekking hebben en van die vervat in de artikelen V en VI van genoemd Tractaat welke moeten worden beschouwd als zijnde beëindigd.

De bepalingen vervat in de artikelen V en VI van dat Tractaat zijn inderdaad vervangen door de latere Consulaire Overeenkomsten van 's-Gravenhage van 1875.

Eveneens wordt er mede ingestemd dat de uitdrukking „koloniën” gebezigd in de Consulaire Overeenkomsten van 1875 moet worden uitgelegd in de zin van „buiten Europa gelegen delen van het Koninkrijk der Nederlanden”.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken moge van deze gelegenheid gebruik maken om de verzekering zijner zeer bijzondere hoogachting jegens de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden te hernieuwen.

Rome, 4 december 1967.

Aan de Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

Rome

Naar boven