Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Zwitserland nopens overneming van onderdanen en oud-onderdanen, 's-Gravenhage, 07-05-1910

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 03-01-1912 t/m heden

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Zwitserland nopens overneming van onderdanen en oud-onderdanen

Authentiek : FR

Sa Majesté la Reine des Pays-Bas et le Conseil Fédéral de la Confédération Suisse,

désirant régler d'un commun accord le rapatriement des citoyens ou sujets de chacun des Etats contractants expulsés du territoire de l'autre Partie, ont nommé à cet effet pour Leurs plénipotentiaires, savoir:

Sa Majesté la Reine des Pays-Bas:

Son Excellence le Jonkheer DE MAREES VAN SWINDEREN, Son Ministre des Affaires Etrangères;

Le Conseil Fédéral de la Confédération Suisse:

Monsieur CARLIN, Envoyé Extraordinaire et Ministre Plénipotentiaire de la Confédération Suisse près Sa Majesté la Reine des Pays-Bas,

lesquels, après avoir échangé leurs pleins pouvoirs, trouvés en bonne et due forme, sont convenus de ce qui suit:

Chacune des Parties contractantes s'oblige de reprendre sur son territoire, à la demande de l'autre Partie, ses ressortissants expulsés par cette Partie, soit en vertu d'une sentence judiciaire, soit pour des motifs tirés de la sécurité intérieure ou extérieure de l'Etat, soit encore pour des motifs se rapportant à la police des moeurs ou à la santé publique, soit enfin qu'il s'agisse de personnes qui ne possèdent pas de moyens d'existence suffisants et ne sont pas en mesure de s'en procurer par leur travail.

Ce qui précède s'applique également aux anciens ressortissants de chacune des Parties, tant qu'ils ne sont pas devenus ressortissants de l'autre Partie ou d'un Etat tiers.

L'épouse et les enfants mineurs de l'expulsé, lesquels vivent sous son toit familial, seront repris avec lui, même s'ils ne possèdent pas, ni n'ont jamais possédé la nationalité de la Partie requise, pourvu qu'ils ne soient pas devenus ressortissants de l'Etat requérant ou d'un Etat tiers.

Le présent traité sera ratifié et les ratifications en seront échangées à La Haye aussitôt que faire se pourra.

Il entrera en vigueur le jour de l'échange des ratifications.

En foi de quoi, les plénipotentiaires respectifs ont signé le présent traité en double expédition et y ont apposé leurs cachets.

Fait à La Haye, le 7 mai 1910.

(L.S.) R. DE MAREES VAN SWINDEREN.

(L.S.) CARLIN.

Vertaling : NL

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden en de Bondsraad van den Zwitserschen Bond,

wenschende in gemeen overleg te regelen de terugbrenging naar hun vaderland van burgers of onderdanen van elk der verdragsluitende Staten die uit het grondgebied van de andere Partij worden uitgezet, hebben te dien einde tot Hunne gevolmachtigden benoemd, te weten:

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

Zijne Excellentie Jonkheer DE MAREES VAN SWINDEREN, Hoogst-Derzelver Minister van Buitenlandsche Zaken;

De Bondsraad van den Zwitserschen Bond:

den Heer CARLIN, Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister van den Zwitserschen Bond bij Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

die, na uitwisseling van hunne in goeden en behoorlijken vorm bevonden volmachten, omtrent het volgende zijn overeengekomen:

Elk der verdragsluitende Partijen verplicht zich tot overneming op haar grondgebied, op aanvrage van de andere Partij, van hare onderdanen, die door laatstgenoemde Partij worden uitgezet, hetzij krachtens rechterlijk vonnis, hetzij om redenen ontleend aan de inwendige of uitwendige veiligheid van den Staat, of om redenen verband houdende met de zedenpolitie of de openbare gezondheid, ofwel als het betreft personen die geene voldoende middelen van bestaan bezitten en niet in staat zijn zich die door hunnen arbeid te verschaffen.

Het voorafgaande is ook van toepassing op oud-onderdanen van elk der Partijen zoolang zij niet onderdanen van de andere Partij of van eenen derden Staat zijn geworden.

De inwonende echtgenoote en minderjarige kinderen van den uitgezette zullen met hem worden overgenomen, ook wanneer zij geen onderdanen van de aangezochte Partij zijn noch ooit geweest zijn, mits zij geen onderdanen van den aanvragende Staat of van eenen derden Staat geworden zijn.

Dit verdrag zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen zoodra doenlijk te 's Gravenhage worden uitgewisseld. Het zal in werking treden op den dag der uitwisseling van de akten van bekrachtiging.

Ter oorkonde waarvan de wederzijdsche gevolmachtigden dit verdrag in dubbel geteekend hebben en hun zegel daarop hebben afgedrukt.

Gedaan te 's Gravenhage den 7den Mei 1910.

(L.S.) R. DE MAREES VAN SWINDEREN.

(L.S.) CARLIN.

Naar boven