Caïro, 17 Maart 1930.
Mijnheer de Minister,
Ik heb de eer de ontvangst te bevestigen van Uwer Excellenties schrijven n°. 1.13/3(10)
van 17 dezer, hetwelk als volgt luidt:
„Hoogwelgeboren Heer,
Met verwijzing naar de ter zake van de sluiting van een voorloopige handelsovereenkomst
tusschen Nederland en Egypte gevoerde besprekingen heb ik de eer U mede te deelen,
dat de Egyptische Regeering erin toestemt, de behandeling op den voet van de meestbegunstigde
natie toe te passen op alle voortbrengselen van den bodem en van de nijverheid herkomstig
van Nederland, Nederlandsch-Indië, Suriname en Curaçao, ingevoerd in Egypte en bestemd
hetzij voor het verbruik, hetzij voor den wederuitvoer, hetzij voor den doorvoer.
Dezelfde behandeling zal voorloopig worden toegepast op de voortbrengselen, die in
Egypte zullen worden ingevoerd over landen, welke met Egypte geen handelsovereenkomsten
hebben.
Dit regiem wordt verleend op voorwaarde van volkomen wederkeerigheid en onder voorbehoud
van het aan de voortbrengselen van den Soudan verleende regiem of van dat, hetwelk
wederzijds mocht worden verleend aan de voortbrengselen bepaalde grenslanden krachtens
regionale overeenkomsten.
Deze overeenkomst zal in werking treden zoodra U mij de instemming van Uwe Regeering
zal hebben bevestigd. Zij zal door elk der Verdragsluitende Partijen kunnen worden
opgezegd met inachtneming van een kennisgeving drie maanden tevoren.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om U, Hoogwelgeboren Heer, opnieuw de verzekering
mijner bijzonder hoogachting aan te bieden.
De Minister van Buitenlandsche Zaken,
WACYF BOUTROS GHALI.”
In antwoord hierop haast ik mij Uwer Excellentie te bevestigen, dat mijne Regeering
instemt met de bovengenoemde grondslagen, terwijl ik hieraan toevoeg, dat met dit
antwoord de voorlopige handelsovereenkomst tusschen Egypte en Nederland tot stand
is gekomen.
Ik maak van de gelegenheid gebruik om Uwer Excellentie opnieuw de verzekering mijner
bijzondere hoogachting aan te bieden.
E. VAN HEERDT TOT EVERSBERG.
Aan Zijne Excellentie WACYF BOUTROS GHALI
PACHA, Minister van Buitenlandsche Zaken, te
Caïro.