Elke overeenkomstsluitende partij verleent aan de andere overeenkomstsluitende partij
rechten in de mate, omschreven in de bij deze Overeenkomst behorende Bijlage, met
het doel de daarin omschreven luchtdiensten (hierna te noemen „de overeengekomen diensten”)
in te stellen.
-
(1) De overeengekomen diensten kunnen onmiddellijk, dan wel op een later tijdstip, naar
verkiezing van de overeenkomstsluitende partij, waaraan de rechten zijn verleend,
aanvangen, maar niet voordat
-
(a) de overeenkomstsluitende partij, waaraan de rechten zijn verleend, een of meer luchtvaartmaatschappijen
voor de aangegeven route of routes heeft aangewezen, en
-
(b) de overeenkomstsluitende partij, welke de rechten verleent, de passende exploitatievergunning
heeft gegeven aan de betrokken luchtvaartmaatschappij of -maatschappijen (hetgeen
zij, behoudens het bepaalde in par. 2 van dit artikel en in artikel 7 zonder onnodig
uitstel zal doen).
-
(2) Van de aangewezen luchtvaartmaatschappij of -maatschappijen kan worden verlangd, dat
zij ten genoegen van de luchtvaartautoriteiten van de overeenkomstsluitende partij,
welke de rechten verleent, aantoont, dat zij in staat is (zijn) de voorwaarden na
te komen, welke worden gesteld bij of krachtens de wetten en voorschriften, welke
gewoonlijk door die autoriteiten met betrekking tot de exploitatie van commerciële
luchtvaartmaatschappijen worden toegepast.
-
(3) In gebieden, welke militair bezet zijn, of in gebieden, welke daarbij betrokken zijn,
zal zulk een opening, waar nodig, onderworpen blijven aan de goedkeuring van de bevoegde
militaire autoriteiten.
Exploitatierechten, welke tevoren zouden kunnen zijn toegestaan door een van de overeenkomstsluitende
partijen aan enige staat, niet partij bij deze overeenkomst, of aan een luchtvaartmaatschappij,
zullen, overeenkomstig hun bepalingen, van kracht blijven.
Teneinde bevoorrechtende praktijken te voorkomen en gelijkheid van behandeling te
verzekeren, wordt overeengekomen dat:
-
(a) Elk van de overeenkomstsluitende partijen kan opleggen of doen opleggen billijke en
redelijke kosten voor het gebruik van luchthavens en andere faciliteiten. Elk van
de overeenkomstsluitende partijen neemt echter op zich, dat deze kosten niet hoger
zullen zijn dan die, welke zouden worden betaald voor het gebruik van zodanige luchthavens
en faciliteiten door haar eigen luchtvaartuigen, gebezigd op soortgelijke internationale
diensten.
-
(b) Op motorbrandstof, smeeroliën en reservedelen, welke in het gebied van een overeenkomstsluitende
partij door de andere overeenkomstsluitende partij of haar onderdanen worden ingevoerd
of aan boord genomen, en welke uitsluitend bestemd zijn voor het gebruik door luchtvaartuigen
van die andere overeenkomstsluitende partij, zal ten aanzien van douanerechten, inspectiekosten
en andere nationale rechten of kosten, opgelegd door de eerste overeenkomstsluitende
partij, een behandeling worden toegepast, welke niet ongunstiger is dan die, toegestaan
aan nationale en andere buitenlandse luchtvaartmaatschappijen, welke zich bezig houden
met internationaal luchtvervoer.
-
(c) Luchtvaartuigen, welke gebezigd worden op de overeengekomen diensten en voorraden
motorbrandstof, smeeroliën, reservedelen, normale uitrustingstukken en proviand, welke
aan boord blijven van burgerlijke luchtvaartuigen van de luchtvaartmaatschappijen
van de overeenkomstsluitende partijen, waaraan vergunning is verleend de in de Bijlage
omschreven routes en diensten te exploiteren, zijn bij binnenkomst in en vertrek uit
het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij vrijgesteld van douanerechten,
inspectiekosten of soortgelijke rechten en kosten, zelfs indien zodanige voorraden
worden gebruikt of verbruikt door zulke luchtvaartuigen bij vluchten binnen dat grondgebied.
-
(d) De onder vorenbedoelde vrijstelling vallende goederen mogen slechts worden gelost
met toestemming van de douane-autoriteiten van de andere overeenkomstsluitende partij.
De geloste goederen, die weer zullen moeten worden uitgevoerd, zullen tot wederuitvoer
onder toezicht van de douane blijven.
Bewijzen van luchtwaardigheid, bewijzen van geschiktheid en vergunningen, uitgereikt
of geldig verklaard door een overeenkomstsluitende partij, zullen door de andere overeenkomstsluitende
partij als geldig worden erkend voor de exploitatie van de in de Bijlage omschreven
luchtlijnen en diensten. Elke overeenkomstsluitende partij behoudt zich evenwel het
recht voor, voor vluchten boven haar eigen grondgebied de erkenning van bewijzen van
geschiktheid en vergunningen, door een andere staat aan haar eigen onderdanen uitgereikt,
te weigeren.
-
(a) De wetten en voorschriften van een overeenkomstsluitende partij betreffende de toelating
tot of het vertrek uit haar grondgebied van luchtvaartuigen, gebezigd in de internationale
luchtvaart, of betreffende de exploitatie van en het vliegen met zulke luchtvaartuigen
gedurende het verblijf binnen haar grondgebied, zullen van toepassing zijn op de luchtvaartuigen
van alle overeenkomstsluitende partijen zonder onderscheid van nationaliteit, en zullen
door deze luchtvaartuigen moeten worden nagekomen bij het binnenkomen in of verlaten
van of gedurende het verblijf binnen het grondgebied van die partij.
-
(b) De wetten en voorschriften van een overeenkomstsluitende partij betreffende de toelating
tot of het vertrek uit haar grondgebied van passagiers, bemanning of lading van luchtvaartuigen,
zoals voorschriften betreffende binnenkomst, in- en uitklaring, immigratie, paspoorten,
douane en quarantaine, zullen door of vanwege de passagiers, bemanning en lading van
de aangewezen luchtvaartmaatschappij of -maatschappijen van de andere overeenkomstsluitende
partij moeten worden nagekomen gedurende het verblijf binnen het grondgebied van eerstgenoemde
partij.
Elke overeenkomstsluitende partij behoudt zich het recht voor de uitoefening van de
rechten, vermeld in de Bijlage van deze Overeenkomst, door een luchtvaartmaatschappij,
aangewezen door de andere overeenkomstsluitende partij, niet te verlenen of in te
trekken in elk geval waarin niet tot haar genoegen is gebleken, dat het overwegende
eigendomsrecht en het daadwerkelijk toezicht, berusten bij onderdanen van een partij
bij deze Overeenkomst, dan wel ingeval een luchtvaartmaatschappij in gebreke blijft
de wetten van de staten, over wier grondgebied zij luchtdiensten onderhoudt, als omschreven
in artikel 6 van deze Overeenkomst, na te komen of aan haar verplichtingen ingevolge
deze Overeenkomst te voldoen.
Indien een van de overeenkomstsluitende partijen het wenselijk acht enige bepaling
of bepalingen van de bij deze Overeenkomst behorende Bijlage te wijzigen, kan zulk
een wijziging worden aangebracht door rechtstreeks tot overeenstemming leidend overleg
tussen de bevoegde luchtvaartautoriteiten van de overeenkomstsluitende partijen.
Enig geschil tussen de overeenkomstsluitende partijen betreffende de uitlegging of
toepassing van deze Overeenkomst of van de Bijlage zal ter beslissing worden voorgelegd
aan een in onderling overleg tussen de overeenkomstsluitende partijen samengesteld
Scheidsgerecht, of aan enig ander persoon of lichaam. De overeenkomstsluitende partijen
verbinden zich zich te houden aan de gegeven beslissing.
Elk der overeenkomstsluitende partijen kan te allen tijde aan de andere mededeling
doen van haar wens deze Overeenkomst te beëindigen. Indien een zodanige mededeling
wordt gedaan, zal deze Overeenkomst ophouden te bestaan 12 maanden na het tijdstip,
waarop de mededeling door de andere overeenkomstsluitende partij werd ontvangen, tenzij
de mededeling van opzegging in onderling overleg wordt ingetrokken voordat die termijn
is verstreken.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de dag harer ondertekening.