MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN
's-Gravenhage, 18 September 1951.
Mijnheer de Zaakgelastigde,
Ik heb de eer U de ontvangst te bevestigen van Uw schrijven gedateerd 18 September
1951, en moge U daarbij mededelen, dat ook de bevoegde Nederlandse Ministers kunnen
instemmen met de aanwijzing, overeenkomstig artikel I van het verdrag nopens de samenvoeging
van douane-behandeling aan de Nederlands-Belgische grens, ondertekend te 's-Gravenhage,
13 April 1948:
-
a. als internationaal douanekantoor voor het wegverkeer: het grenskantoor Bilzerbaan
op Nederlands grondgebied;
-
b. als internationale douaneweg: de weg Maastricht naar Hasselt via Bilzen, over een
lengte van 150 meter aan weerszijden van het punt alwaar de rijksgrens komende uit
Westelijke richting, de as van die weg bereikt.
Deze aanwijzing zal van kracht worden met ingang van 1 October 1951.
Gelief, Mijnheer de Zaakgelastigde, de verzekering mijner zeer bijzondere hoogachting
wel te willen aanvaarden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Voor de Minister,
De Secretaris-Generaal,
(w.g.) H. N. BOON.
Aan de Hooggeboren Heer
Graaf Th. de Lichtervelde,
Tijdelijk Zaakgelastigde van België,
te ’s-Gravenhage.