De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Indonesië,
Overwegende dat het wenselijk is te komen tot een regeling inzake overdracht door
Indonesië van vorderingen ontstaan vóór 1 Januari 1954, welke Indonesië heeft op natuurlijke
personen, die op genoemde datum de Nederlandse nationaliteit bezaten,
Willende voldoen aan de op 12 Januari 1954 gesloten overeenkomst tussen de Ministers
van Financiën van Nederland en Indonesië met betrekking tot de overdracht van vorderingen
als vorenbedoeld,
Zijn als volgt overeengekomen:
De Regering van de Republiek Indonesië draagt in volle eigendom over aan de Regering
van het Koninkrijk der Nederlanden de vorderingen van personele en sociale aard, welke
de Republiek Indonesië, met inbegrip van de voormalige publiekrechtelijke gemeenschappen,
welke in de Republiek Indonesië zijn opgegaan, heeft op natuurlijke personen die op
1 Januari 1954 de Nederlandse nationaliteit bezaten, mits deze vorderingen zijn ontstaan
vóór 1 Januari 1954 en tot het bedrag dat zij op 12 Januari 1954 beliepen.
De overdracht wordt geacht te zijn geschied op 12 Januari 1954 en werkt tegenover
de debiteuren van het ogenblik af dat deze Overeenkomst in werking is getreden en
de datum van deze inwerkingtreding in het Nederlandse Tractatenblad is bekendgemaakt.
Alle na 12 Januari 1954 nog aan de Republiek Indonesië ten goede gekomen bedragen
in mindering van de overgedragen vorderingen, al dan niet verkregen tengevolge van
een voorafgaande invorderingsdaad, zullen door de Republiek Indonesië aan Nederland
worden afgedragen, en wel voor ontvangsten in Nederlands courant aan het Ministerie
van Buitenlandse Zaken te 's-Gravenhage en voor ontvangsten in Indonesisch courant
aan het Hoge Commissariaat der Nederlanden te Djakarta.
Als koopsom van de in artikel 1 bedoelde vorderingen zal de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden aan de Regering van de Republiek Indonesië betalen, binnen 14 dagen
na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst, een bedrag van f. 20.000.000 (twintig
millioen gulden) Nederlands courant.
De Regering van de Republiek Indonesië draagt voor zover mogelijk aan het Ministerie
van Buitenlandse Zaken te 's-Gravenhage c.q. aan het Hoge Commissariaat der Nederlanden
te Djakarta over alle administratieve bescheiden, welke op de in artikel 1 genoemde
vorderingen betrekking hebben; voor zover overdracht dier bescheiden niet mogelijk
is, verleent Indonesië daarvan inzage en staat toe dat ervan afschriften worden genomen.
Voor zover de in artikel 1 bedoelde vorderingen nog niet door de Indonesische administratie
zijn vastgesteld, zal Indonesië voor zover zulks door Indonesië mogelijk wordt geacht,
de daartoe aan te wijzen Nederlandse instantie(s) medewerking verlenen om alsnog tot
vaststelling te kunnen komen.
Indien Nederland de wens daartoe te kennen geeft, houdt de Stichting Pensioensaangelegenheden
Indonesië de daarbij door Nederland nominatief op te geven bedragen op de door haar
te verrichten betalingen in.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de dag waarop de Nederlandse Regering aan de
Indonesische Regering zal hebben medegedeeld, dat de Overeenkomst de in Nederland
grondwettelijk vereiste goedkeuring heeft verkregen.