De Internationale Ontwikkelingsassociatie (hierna genoemd „de Associatie”) is opgericht
en oefent haar werkzaamheden uit overeenkomstig de volgende bepalingen:
Artikel I. Doelstellingen
De Associatie heeft tot doel in de minderontwikkelde gebieden van de wereld waar deze
Overeenkomst van toepassing is, de economische ontwikkeling te bevorderen en de produktiviteit
te verhogen om er op die wijze de levensstandaard te verhogen in het bijzonder door
het verstrekken van financiële middelen voor hun belangrijke ontwikkelingsbehoeften
op voorwaarden die soepeler zijn en minder zwaar op de betalingsbalans drukken dan
die van gebruikelijke leningen, en aldus de ontwikkelingsdoeleinden van de Internationale
Bank voor Herstel en Ontwikkeling (hierna genoemd „de Bank”) te bevorderen en haar
werkzaamheden aan te vullen.
De Associatie laat zich in al haar beslissingen leiden door de bepalingen van dit
artikel.
Artikel II. Lidmaatschap; eerste bijdragen
Afdeling 1
Lidmaatschap
-
a) De oorspronkelijke leden van de Associatie zijn die in Tabel A vermelde leden van
de Bank die op of voor de in artikel XI, afdeling 2c), genoemde datum het lidmaatschap
van de Associatie aanvaarden.
-
b) Het lidmaatschap staat voor de andere leden van de Bank open op door de Associatie
te bepalen tijdstippen en voorwaarden.
Afdeling 2
Eerste bijdragen
-
a) Bij aanvaarding van het lidmaatschap schrijft elk lid in voor een bijdrage ten belope
van het voor hem vastgestelde bedrag. Deze bijdragen worden in deze Overeenkomst aangeduid
als eerste bijdragen.
-
b) De voor ieder oorspronkelijk lid vastgestelde eerste bijdrage beloopt het in Tabel
A achter zijn naam vermelde bedrag, uitgedrukt in dollars van de Verenigde Staten
van het op 1 januari 1960 geldende gewicht en gehalte.
-
c) Een tiende van de eerste bijdrage van ieder oorspronkelijk lid dient als volgt in
goud of vrij inwisselbare valuta te worden betaald: vijftig procent binnen dertig
dagen na de datum waarop de Associatie haar werkzaamheden ingevolge artikel XI, afdeling
4, aanvangt, of, in het geval van een oorspronkelijk lid dat eerst na dat tijdstip
lid wordt, op de datum waarop het het lidmaatschap aanvaardt; twaalf en een half procent
een jaar na de aanvang der werkzaamheden van de Associatie; en daarna jaarlijks twaalf
en een half procent met tussenpozen van een jaar totdat het tiende deel van de eerste
bijdrage volledig betaald is.
-
d) De overige negen tienden van de eerste bijdrage van ieder oorspronkelijk lid dienen
in het geval van leden, vermeld in deel I van Tabel A, in goud of vrij inwisselbare
valuta, en in het geval van leden, vermeld in deel II van Tabel A, in de valuta van
het inschrijvende lid te worden betaald. Dit negen tiende deel van de eerste bijdragen
van oorspronkelijke leden dient in vijf gelijke jaarlijkse termijnen te worden betaald
en wel als volgt: de eerste termijn binnen dertig dagen na de datum waarop de Associatie
haar werkzaamheden ingevolge artikel XI, afdeling 4, aanvangt, of, in het geval van
een oorspronkelijk lid dat eerst na dat tijdstip lid wordt, op de datum waarop het
het lidmaatschap aanvaardt; de tweede termijn een jaar na de aanvang der werkzaamheden
van de Associatie, en de daaropvolgende termijnen jaarlijks daarna met tussenpozen
van een jaar totdat het negen tiende deel van de eerste bijdrage volledig betaald
is.
-
e) Voor zover de Associatie de krachtens de voorgaande paragraaf d) of afdeling 2 van
artikel IV door een lid betaalde valuta van dat lid niet voor haar werkzaamheden behoeft,
neemt zij in plaats daarvan promessen of soortgelijke schuldbekentenissen aan die
door de regering van dat lid of door een door dat lid aangewezen bewaarinstelling
zijn uitgegeven. Deze schuldbekentenissen dragen geen rente, zijn niet verhandelbaar
en zijn op zicht a pari betaalbaar ten gunste van de bij de aangewezen bewaarinstelling
gehouden rekening der Associatie.
-
f) Voor de doeleinden van deze Overeenkomst beschouwt de Associatie als „vrij inwisselbare
valuta”:
-
i) de valuta van een lid waarvan de inwisselbaarheid in de valuta's van andere leden,
naar het na overleg met het Internationale Monetaire Fonds gevormde oordeel van de
Associatie, voor haar werkzaamheden toereikend is; of
-
ii) de valuta van een lid, welke dat lid op voor de Associatie bevredigende voorwaarden
bereid is voor de werkzaamheden der Associatie in de valuta's van andere leden om
te wisselen.
-
g) Behoudens door de Associatie goed te keuren uitzonderingen, is ieder in deel I van
Tabel A vermeld lid verplicht ten opzichte van zijn valuta die het ingevolge paragraaf
d) van deze afdeling als vrij inwisselbare valuta betaald heeft, dezelfde inwisselbaarheid
te handhaven als die welke ten tijde der betaling gold.
-
h) De voorwaarden waarop leden die geen oorspronkelijke leden zijn, mogen inschrijven
voor hun eerste bijdragen, de bedragen der bijdragen en de betalingsvoorwaarden voor
deze bijdragen, worden door de Associatie ingevolge afdeling 1b) van dit artikel vastgesteld.
Afdeling 3
Beperking van aansprakelijkheid
Geen lid is uit hoofde van zijn lidmaatschap voor de verbintenissen der Associatie
aansprakelijk.
Artikel III. Aanvulling der middelen
Afdeling 1
Aanvullende bijdragen
-
a) Wanneer de Associatie, gezien het schema voor de voltooiing der betalingen op de eerste
bijdragen van oorspronkelijke leden, zulks passend acht, en daarna met tussenpozen
van omstreeks vijf jaar, neemt zij de toereikendheid van haar middelen opnieuw in
ogenschouw en, zo zij zulks wenselijk acht, hecht zij haar goedkeuring aan een algemene
verhoging van de bijdragen. Niettegenstaande het voorafgaande kunnen algemene of individuele
verhogingen van bijdragen te allen tijde worden goedgekeurd, met dien verstande dat
een individuele verhoging slechts op verzoek van het betrokken lid in overweging zal
worden genomen. Bijdragen ingevolge deze afdeling worden in deze Overeenkomst als
aanvullende bijdragen aangeduid.
-
b) Wanneer aanvullende bijdragen worden goedgekeurd, stelt de Associatie de bedragen
en de voorwaarden dezer bijdragen vast, zulks echter met inachtneming van de bepalingen
van paragraaf c).
-
c) Bij goedkeuring van een aanvullende bijdrage wordt ieder lid de mogelijkheid geboden
op door de Associatie in redelijkheid vast te stellen voorwaarden in te schrijven
voor een bedrag dat het lid in staat zal stellen zijn relatieve stemmensterkte te
handhaven, maar geen lid is verplicht in te schrijven.
-
d) Alle beslissingen krachtens deze afdeling vereisen een twee derde meerderheid van
het totaal aantal stemmen.
Afdeling 2
Verstrekking van aanvullende middelen door een lid in de valuta van een ander lid
-
a) De Associatie kan, op voorwaarden die verenigbaar zijn met de bepalingen van deze
Overeenkomst, regelingen treffen om van een lid, behalve bedragen die het lid ter
zake van zijn eerste bijdrage of aanvullende bijdragen dient te betalen, aanvullende
middelen in de valuta van een ander lid te ontvangen, met dien verstande dat de Associatie
hiertoe niet overgaat tenzij zij zich ervan heeft overtuigd dat het lid welks valuta
in het geding is, met het gebruik van deze valuta als aanvullende middelen en met
de voorwaarden voor dat gebruik instemt. De regelingen krachtens welke zulke middelen
worden ontvangen kunnen bepalingen inhouden betreffende de beschikking over inkomsten
uit de middelen en betreffende de beschikking over de middelen voor het geval dat
het lid dat de middelen heeft verstrekt ophoudt lid te zijn of de Associatie voorgoed
haar werkzaamheden staakt.
-
b) De Associatie geeft aan het lid dat de middelen verstrekt een Bijzonder Ontwikkelingscertificaat.
Dit certificaat vermeldt het bedrag en de valuta van de verstrekte middelen en de
voorwaarden waarop zij zijn verstrekt. Aan een Bijzonder Ontwikkelingscertificaat
is geen stemrecht verbonden en het certificaat kan alleen aan de Associatie worden
overgedragen.
-
c) De bepalingen van deze afdeling verzetten zich er niet tegen dat de Associatie van
een lid middelen in zijn eigen valuta aanneemt op zodanige voorwaarden als de partijen
overeenkomen.
Afdeling 1
Gebruik van valuta's
-
a) De al dan niet vrij inwisselbare valuta van een in deel II van Tabel A vermeld lid,
die door de Associatie ingevolge artikel II, afdeling 2d), is ontvangen ter betaling
van het negen tiende deel dat krachtens die bepaling in de valuta van dat lid dient
te worden betaald, en de daaruit als hoofdsom, rente of andere kosten voortgekomen
valuta van dat lid, kan door de Associatie worden gebruikt voor door haar gemaakte
administratieve onkosten in de gebiedsdelen van dat lid en, voorzover niet in strijd
met een gezonde monetaire politiek, ter betaling van in de gebiedsdelen van dat lid
voortgebrachte goederen en verleende diensten, die nodig zijn voor door de Associatie
gefinancierde projecten welke in die gebiedsdelen zijn gelegen. Bovendien zal, wanneer
en voorzover het betrokken lid en de Associatie overeenkomen dat de economische en
financiële toestand van het lid zulks rechtvaardigt, zulke valuta vrij inwisselbaar
zijn of op andere wijze kunnen worden gebruikt voor door de Associatie gefinancierde
projecten die buiten de gebiedsdelen van het lid zijn gelegen.
-
b) Het gebruik van valuta's die door de Associatie zijn ontvangen ter betaling van bijdragen,
waaronder niet begrepen eerste bijdragen van oorspronkelijke leden, en van valuta's
die daaruit als hoofdsom, rente of andere kosten zijn voortgekomen, wordt bepaald
door de voorwaarden die ten tijde van de goedkeuring dezer bijdragen daaraan zijn
verbonden.
-
c) Het gebruik van valuta's die door de Associatie zijn ontvangen als aanvullende middelen,
waaronder niet begrepen bijdragen, en van valuta's die daaruit als hoofdsom, rente
of andere kosten zijn voortgekomen, wordt bepaald door de voorwaarden ingevolge welke
zulke valuta's zijn ontvangen.
-
d) Alle andere door de Associatie ontvangen valuta's kunnen door de Associatie vrijelijk
worden gebruikt en omgewisseld en zijn niet onderworpen aan enige beperking door het
lid welks valuta gebruikt of omgewisseld wordt. Het voorgaande sluit echter niet uit
dat de Associatie met het lid in welks gebiedsdelen een door de Associatie gefinancierd
project is gelegen een regeling treft waarbij het gebruik door de Associatie van de
als hoofdsom, rente of andere kosten in verband met deze financiering ontvangen valuta
van dat lid wordt beperkt.
-
e) De Associatie treft passende maatregelen ter verzekering van een ten naaste bij evenredig
gebruik door de Associatie over een redelijk verloop van tijd, van de door de in deel
I van Tabel A vermelde leden krachtens artikel II, afdeling 2d), betaalde gedeelten
hunner bijdragen, met dien verstande echter dat die gedeelten van deze bijdragen die
in goud of in de valuta van een ander dan het inschrijvende lid zijn betaald, sneller
kunnen worden gebruikt.
Afdeling 2
Handhaving van de waarde van valutabezit
-
a) Wanneer de pari-waarde van de valuta van een lid wordt verlaagd of de koerswaarde
van de valuta van een lid, naar de mening van de Associatie, binnen de gebiedsdelen
van dat lid in aanmerkelijke mate gedaald is, is het lid verplicht binnen een redelijke
termijn aan de Associatie een zodanig aanvullend bedrag van zijn eigen valuta te betalen
als nodig is om de waarde te handhaven, berekend naar het tijdstip van inschrijving,
van het bedrag aan valuta van dat lid dat door het lid aan de Associatie is betaald
krachtens artikel II, afdeling 2d), alsmede van de valuta die betaald mocht zijn krachtens
de bepalingen van deze paragraaf, ongeacht of zulke valuta aangehouden wordt in de
vorm van ingevolge artikel II, afdeling 2e), ontvangen promessen, met dien verstande
echter dat het voorgaande alleen van toepassing is totdat en voor zover zulke valuta
voor de eerste maal uitbetaald of in de valuta van een ander lid omgewisseld is.
-
b) Wanneer de pari-waarde van de valuta van een lid wordt verhoogd of de koerswaarde
van de valuta van een lid, naar de mening van de Associatie, binnen de gebiedsdelen
van dat lid in aanmerkelijke mate is gestegen, wordt aan een dergelijk lid door de
Associatie binnen een redelijke termijn een bedrag aan de valuta van dat lid teruggegeven,
gelijk aan de waardevermeerdering van de bedragen aan die valuta waarop de bepalingen
van paragraaf a) van deze afdeling toepasselijk zijn.
-
c) De Associatie kan van de toepassing van de bepalingen van de voorgaande paragrafen
van deze afdeling afzien, wanneer een eenvormige evenredige verandering in de pari-waarde
van de valuta's van al haar leden door het Internationale Monetaire Fonds tot stand
gebracht wordt.
-
d) Bedragen die krachtens de bepalingen van paragraaf a) van deze afdeling worden verschaft
ter handhaving van de waarde van een valuta, kunnen in dezelfde mate als die valuta
worden ingewisseld en gebruikt.
Afdeling 1
Gebruik van middelen en voorwaarden van financiering
-
a) De Associatie verstrekt geldmiddelen ter bevordering van de ontwikkeling in de minderontwikkelde
gebieden van de wereld waar deze Overeenkomst van toepassing is.
-
b) De door de Associatie verstrekte geldmiddelen dienen voor doeleinden die naar de mening
van de Associatie, gezien de behoeften van het betrokken gebied of de betrokken gebieden,
voor de ontwikkeling hoge voorrang verdienen; deze geldmiddelen dienen, behoudens
bijzondere omstandigheden, voor nauwkeurig omschreven projecten te worden gebruikt.
-
c) De Associatie verstrekt geen geldmiddelen indien naar haar mening zulke middelen van
particuliere zijde op voor de ontvanger redelijke voorwaarden beschikbaar zijn of
indien die middelen kunnen worden verschaft door middel van een lening van het type
dat door de Bank wordt verstrekt.
-
d) De Associatie verstrekt geen geldmiddelen dan op aanbeveling van een bevoegde commissie
nadat deze het voorstel zorgvuldig heeft bestudeerd. Iedere zodanige commissie wordt
door de Associatie benoemd en bestaat uit een persoon aangewezen door de Bestuurder
of Bestuurders als vertegenwoordiger(s) van het lid of de leden in wiens of wier gebiedsdelen
het desbetreffende project is gelegen en uit een of meer leden van het technische
personeel van de Associatie. Het vereiste dat een door de Bestuurder of Bestuurders
aangewezen persoon deel uitmaakt van de commissie is niet van toepassing wanneer geldmiddelen
worden verstrekt aan een publiekrechtelijke internationale of regionale organisatie.
-
e) De Associatie verstrekt geen geldmiddelen ter financiering van een project indien
het lid in welks gebiedsdelen het project is gelegen tegen die financiering bezwaar
maakt, met dien verstande dat indien geldmiddelen worden verstrekt aan een publiekrechtelijke
internationale of regionale organisatie de Associatie zich er niet van behoeft te
overtuigen dat individuele leden geen bezwaar maken.
-
f) De Associatie stelt niet als voorwaarde dat door haar verstrekte geldmiddelen in de
gebiedsdelen van een bepaald lid of bepaalde leden moeten worden besteed. Het voorgaande
sluit niet uit dat de Associatie zich houdt aan beperkingen op het gebruik van fondsen,
opgelegd in overeenstemming met de bepalingen van deze Overeenkomst, daaronder begrepen
beperkingen ten aanzien van aanvullende middelen ingevolge een overeenkomst tussen
de Associatie en de gever.
-
g) De Associatie treft maatregelen om te verzekeren dat verstrekte geldmiddelen alleen
worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt, waarbij rekening wordt
gehouden met overwegingen van zuinigheid, doelmatigheid en internationale handelsconcurrentie,
onder uitsluiting van politieke of andere niet-economische invloeden of overwegingen.
-
h) Gelden die onder een financieringstransactie worden verstrekt, worden aan de ontvanger
slechts beschikbaar gesteld voor de bestrijding van de werkelijke kosten die in verband
met het project worden gemaakt.
Afdeling 2
Financieringsvorm en -voorwaarden
-
a) Financiering door de Associatie vindt plaats bij wege van leningen. De Associatie
mag echter andere vormen van financiering verstrekken, hetzij
-
i) uit middelen bijgedragen ingevolge artikel III, afdeling 1, en daaruit als hoofdsom,
rente of andere kosten voortgekomen middelen, mits de goedkeuring voor zulke bijdragen
uitdrukkelijk in een zodanige financiering voorziet; hetzij
-
ii) in bijzondere omstandigheden, uit aanvullende middelen die aan de Associatie zijn
verschaft en daaruit als hoofdsom, rente of andere kosten voortgekomen middelen, mits
de regelingen krachtens welke zulke middelen zijn verschaft uitdrukkelijk in een zodanige
financiering voorzien.
-
b) Onder voorbehoud van de voorgaande paragraaf, kan de Associatie geldmiddelen verstrekken
in zodanige vorm en op zodanige voorwaarden als zij, gezien de economische toestand
en vooruitzichten van het betrokken gebied of de betrokken gebieden en de aard en
de eisen van het project, dienstig acht.
-
c) De Associatie kan geldmiddelen verstrekken aan een lid, aan de regering van een gebiedsdeel
waar deze Overeenkomst van toepassing is, aan een staatkundig onderdeel van een lid
of een zodanig gebiedsdeel, aan een publiek- of privaatrechtelijk lichaam in de gebiedsdelen
van een lid of van leden, of aan een publiekrechtelijke internationale of regionale
organisatie.
-
d) Ingeval een lening niet aan het lid zelf wordt verstrekt, kan de Associatie, naar
verkiezing, een passende garantie of garanties van een regering of anderen verlangen.
-
e) In bijzondere gevallen kan de Associatie buitenlandse valuta voor plaatselijke kosten
beschikbaar stellen.
Afdeling 3
Wijziging van financieringsvoorwaarden
Indien en voor zover de Associatie, gelet op alle ter zake dienende omstandigheden,
daaronder begrepen de financiële en economische toestand en vooruitzichten van het
betrokken lid, daartoe aanleiding ziet, kan zij op door haar te bepalen voorwaarden
toestemmen in een matiging of andere wijziging van de voorwaarden waarop door haar
geldmiddelen voor financieringsdoeleinden zijn verstrekt.
Afdeling 4
Samenwerking met andere internationale instellingen en leden die hulp voor ontwikkelingsdoeleinden
verstrekken
De Associatie werkt samen met die publiekrechtelijke internationale organisaties en
leden die financiële en technische bijstand aan de minderontwikkelde gebieden der
wereld verlenen.
Afdeling 5
Diverse werkzaamheden
Behalve de elders in deze Overeenkomst vermelde werkzaamheden, kan de Associatie:
-
i) geldleningen aangaan met de toestemming van het lid in welks valuta de lening is uitgedrukt;
-
ii) waardepapieren waarin zij belegd heeft garanderen ten einde de verkoop daarvan te
vergemakkelijken;
-
iii) waardepapieren die zij heeft uitgegeven of gegarandeerd of waarin zij heeft belegd
kopen of verkopen;
-
iv) in bijzondere gevallen leningen uit andere bronnen, voor doeleinden die niet met de
bepalingen van deze Overeenkomst in strijd zijn, garanderen;
-
v) op verzoek van een lid technische hulp en advies verstrekken; en
-
vi) die andere met haar werkzaamheden verband houdende bevoegdheden uitoefenen die ter
bevordering van haar doelstellingen nodig of wenselijk zijn.
Afdeling 6
Verbod van politieke activiteit
De Associatie en haar ambtenaren mengen zich niet in de politieke aangelegenheden
van een lid; noch laten zij zich bij hun beslissingen door de politieke aard van het
betrokken lid of de betrokken leden beïnvloeden. Bij hun beslissingen laten zij zich
slechts door economische overwegingen leiden en deze overwegingen worden onpartijdig
gewaardeerd ten einde de in deze Overeenkomst vermelde doelstellingen te verwezenlijken.
Artikel VI. Organisatie en bestuur
Afdeling 1
Structuur van de Associatie
De Associatie heeft een Raad van Bestuur, Bewindvoerders, een President en andere
ambtenaren en ander personeel voor het verrichten van door de Associatie vast te stellen
werkzaamheden.
Afdeling 2
Raad van Bestuur
-
a) Alle bevoegdheden van de Associatie berusten bij de Raad van Bestuur.
-
b) Iedere bestuurder en plaatsvervangende bestuurder van de Bank, benoemd door een lid
van de Bank dat tevens lid is van de Associatie, is ambtshalve bestuurder, onderscheidenlijk
waarnemend bestuurder, van de Associatie. Een plaatsvervangende bestuurder brengt
zijn stem alleen bij afwezigheid van zijn principaal uit. De Voorzitter van de Raad
van Bestuur van de Bank is ambtshalve Voorzitter van de Raad van Bestuur van de Associatie,
met dien verstande echter dat indien de Voorzitter van de Raad van Bestuur van de
Bank een staat vertegenwoordigt die geen lid van de Associatie is, de Raad van Bestuur
een van de bestuurders tot Voorzitter van de Raad van Bestuur zal verkiezen. Een bestuurder
of plaatsvervangende bestuurder legt zijn ambt neer indien het lid waardoor hij benoemd
werd ophoudt lid van de Associatie te zijn.
-
c) De Raad van Bestuur kan de bewindvoerders machtigen zijn bevoegdheden uit te oefenen,
met uitzondering van het recht om
-
i) nieuwe leden toe te laten en de voorwaarden voor hun toelating vast te stellen;
-
ii) aanvullende bijdragen goed te keuren en de daarop betrekking hebbende voorwaarden
vast te stellen;
-
iii) een lid te schorsen;
-
iv) te beslissen op beroepen naar aanleiding van door de bewindvoerders gegeven uitleggingen
van deze Overeenkomst;
-
v) regelingen te treffen voor samenwerking met andere internationale organisaties ingevolge
afdeling 7 van dit artikel (met uitzondering van niet-officiële regelingen van tijdelijke
en administratieve aard);
-
vi) te besluiten de werkzaamheden van de Associatie voorgoed te staken en haar activa
te verdelen;
-
vii) de verdeling van de netto inkomsten van de Associatie ingevolge afdeling 12 van dit
artikel vast te stellen; en
-
viii) voorgestelde wijzigingen van deze Overeenkomst goed te keuren.
-
d) De Raad van Bestuur houdt een jaarlijkse vergadering en die andere vergaderingen die
de Raad nodig acht of door de bewindvoerders bijeengeroepen worden.
-
e) De jaarlijkse vergadering van de Raad van Bestuur wordt verbonden aan de jaarlijkse
vergadering van de Raad van Bestuur van de Bank.
-
f) Het quorum voor een vergadering van de Raad van Bestuur bestaat uit een meerderheid
van de bestuurders die niet minder dan twee derde van het totale stemrecht uitoefenen.
-
g) De Associatie kan bij een te ontwerpen regeling een procedure vaststellen waarbij
de bewindvoerders een beslissing van de bestuurders betreffende een bepaald vraagstuk
kunnen verkrijgen zonder daarvoor een vergadering van de Raad van Bestuur bijeen te
roepen.
-
h) De Raad van Bestuur en, voorzover daartoe gemachtigd, de bewindvoerders, kunnen die
voorschriften en regelingen vaststellen die nodig of dienstig zijn voor de leiding
der zaken van de Associatie.
-
i) Bestuurders en plaatsvervangende bestuurders zullen als zodanig hun functie waarnemen
zonder vergoeding van de Associatie te ontvangen.
Afdeling 3
Stemrecht
-
a) Ieder oorspronkelijk lid heeft uit hoofde van zijn eerste bijdrage 500 stemmen, vermeerderd
met een extra stem voor iedere $ 5000 van zijn eerste bijdrage. Het stemrecht verbonden
aan bijdragen die niet eerste bijdragen van oorspronkelijke leden zijn wordt door
de Raad van Bestuur ingevolge de bepalingen van artikel II, afdeling 1 b) of artikel
III, afdeling 1 b) en c) vastgesteld. Aan aanvullende middelen die niet bijdragen
overeenkomstig artikel II, afdeling 1b), of aanvullende bijdragen overeenkomstig artikel
III, afdeling 1, zijn, is geen stemrecht verbonden.
-
b) Voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald, wordt ten aanzien van alle bij de
Associatie aanhangige kwesties bij eenvoudige meerderheid der uitgebrachte stemmen
beslist.
Afdeling 4
Bewindvoerders
-
a) De bewindvoerders zijn verantwoordelijk voor de leiding van de algemene werkzaamheden
der Associatie en oefenen tot dit doel alle bevoegdheden uit welke hun door deze Overeenkomst
zijn verleend of door de Raad van Bestuur aan hen zijn overgedragen.
-
b) Iedere bewindvoerder van de Bank die i) benoemd is door een lid van de Bank dat tevens
lid is van de Associatie, dan wel ii) gekozen is bij een stemming waarin de stemmen
van tenminste één lid van de Bank dat tevens lid is van de Associatie tot zijn verkiezing
hebben bijgedragen, is ambtshalve bewindvoerder van de Associatie. Iedere plaatsvervanger
van zulk een bewindvoerder van de Bank is ambtshalve plaatsvervangend bewindvoerder
van de Associatie. Een bewindvoerder treedt af indien het lid waardoor hij werd benoemd,
of alle leden welker stemmen tot zijn verkiezing hebben bijgedragen, ophouden lid
van de Associatie te zijn.
-
c) Iedere bewindvoerder die krachtens benoeming bewindvoerder van de Bank is, is gerechtigd
het aantal stemmen uit te brengen dat het lid waardoor hij benoemd werd gerechtigd
is in de Associatie uit te brengen. Iedere bewindvoerder die krachtens verkiezing
bewindvoerder van de Bank is, is gerechtigd het aantal stemmen uit te brengen dat
het lid of de leden van de Associatie welks/welker stemmen tot zijn verkiezing in
de Bank hebben bijgedragen gerechtigd is/zijn in de Associatie uit te brengen. Alle
stemmen die een bewindvoerder gerechtigd is uit te brengen, worden als één geheel
uitgebracht.
-
d) Een plaatsvervangende bewindvoerder is volledig bevoegd om op te treden bij afwezigheid
van de bewindvoerder waardoor hij is benoemd. Indien een bewindvoerder aanwezig is
mag zijn plaatsvervanger vergaderingen bijwonen doch zonder stemrecht.
-
e) Het quorum voor iedere vergadering van bewindvoerders bestaat uit een meerderheid
van de bewindvoerders die minstens de helft van het totale stemrecht uitoefenen.
-
f) De bewindvoerders vergaderen zo dikwijls als de werkzaamheden van de Associatie dit
vereisen.
-
g) De Raad van Bestuur stelt regelingen vast waarbij het een lid van de Associatie dat
niet gerechtigd is een bewindvoerder van de Bank te benoemen mogelijk wordt gemaakt
iedere vergadering van de bewindvoerders van de Associatie waarin over een door dat
lid gedaan verzoek of over een dat lid in het bijzonder betreffende aangelegenheid
beraadslaagd wordt, door een vertegenwoordiger te doen bijwonen.
Afdeling 5
President en personeel
-
a) De President van de Bank is ambtshalve President van de Associatie. De President is
Voorzitter van de bewindvoerders van de Associatie, maar heeft, met uitzondering van
een beslissende stem ingeval van staking der stemmen, geen stemrecht. Hij mag aan
vergaderingen van de Raad van Bestuur deelnemen maar brengt in deze vergaderingen
geen stem uit.
-
b) De President is het hoofd van het personeel van de Associatie. Op aanwijzing van de
bewindvoerders leidt hij de dagelijkse werkzaamheden van de Associatie. Hij is onder
hun algemeen toezicht verantwoordelijk voor de organisatie, de benoeming en het ontslag
van de ambtenaren en het personeel. Voor zover doenlijk worden de ambtenaren en het
personeel van de Bank tot ambtenaren en personeel in gelijktijdige dienst der Associatie
benoemd.
-
c) De President, de ambtenaren en het personeel van de Associatie dienen in de uitoefening
van hun functies uitsluitend de Associatie en geen enkel ander gezag. Ieder lid van
de Associatie is verplicht de internationale aard van deze dienstverhouding te eerbiedigen
en zich te onthouden van alle pogingen om hen in de uitoefening van hun functie te
beïnvloeden.
-
d) Met inachtneming van het overwegend belang gelegen in het verkrijgen van een zo hoog
mogelijke norm van doeltreffendheid en vakkundigheid, houdt de President bij de benoeming
van de ambtenaren en het personeel naar behoren rekening met het belang, het personeel
op een zo breed mogelijke geografische basis aan te trekken.
Afdeling 6
Verhouding tot de Bank
-
a) De Associatie vormt een eenheid die geheel apart staat van de Bank en de middelen
van de Associatie worden geheel van die van de Bank gescheiden gehouden. Het is de
Associatie niet toegestaan van of aan de Bank te lenen, maar dit sluit niet uit dat
de Associatie in haar financieringswerkzaamheden niet benodigde middelen in schuldpapieren
van de Bank belegt.
-
b) De Associatie kan regelingen treffen met de Bank met betrekking tot faciliteiten,
personeel en diensten en met betrekking tot vergoeding van administratieve onkosten
welke in eerste aanleg door de ene organisatie ten behoeve van de andere betaald zijn.
-
c) Geen bepaling van deze Overeenkomst stelt de Associatie aansprakelijk voor de handelingen
of verbintenissen van de Bank, of stelt de Bank aansprakelijk voor de handelingen
of verbintenissen van de Associatie.
Afdeling 7
Betrekkingen met andere internationale instellingen
De Associatie treft formele regelingen met de Verenigde Naties. Zij kan soortgelijke
regelingen treffen met andere publiekrechtelijke internationale organisaties die gespecialiseerde
verantwoordelijkheden op aanverwante gebieden hebben.
Afdeling 8
Plaats van vestiging der kantoren
Het hoofdkantoor van de Bank is het hoofdkantoor van de Associatie. De Associatie
mag andere kantoren in de gebiedsdelen van elk lid vestigen.
Afdeling 9
Bewaarinstellingen
Ieder lid wijst zijn centrale bank aan als een instelling waar de Associatie saldi
in de valuta van dat lid of andere activa kan aanhouden. Indien het geen centrale
bank heeft zal het lid voor dit doel een andere voor de Associatie aanvaardbare instelling
aanwijzen. Bij gebreke van enige andere aanwijzing zal de voor de Bank aangewezen
bewaarinstelling de bewaarinstelling voor de Associatie zijn.
Afdeling 10
Verbindingen
Ieder lid wijst een passende instantie aan, waarmee de Associatie in verbinding kan
treden in verband met ieder vraagstuk dat zich als gevolg van deze Overeenkomst kan
voordoen. Bij gebreke van enige andere aanwijzing zal de voor de Bank aangewezen verbindingsinstantie,
de verbindingsinstantie voor de Associatie zijn.
Afdeling 11
Publikatie van verslagen en het verstrekken van inlichtingen
-
a) De Associatie publiceert een jaarverslag dat de door accountants geverifieerde jaarrekening
bevat en verstrekt met passende tussenpozen aan haar leden een beknopt overzicht van
haar financiële positie en van de resultaten van haar werkzaamheden.
-
b) De Associatie kan zodanige andere verslagen publiceren als zij voor de vervulling
van haar doelstellingen wenselijk acht.
-
c) Afschriften van alle verslagen, overzichten en publikaties welke krachtens deze afdeling
worden uitgegeven, worden aan de leden verstrekt.
Afdeling 12
Beschikking over het zuiver inkomen
De Raad van Bestuur beslist van tijd tot tijd over de beschikking over het zuiver
inkomen der Associatie met inachtneming van de nodige voorzieningen voor reserveringen
en onvoorziene omstandigheden.
Artikel VII. Opzegging, schorsing van het lidmaatschap, opschorting van de werkzaamheden
Afdeling 1
Opzegging door leden
Ieder lid kan te allen tijde zijn lidmaatschap van de Associatie opzeggen door een
schriftelijke mededeling aan het hoofdkantoor van de Associatie. De opzegging wordt
van kracht op de dag van ontvangst van een dergelijke mededeling.
Afdeling 2
Schorsing van het lidmaatschap
-
a) Indien een lid enige verplichting tegenover de Associatie niet nakomt, kan de Associatie
bij besluit van de meerderheid der bestuurders die een meerderheid van het totale
stemrecht uitoefenen het lid schorsen. Het op deze wijze geschorste lid houdt één
jaar na de datum van zijn schorsing automatisch op lid te zijn, tenzij met dezelfde
meerderheid besloten wordt, het lid in ere te herstellen.
-
b) Zolang het lid geschorst is, is het niet bevoegd enig recht uit hoofde van deze Overeenkomst
uit te oefenen, behalve het recht van opzegging, maar het lid blijft aan alle verplichtingen
gebonden.
Afdeling 3
Schorsing of beëindiging van het lidmaatschap van de Bank
Ieder lid dat geschorst is als lid van de Bank, of ophoudt lid van de Bank te zijn,
wordt automatisch als lid van de Associatie geschorst of houdt op lid van de Associatie
te zijn, al naar het geval zich voordoet.
Afdeling 4
Rechten en verplichtingen van regeringen die ophouden lid te zijn
-
a) Indien een regering ophoudt lid te zijn heeft zij geen rechten krachtens deze Overeenkomst
met uitzondering van die vervat in deze afdeling en in artikel X c), maar zij blijft
voor zover in deze afdeling niet anders wordt bepaald, aansprakelijk voor alle door
haar tegenover de Associatie als lid, debiteur, garant of anderszins aangegane financiële
verplichtingen.
-
b) Indien een regering ophoudt lid te zijn gaan de Associatie en de regering tot een
vereffening van hun financiële betrekkingen over. Als onderdeel van deze vereffening
kunnen de Associatie en de regering een regeling treffen inzake de aan de regering
te betalen bedragen ter zake van haar bijdrage en inzake het tijdstip waarop en de
valuta's waarin de betaling zal geschieden. In dit artikel wordt met betrekking tot
de regering van een lid de term „bijdrage” geacht zowel de eerste als ook aanvullende
bijdragen van die regering te omvatten.
-
c) Indien binnen zes maanden na de datum waarop de regering ophoudt lid te zijn of op
een ander door de Associatie en de regering overeen te komen tijdstip geen regeling
tot stand is gekomen, gelden de volgende bepalingen:
-
i) De regering wordt ontslagen van alle verdere aansprakelijkheid tegenover de Associatie
terzake van haar bijdrage, behalve dat zij verplicht is aan de Associatie onmiddellijk
alle door haar verschuldigde en op de datum waarop zij ophield lid te zijn nog onbetaalde
bedragen te betalen, welke naar de mening van de Associatie door haar benodigd zijn
om haar op die datum bestaande, in het kader van haar financieringswerkzaamheden gedane,
toezeggingen gestand te kunnen doen.
-
ii) De Associatie betaalt aan de regering de door haar terzake van haar bijdrage betaalde
gelden terug of de daaruit als terugbetaalde hoofdsommen voortgekomen gelden die zich
in het bezit van de Associatie bevinden op de datum waarop de regering ophield lid
te zijn, voorzover deze gelden naar de mening van de Associatie door haar niet benodigd
zijn om haar op die datum bestaande, in het kader van haar financieringswerkzaamheden
gedane, toezeggingen gestand te kunnen doen.
-
iii) De Associatie betaalt aan de regering een evenredig deel van alle terugbetaalde hoofdsommen
die door de Associatie ontvangen zijn na de datum waarop de regering ophield lid te
zijn, uit hoofde van voor die datum verstrekte leningen, met uitzondering van leningen
verstrekt uit aanvullende middelen die aan de Associatie verschaft zijn krachtens
regelingen welke bijzondere afwikkelingsrechten voorschrijven. Dit aandeel bedraagt
een deel van de totale hoofdsom dezer leningen, dat bepaald wordt door de verhouding
tussen het totale door de regering ter zake van haar bijdrage betaalde, en aan haar
niet ingevolge de bovenvermelde paragraaf ii) teruggestorte, bedrag, en het totale
door alle leden ter zake van hun bijdragen betaalde bedrag, dat gebruikt is of naar
de mening van de Associatie door haar benodigd zal zijn teneinde haar op de datum
waarop de regering ophield lid te zijn bestaande, in het kader van haar financieringswerkzaamheden
gedane, toezeggingen gestand te kunnen doen. Deze betaling door de Associatie geschiedt
in termijnen naarmate de terugbetaalde hoofdsommen door haar ontvangen worden maar
niet meer dan één keer per jaar. Deze termijnen worden betaald in de door de Associatie
ontvangen valuta's, maar de Associatie kan naar verkiezing in de valuta van de betrokken
regering betalen.
-
iv) Een bedrag dat aan een regering ter zake van haar bijdrage is verschuldigd kan ingehouden
worden zo lang die regering, of de regering van een gebiedsdeel waar deze Overeenkomst
van toepassing is of enig staatkundig onderdeel of enige instelling van een hunner
als debiteur of garant jegens de Associatie aansprakelijk blijft, en dit bedrag kan
naar verkiezing van de Associatie verrekend worden met een dergelijke verplichting
wanneer deze opeisbaar wordt.
-
v) In geen geval is een regering krachtens deze paragraaf c) gerechtigd in totaal meer
te ontvangen dan het kleinste van de twee volgende bedragen: a) het bedrag door de
regering ter zake van haar bijdrage betaald, of b) een deel van het volgens de boeken
van de Associatie berekende zuivere vermogen van de Associatie op de dag waarop de
regering ophield lid te zijn, te bepalen door de verhouding tussen de bijdrage van
de regering en het totale bedrag van de bijdragen van alle leden.
-
vi) Alle krachtens deze paragraaf te maken berekeningen geschieden op een door de Associatie
in redelijkheid te bepalen grondslag.
-
d) In geen geval wordt enig aan een regering krachtens deze afdeling verschuldigd bedrag
eerder uitbetaald dan zes maanden na de datum waarop zij ophield lid te zijn. Indien
de Associatie binnen zes maanden na de datum waarop een regering ophoudt lid te zijn
haar werkzaamheden overeenkomstig afdeling 5 van dit artikel opschort, worden alle
rechten van die regering door de bepalingen van afdeling 5 bepaald en wordt zij voor
de toepassing van afdeling 5 als lid van de Associatie beschouwd, met dien verstande
dat zij geen stemrecht heeft.
Afdeling 5
Opschorting van werkzaamheden en vereffening van verplichtingen
-
a) De Associatie kan bij besluit van de meerderheid van de Bestuurders die de meerderheid
van het totale stemrecht uitoefenen, voorgoed haar werkzaamheden opschorten. Na een
dergelijk besluit staakt de Associatie onmiddellijk alle werkzaamheden, behalve die
welke verband houden met het ordelijk te gelde maken, in stand houden en beschermen
van haar activa en de vereffening van haar verplichtingen. Tot het tijdstip van de
uiteindelijke vereffening van die verplichtingen en de uitkering van die activa blijft
de Associatie voortbestaan en blijven alle wederzijdse rechten en verplichtingen van
de Associatie en haar leden ingevolge deze Overeenkomst onverminderd van kracht, met
dien verstande dat geen lid wordt geschorst of zijn lidmaatschap kan opzeggen en dat
geen uitkering aan de leden wordt gedaan, behalve die welke in deze afdeling zijn
geregeld.
-
b) Geen uitkering wordt aan de leden gedaan ter zake van hun bijdragen voordat alle verplichtingen
aan crediteuren zijn voldaan of voorzieningen daartoe zijn getroffen en voordat een
meerderheid van de bestuurders die een meerderheid van het totale stemrecht uitoefenen,
besloten heeft tot een zodanige uitkering over te gaan.
-
c) Met inachtneming van het voorgaande, en van bijzondere regelingen getroffen ter zake
van de beschikking over aanvullende middelen in verband met de verstrekking daarvan
aan de Associatie, keert de Associatie haar activa aan de leden pro rata uit, in verhouding
tot de door hen ter zake van hun bijdragen betaalde bedragen. Iedere uitkering aan
een lid ingevolge de voorafgaande bepalingen van deze paragraaf c) vindt slechts plaats
na een voorafgaande vereffening van alle uitstaande vorderingen van de Associatie
op het lid. Een zodanige uitkering wordt verricht op zodanige tijdstippen, in zodanige
valuta's en hetzij in contanten, hetzij in andere activa, op de wijze als de Associatie
billijk en redelijk oordeelt. De uitkering behoeft wat betreft de aard van de uitgekeerde
vermogensbestanddelen of de valuta's waarin zij zijn uitgedrukt niet voor alle leden
gelijk te zijn.
-
d) Ieder lid dat door de Associatie ingevolge deze afdeling of afdeling 4 verdeelde activa
ontvangt, geniet ten aanzien daarvan dezelfde rechten als de Associatie voor hun verdeling
genoot.
Artikel VIII. Rechtspositie, immuniteiten en voorrechten
Afdeling 1
Doel van het artikel
Teneinde de Associatie in staat te stellen de aan haar toevertrouwde functies te vervullen,
worden de in dit artikel vermelde rechtspositie, immuniteiten en voorrechten aan de
Associatie toegekend op het grondgebied van elk lid.
Afdeling 2
Rechtspositie der Associatie
De Associatie bezit volledige rechtspersoonlijkheid en, in het bijzonder, de bevoegdheid:
-
i) overeenkomsten af te sluiten;
-
ii) roerende en onroerende goederen te verkrijgen of te vervreemden;
-
iii) rechtsgedingen aanhangig te maken.
Afdeling 3
Positie van de Associatie ten aanzien van gerechtelijke vervolging
Processen tegen de Associatie kunnen uitsluitend aanhangig gemaakt worden voor een
bevoegde rechter in de gebiedsdelen van een lid waarin de Associatie een kantoor heeft,
terzake domicilie heeft gekozen of waardepapieren heeft uitgegeven of gegarandeerd.
Er mogen echter geen processen tegen haar aanhangig worden gemaakt door leden of personen
die namens leden optreden of hun vorderingen aan leden ontlenen.
De eigendommen en andere activa der Associatie, waar deze zich ook bevinden en wie
deze ook in bezit heeft, zijn vrij van iedere vorm van inbeslagname, beslaglegging
of executie alvorens een eindvonnis tegen de Associatie is uitgesproken.
Afdeling 4
Vrijstelling der activa van inbeslagname
Eigendommen en andere activa van de Associatie, waar deze zich ook bevinden en wie
deze ook in bezit heeft, zijn vrij van visitatie, vordering, verbeurdverklaring, onteigening
of iedere andere vorm van beslaglegging op last van de uitvoerende of wetgevende macht.
Afdeling 5
Onschendbaarheid der archieven
De archieven der Associatie zijn onschendbaar.
Afdeling 6
Vrijstelling der activa van beperkende bepalingen
Voor zover zulks voor de uitvoering der in deze Overeenkomst vermelde werkzaamheden
nodig is, en behoudens de bepalingen van deze Overeenkomst, zijn alle eigendommen
en andere activa van de Associatie vrijgesteld van beperkingen, voorschriften, controles
en moratoria van welke aard ook.
Afdeling 7
Bevoorrechte behandeling van mededelingen
Door ieder lid wordt aan de officiële mededelingen van de Associatie dezelfde behandeling
toegekend als aan de officiële mededelingen van andere leden.
Afdeling 8
Immuniteiten en voorrechten van ambtenaren en employés
Alle bestuurders, bewindvoerders plaatsvervangers, ambtenaren en employés van de Associatie:
-
i) genieten onschendbaarheid ten aanzien van rechtsvervolging ter zake van handelingen
die zij uit hoofde van hun ambt hebben verricht, tenzij de Associatie van deze onschendbaarheid
afstand doet;
-
ii) genieten, voorzover zij niet de plaatselijke nationaliteit bezitten, dezelfde onschendbaarheid
ten aanzien van immigratiebeperkingen, registratieplicht voor vreemdelingen en nationale
dienstplicht en dezelfde faciliteiten ten aanzien van deviezenbeperkingen, als door
de leden aan de vertegenwoordigers, ambtenaren en employés van vergelijkbare rang
in dienst van andere leden worden toegekend;
-
iii) genieten dezelfde behandeling ten aanzien van reisfaciliteiten, als door de leden
aan de vertegenwoordigers, ambtenaren en employés van vergelijkbare rang, in dienst
van andere leden, wordt toegekend.
Afdeling 9
Vrijstelling van belasting
-
a) De Associatie, haar activa, eigendommen en inkomsten en haar werkzaamheden en transacties
waartoe zij door deze Overeenkomst gemachtigd is, genieten vrijdom van alle belastingen
en alle douanerechten. De Associatie is eveneens vrij van verantwoordelijkheid voor
de inning of betaling van enige belasting of heffing.
-
b) Er wordt geen belasting geheven op of ter zake van salarissen en vergoedingen door
de Associatie betaald aan bewindvoerders, plaatsvervangers, ambtenaren en employés
van de Associatie die geen staatsburger of onderdaan zijn van het land binnen hetwelk
de belasting wordt geheven.
-
c) Er wordt geen belasting van welke aard ook geheven op door de Associatie uitgegeven
schuldbekentenissen of andere waardepapieren (met inbegrip van enig dividend of rente
daarop), in wiens landen zij zich ook bevinden:
-
i) indien die belasting een onderscheid ten nadele van zulke schuldbekentenissen of andere
waardepapieren maakt uitsluitend op grond van het feit dat zij door de Associatie
zijn uitgegeven; of
-
ii) indien de enige rechtsgrond voor die belasting de plaats is waar, of de valuta waarin,
de papieren zijn uitgegeven, betaalbaar gesteld of betaald zijn, of de plaats waar
een kantoor der Associatie is gevestigd of waar zij zaken doet.
-
d) Er wordt geen belasting van welke aard ook geheven op door de Associatie gegarandeerde
schuldbekentenissen of andere waardepapieren (met inbegrip van enig dividend of interest
daarop), in wiens handen zij zich ook bevinden:
-
i) indien die belasting een onderscheid ten nadele van zulke schuldbekentenissen of andere
waardepapieren maakt uitsluitend op grond van het feit dat zij door de Associatie
zijn gegarandeerd; of
-
ii) indien de enige rechtsgrond voor die belasting de plaats is waar een kantoor der Associatie
is gevestigd of waar zij zaken doet.
Afdeling 10
Toepassing van het artikel
Ieder lid onderneemt in zijn gebiedsdelen de nodige stappen teneinde de in dit artikel
vervatte beginselen in zijn eigen wetsbepalingen tot gelding te brengen en stelt de
Associatie in bijzonderheden van de genomen maatregelen in kennis.
-
a) Ieder voorstel tot wijziging van deze Overeenkomst wordt, ongeacht of het afkomstig
is van een lid, een bestuurder of de bewindvoerders, ingediend bij de voorzitter van
de Raad van Bestuur, die het voorstel aan de Raad voorlegt.
Indien de voorgestelde wijziging door de Raad van Bestuur wordt goedgekeurd, vraagt
de Associatie, bij rondschrijven of per telegram, aan alle leden of zij de voorgestelde
wijziging aannemen. Wanneer drie-vijfde van de leden, die vier-vijfde van het totale
stemrecht uitoefenen, de voorgestelde wijziging hebben aangenomen, bericht de Associatie
dit door een officiële mededeling aan alle leden.
-
b) Niettegenstaande de bepalingen van paragraaf a), is de goedkeuring van alle leden
vereist in geval van een amendement dat wijzigingen aanbrengt in i) het recht om uit
de Associatie te treden, vervat in artikel VII, afdeling 1; ii) het recht verzekerd
door artikel III, afdeling 1 c); iii) de beperking der aansprakelijkheid vervat in
artikel II, afdeling 3.
Artikel X. Uitlegging en arbitrage
-
a) Iedere vraag omtrent de uitlegging der bepalingen van deze Overeenkomst die zich voordoet
tussen een lid en de Associatie of tussen leden van de Associatie onderling wordt
aan de bewindvoerders ter beslissing voorgelegd. Indien de vraag in bijzondere mate
een lid van de Associatie aangaat, dat niet gerechtigd is een bewindvoerder van de
Bank te benoemen, heeft dit lid het recht zich te doen vertegenwoordigen overeenkomstig
artikel VI, afdeling 4 g).
-
b) In elk geval waarin de bewindvoerders ingevolge paragraaf a) een beslissing hebben
genomen, kan een lid verzoeken, dat het geschilpunt wordt verwezen naar de Raad van
Bestuur, welks beslissing bindend is. Hangende de uitslag van de verwijzing naar de
Raad kan de Associatie, voor zover zij dit nodig acht, handelen op grond van de beslissing
van de bewindvoerders.
-
c) Wanneer een geschil ontstaat tussen de Associatie en een land, dat opgehouden heeft
lid te zijn, of tussen de Associatie en een lid na de staking der werkzaamheden van
de Associatie, wordt een dergelijk geschil onderworpen aan arbitrage door een tribunaal
van drie arbiters, waarvan er één door de Associatie benoemd wordt, een andere door
het betrokken land, en een scheidsrechter, die, tenzij partijen anders overeenkomen,
benoemd wordt door de President van het Internationale Gerechtshof of een andere autoriteit
die daarvoor bij een door de Associatie aangenomen regeling aangewezen is. De scheidsrechter
heeft de volledige bevoegdheid alle vragen betreffende de procedure te beslissen indien
ter zake daarvan onenigheid tussen partijen bestaat.
Artikel XI. Slotbepalingen
Afdeling 1
Inwerkingtreding
Deze Overeenkomst treedt in werking, wanneer zij ondertekend is namens regeringen
welker bijdragen tezamen niet minder dan 65 percent bedragen van de totale bijdragen
vermeld in Tabel A en wanneer de in afdeling 2 a) van dit artikel genoemde akten namens
hen zijn nedergelegd, maar deze Overeenkomst treedt in geen geval voor 15 september
1960 in werking.
Afdeling 2
Ondertekening
-
a) Iedere regering namens welke deze Overeenkomst is ondertekend, legt bij de Bank een
akte neder, waarin wordt verklaard, dat zij deze Overeenkomst heeft aanvaard in overeenstemming
met haar wetgeving en alle nodige stappen heeft ondernomen, om in staat te zijn al
haar verplichtingen die uit deze Overeenkomst voortvloeien, na te komen.
-
b) Iedere regering wordt lid van de Associatie met ingang van de datum waarop de hierboven
onder a) vermelde akte namens haar is nedergelegd, met dien verstande dat geen regering
lid wordt voordat deze Overeenkomst volgens afdeling 1 van dit artikel in werking
treedt.
-
c) Deze Overeenkomst blijft tot de sluitingstijd der kantoren op 31 december 1960, ten
hoofdkantore van de Bank, voor de regeringen van de in Tabel A genoemde staten ter
ondertekening openstaan, met dien verstande dat, indien de Overeenkomst op die datum
nog niet in werking is getreden, de bewindvoerders de periode tijdens welke deze Overeenkomst
ter ondertekening zal openstaan met niet meer dan zes maanden kunnen verlengen.
-
d) Nadat deze Overeenkomst in werking is getreden, staat zij ter ondertekening open voor
de regering van elke staat welks lidmaatschap in overeenstemming met artikel II, afdeling
1 b) is goedgekeurd.
Afdeling 3
Territoriale toepassing
Door ondertekening van deze Overeenkomst aanvaardt iedere regering haar zowel voor
zichzelf als voor alle gebiedsdelen voor welker internationale betrekkingen zij verantwoordelijk
is, behalve voor die welke die regering door middel van een schriftelijke kennisgeving
aan de Associatie heeft uitgesloten.
Afdeling 4
Aanvang der werkzaamheden van de Associatie
-
a) Zodra deze Overeenkomst krachtens afdeling 1 van dit artikel in werking getreden is,
roept de President een vergadering van de bewindvoerders bijeen.
-
b) De Associatie vangt haar werkzaamheden aan op de datum waarop die vergadering wordt
gehouden.
-
c) In afwachting van de eerste vergadering van de Raad van Bestuur, kunnen de bewindvoerders
alle bevoegdheden van de Raad van Bestuur uitoefenen, met uitzondering van die welke
krachtens deze Overeenkomst aan de Raad van Bestuur zijn voorbehouden.
Afdeling 5
Registratie
De Bank is gemachtigd deze Overeenkomst bij het secretariaat van de Verenigde Naties
overeenkomstig artikel 102 van het Handvest van de Verenigde Naties en het ter uitvoering daarvan door de Algemene Vergadering goedgekeurde Reglement
te registreren.