Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland [...] en andere tussen beide landen bestaande problemen, 's-Gravenhage, 08-04-1960

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-08-1963 t/m heden

Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot regeling van met de grens verband houdende vraagstukken en andere tussen beide landen bestaande problemen

Authentiek : NL

Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland tot regeling van met de grens verband houdende vraagstukken en andere tussen beide landen bestaande problemen

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden en de President van de Bondsrepubliek Duitsland,

Verlangend, de vriendschappelijke betrekkingen tussen de beide landen te bevorderen en zo gunstig mogelijke voorwaarden te scheppen voor de door beide staten gevolgde politiek van westelijke samenwerking en Europese integratie,

Zijn overeengekomen, tussen Hun beide landen bestaande meningsverschillen binnen de door het recht geboden mogelijkheden aan een algemene verdragsregeling te onderwerpen,

En hebben daartoe tot Hun gevolmachtigden benoemd:

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

de Heer J. M. A. H. Luns, Minister van Buitenlandse Zaken, en

de Heer H. R. van Houten, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

De President van de Bondsrepubliek Duitsland:

de Heer Heinrich von Brentano, Bondsminister voor Buitenlandse Zaken, en

de Heer Rolf Lahr, buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur,

Die, na uitwisseling van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, het volgende zijn overeengekomen:

Artikel 1

Ter regeling van het verloop der gemeenschappelijke landgrens, van de grenswateren, van het grondbezit in de nabijheid van de grens, van het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en van andere met de grens verband houdende vraagstukken wordt het Grensverdrag gesloten.

Ter regeling van de samenwerking in de Eemsmonding wordt het Eems-Dollardverdrag gesloten.

Inzake de regeling van financiële vraagstukken en inzake uitkeringen ten gunste van Nederlandse slachtoffers van de nationaal-socialistische vervolging wordt het Financiële Verdrag gesloten.

Ter beslissing over geschillen inzake de uitlegging of toepassing van de Herziene Rijnvaartakte van 1868 (Akte van Mannheim) wordt een Overeenkomst tot aanvaarding van de verplichte rechtsmacht van het Internationale Gerechtshof gesloten.

Inzake Nederlandse oorlogsgraven in de Bondsrepubliek Duitsland wordt de Oorlogsgravenovereenkomst gesloten.

Artikel 3

Dit Verdrag geldt eveneens voor het „Land” Berlijn, tenzij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland binnen drie maanden na de inwerkingtreding van dit Verdrag de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden mededeling doet van het tegendeel.

Artikel 4

Dit Verdrag moet worden bekrachtigd; de akten van bekrachtiging dienen zo spoedig mogelijk te Bonn te worden uitgewisseld.

Dit Verdrag met zijn in artikel 1 genoemde bestanddelen treedt een maand na de uitwisseling der akten van bekrachtiging in werking.

TEN BLIJKE WAARVAN de gevolmachtigden der Hoge Verdragsluitende Partijen dit Verdrag hebben ondertekend en van hun zegel hebben voorzien.

Gedaan te 's-Gravenhage, 8 april 1960, in tweevoud, in de Nederlandse en de Duitse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) J. LUNS

(w.g.) H. R. VAN HOUTEN

Voor de Bondsrepubliek Duitsland:

(w.g.) VON BRENTANO

(w.g.) LAHR

Naar boven