De Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Oostenrijk, het Koninkrijk België, de Franse
Republiek, het Koninkrijk Griekenland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom
Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden, de Zwitserse Bondsstaat en de Turkse Republiek,
leden van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand,
Verlangende de doeltreffendheid en de uitvoerbaarheid van beslissingen betreffende
verbetering van akten van de Burgerlijke Stand in het grondgebied van hun Staten te
verzekeren,
Zijn het volgende overeengekomen:
In deze Overeenkomst wordt onder „beslissing tot verbetering” verstaan iedere beslissing
van de bevoegde autoriteit welke, zonder een uitspraak te geven over een vraag betreffende
de staat van personen of over het recht op een adellijke titel of een eretitel, een
fout in een akte van de Burgerlijke Stand verbetert.
De autoriteit van een der Overeenkomstsluitende Staten, bevoegd tot het nemen van
een beslissing tot verbetering van een fout in een op het grondgebied van die Staat
opgemaakte akte van de Burgerlijke Stand, is eveneens bevoegd bij deze beslissing
dezelfde fout te verbeteren in een akte betreffende dezelfde persoon of zijn afstammelingen,
welke akte nadien op het grondgebied van een andere Overeenkomstsluitende Staat is
opgemaakt.
Deze beslissing is zonder verdere formaliteiten op het grondgebied van deze andere
Staat uitvoerbaar.
Te dien einde is de bevoegde autoriteit van de Staat waar de beslissing is genomen,
gehouden een afschrift van deze beslissing en een afschrift van de verbeterde akte
toe te zenden aan de bevoegde autoriteit van de Staat waar genoemde beslissing eveneens
ten uitvoer moet worden gelegd.
Indien door de bevoegde autoriteit van een van de Overeenkomstsluitende Staten een
beslissing tot verbetering van een akte van de Burgerlijke Stand is genomen, dan worden
dienvolgens de registers van de Burgerlijke Stand van een andere Overeenkomstsluitende
Staat, waarin die akte is overgeschreven of van die akte is melding gemaakt, verbeterd.
Hiervoor behoeven slechts een afschrift van de beslissing tot verbetering en een afschrift
van de verbeterde akte te worden overgelegd.
Indien de verbetering buiten de werkingssfeer van deze Overeenkomst valt of zelf foutief
is, kan de tenuitvoerlegging daarvan, in afwijking van het in de artikelen 2 en 3
bepaalde, worden geweigerd bij een met redenen omklede beslissing van de door iedere
Overeenkomstsluitende Staat in de Bijlage aangewezen gerechtelijke autoriteit of hogere
administratieve instantie.
Deze weigering wordt ter kennis gebracht van de autoriteit van de Staat waar de beslissing
tot verbetering is genomen.
De autoriteiten bevoegd tot het toezenden of ontvangen van de toegezonden stukken
of kennisgevingen worden voor iedere Overeenkomstsluitende Staat in de bij deze Overeenkomst
gevoegde Bijlage aangewezen.
Deze autoriteiten kunnen rechtstreeks met elkander briefwisseling voeren.
De Overeenkomstsluitende Staten stellen de Zwitserse Bondsraad ervan in kennis, dat
de door hun Grondwet vereiste procedures voor de inwerkingtreding van deze Overeenkomst
op hun grondgebied zijn vervuld.
De Zwitserse Bondsraad doet de Overeenkomstsluitende Staten en de Secretaris-Generaal
van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand mededeling van iedere kennisgeving
in de zin van het vorige lid.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de dertigste dag te rekenen van de datum van
nederlegging van de tweede kennisgeving en is van dat tijdstip af van kracht tussen
de beide Staten die deze formaliteit vervuld hebben.
Voor iedere ondertekenende Staat die de in het vorige artikel bedoelde formaliteit
later vervult, wordt deze Overeenkomst van kracht te rekenen van de dertigste dag
na de datum van nederlegging van zijn kennisgeving.
Deze Overeenkomst is van rechtswege van toepassing in het gehele moederland van elke
Overeenkomstsluitende Staat.
Elke Overeenkomstsluitende Staat kan bij de ondertekening, de in artikel 6 bedoelde
kennisgeving, de toetreding of nadien door middel van een aan de Zwitserse Bondsraad
gerichte kennisgeving verklaren, dat de bepalingen van deze Overeenkomst van toepassing
zullen zijn in een of meer van zijn buiten het moederland gelegen gebieden, van de
staten of van de gebieden voor welker internationale betrekkingen hij verantwoordelijk
is.
De Zwitserse Bondsraad doet van laatstgenoemde kennisgeving mededeling aan elk der
Overeenkomstsluitende Staten en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie
voor de Burgerlijke Stand. De bepalingen van deze Overeenkomst worden van toepassing
in het gebied of de gebieden in de kennisgeving aangewezen, op de zestigste dag na
de datum waarop de Zwitserse Bondsraad bedoelde kennisgeving heeft ontvangen.
Iedere Staat die een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig het bepaalde in het
tweede lid van dit artikel kan nadien op ieder tijdstip door middel van een aan de
Zwitserse Bondsraad gerichte kennisgeving verklaren, dat deze Overeenkomst zal ophouden
van toepassing te zijn in een of meer van de staten en gebieden die in de verklaring
zijn genoemd.
De Zwitserse Bondsraad doet van deze kennisgeving mededeling aan elk der Overeenkomstsluitende
Staten en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke
Stand.
De Overeenkomst houdt op van toepassing te zijn in de bedoelde gebieden op de zestigste
dag na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad de voornoemde kennisgeving heeft ontvangen.
Iedere Lid-Staat van de Raad van Europa of de Internationale Commissie voor de Burgerlijke
Stand kan tot deze Overeenkomst toetreden. De Staat die wenst toe te treden, geeft
van zijn voornemen kennis door middel van een akte die wordt nedergelegd bij de Zwitserse
Bondsraad. Deze doet van elke nederlegging van een akte van toetreding mededeling
aan elk der Overeenkomstsluitende Staten, en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale
Commissie voor de Burgerlijke Stand. Ten aanzien van de toetredende Staat treedt de
Overeenkomst in werking op de dertigste dag na de datum van nederlegging van de akte
van toetreding.
De nederlegging van de akte van toetreding kan niet plaats hebben dan nadat deze Overeenkomst
in werking is getreden.
Deze Overeenkomst blijft voor onbepaalde tijd van kracht. Ieder der Overeenkomstsluitende
Staten heeft evenwel de bevoegdheid haar te allen tijde op te zeggen door middel van
een schriftelijke kennisgeving, gericht aan de Zwitserse Bondsraad, die de andere
Overeenkomstsluitende Staten en de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie
voor de Burgerlijke Stand hiervan mededeling doet.
Van deze bevoegdheid tot opzegging kan echter eerst gebruik worden gemaakt na het
verstrijken van een termijn van vijf jaar te rekenen van de datum van de in artikel
6 bedoelde kennisgeving of van de toetreding af.
De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad
de in het eerste lid van dit artikel bedoelde kennisgeving heeft ontvangen.