Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg betreffende [...] op het gebied der diplomatieke vertegenwoordiging, 's-Gravenhage, 24-03-1964

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 08-10-1965 t/m heden

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg betreffende samenwerking op het gebied der diplomatieke vertegenwoordiging

Authentiek : NL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Groothertogdom Luxemburg betreffende samenwerking op het gebied der diplomatieke vertegenwoordiging

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden

en

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg,

Overwegende dat op grond van een gevestigde traditie de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigingen zorg dragen voor de vertegenwoordiging van het Groothertogdom Luxemburg en de behartiging van zijn belangen in de Staten waar het Groothertogdom Luxemburg geen diplomatieke vertegenwoordigingen onderhoudt;

Gelet op de overeenkomst welke te dezer zake werd gesloten door nota's gewisseld te 's-Gravenhage op 6 en 7 januari 1880;

Verlangende een nieuwe grondslag te leggen voor Hun samenwerking op dit gebied, daarbij rekening houdende met het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer van 18 april 1961;

Hebben besloten te dien einde een verdrag te sluiten en hebben daartoe tot Hun gevolmachtigden benoemd:

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:

Zijne Excellentie de Heer J. M. A. H. Luns, Minister van Buitenlandse Zaken,

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg:

Zijne Excellentie de Heer Eugène Schaus, Vice-President van de Regering en Minister van Buitenlandse Zaken;

Zijne Excellentie de Heer P. Schulté, Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur van Luxemburg te 's-Gravenhage;

die, na elkaar hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben overgelegd, zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1

  • 1 De Hoge Verdragsluitende Partijen werken overeenkomstig het bepaalde in de volgende artikelen samen teneinde in Staten waarbij het Groothertogdom Luxemburg geen diplomatieke vertegenwoordiger heeft geaccrediteerd, dan wel waar tijdelijk geen bevoegde Luxemburgse diplomatieke vertegenwoordiger aanwezig is, de vertegenwoordiging van het Groothertogdom Luxemburg of de behartiging van de Luxemburgse belangen te doen verzekeren door de bij die Staten geaccrediteerde Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers.

  • 2 Voor zover zulks krachtens het internationale recht is vereist, worden de bepalingen van dit verdrag slechts toegepast met instemming van de betrokken derde Staten.

Artikel 2

  • 1 Op verzoek van de Regering van het Groothertogdom Luxemburg treft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de noodzakelijke voorzieningen teneinde in een Staat waarbij het Groothertogdom Luxemburg geen diplomatieke vertegenwoordiger heeft geaccrediteerd

    • a. het bij die Staat geaccrediteerde hoofd van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging tevens te kunnen doen accrediteren door het Groothertogdom Luxemburg, dan wel

    • b. de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging bij die Staat te belasten met de behartiging van de Luxemburgse belangen.

  • 2 De twee Regeringen beslissen in onderlinge overeenstemming welke van de beide hierboven genoemde vormen van samenwerking in ieder afzonderlijk geval zal worden toegepast.

Artikel 3

De Regering van het Groothertogdom Luxemburg kan de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden verzoeken in een Staat waarbij het Groothertogdom Luxemburg een diplomatieke vertegenwoordiging heeft geaccrediteerd, de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiger met de behartiging van de Luxemburgse belangen te belasten, indien tijdelijk geen bevoegde Luxemburgse diplomatieke vertegenwoordiger aanwezig is dan wel deze niet in staat is zijn functie uit te oefenen.

Artikel 4

Het hoofd van een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging die tevens door het Groothertogdom Luxemburg is geaccrediteerd, kan zich in die hoedanigheid doen vertegenwoordigen of doen bijstaan door de leden van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging. Indien als hoofd van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging een tijdelijk zaakgelastigde optreedt, treedt deze tevens op als tijdelijk zaakgelastigde van het Groothertogdom Luxemburg.

Artikel 5

  • 1 In de verschillende gevallen bedoeld in de voorgaande artikelen oefenen de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers de bevoegdheden uit welke krachtens het internationaal recht en de internationale gebruiken, alsmede krachtens de wetten en gebruiken van het Groothertogdom Luxemburg, naar gelang van het geval, toekomen aan het hoofd of een lid van een diplomatieke vertegenwoordiging.

  • 2 Het vorenstaande geldt evenwel met dien verstande dat de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers, voor zover naar hun oordeel de Luxemburgse belangen niet een onmiddellijk optreden vereisen, hun werkzaamheden beperken tot die welke de Regering van het Groothertogdom Luxemburg hun verzoekt te verrichten.

Artikel 6

  • 1 De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden is niet gehouden een door de Regering van het Groothertogdom Luxemburg krachtens het onderhavige verdrag gedaan verzoek in te willigen, indien zij van oordeel is dat zulks in strijd zou zijn met haar eigen belangen.

  • 2 Ieder der beide regeringen kan, in bijzondere gevallen, te allen tijde de krachtens het onderhavige verdrag getroffen voorzieningen beëindigen.

  • 3 In de gevallen bedoeld in het onderhavige artikel is de Regering van het Groothertogdom Luxemburg vrij op andere wijze de vertegenwoordiging van Luxemburg of de behartiging van zijn belangen te verzekeren. Hetzelfde geldt indien het Koninkrijk der Nederlanden geen diplomatieke vertegenwoordiging heeft geaccrediteerd bij een Staat waar de Regering van het Groothertogdom Luxemburg de vertegenwoordiging van het Groothertogdom of de behartiging van zijn belangen wenst te verzekeren.

Artikel 7

Het Groothertogdom Luxemburg vergoedt aan het Koninkrijk der Nederlanden de kosten welke uitsluitend in het belang van het Groothertogdom Luxemburg en zijn onderdanen door de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigingen zijn gemaakt.

Artikel 8

Op verzoek van de Regering van het Groothertogdom Luxemburg kunnen de beide regeringen, in onderlinge overeenstemming, aan de bepalingen van het onderhavige verdrag toepassing geven met betrekking tot de vertegenwoordiging van het Groothertogdom Luxemburg of de behartiging van de Luxemburgse belangen bij internationale organisaties.

Artikel 9

De Ministers van Buitenlandse Zaken van de Hoge Verdragsluitende Partijen treffen in onderlinge overeenstemming de nodige regelingen om de toepassing van het onderhavige Verdrag te verzekeren, in het bijzonder met betrekking tot de verbindingen tussen de Luxemburgse Regering en de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigingen.

Artikel 10

Voor zover de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordigers niet optreden als vertegenwoordigers van het Groothertogdom Luxemburg, zal alleen het Koninkrijk der Nederlanden worden beschouwd als de zendstaat van deze diplomatieke vertegenwoordigers.

Artikel 11

  • 1 Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag wordt de overeenkomst vervat in de op 6 en 7 januari 1880 te 's-Gravenhage gewisselde nota's betreffende de diplomatieke en consulaire vertegenwoordiging van het Groothertogdom Luxemburg door het Koninkrijk der Nederlanden, beëindigd.

  • 2 Het onderhavige verdrag doet geen afbreuk aan de voorzieningen die krachtens de Overeenkomst tot oprichting van de Belgisch-Luxemburgse economische unie zijn getroffen, voor zover deze betrekking hebben op de consulaire vertegenwoordiging van het Groothertogdom Luxemburg, alsmede op de behartiging van de economische en financiële belangen van deze unie.

Artikel 12

Ieder der beide Hoge Verdragsluitende Partijen kan dit verdrag te allen tijde, met inachtneming van een termijn van drie maanden, door middel van een tot de andere partij gerichte schriftelijke kennisgeving, opzeggen.

Artikel 13

Dit verdrag dient te worden bekrachtigd; de akten van bekrachtiging worden zo spoedig mogelijk te Luxemburg uitgewisseld.

Dit verdrag treedt een maand na de uitwisseling der akten van bekrachtiging in werking.

TEN BLIJKE WAARVAN de bovengenoemde gevolmachtigden der Hoge Verdragsluitende Partijen dit Verdrag hebben ondertekend en van hun zegel hebben voorzien.

GEDAAN te 's-Gravenhage, 24 maart 1964, in tweevoud, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) J. LUNS

(w.g.) REUCHLIN

Voor het Groothertogdom Luxemburg

(w.g.) E. SCHAUS

(w.g.) P. SCHULTÉ

Naar boven