De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Japan,
De wens koesterende een Overeenkomst te sluiten tot het vermijden van dubbele belasting
met betrekking tot belastingen naar het inkomen,
Zijn het volgende overeengekomen:
Deze Overeenkomst is van toepassing op personen die inwoner zijn van een van de landen
of van beide landen.
-
2 Voor de toepassing van de Overeenkomst in een land heeft, tenzij het zinsverband anders
vereist, elke in deze Overeenkomst niet anders omschreven uitdrukking de betekenis
welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van dat land met betrekking tot de
belastingen waarop deze Overeenkomst van toepassing is.
-
1 Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking „inwoner van een
land” iedere persoon die, ingevolge de wetgeving van dat land, aldaar aan belasting
is onderworpen op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van zetel of hoofdkantoor,
plaats van leiding of enige andere soortgelijke omstandigheid, maar de uitdrukking
omvat niet een persoon die in dat land slechts dan aan belasting is onderworpen, indien
hij inkomen uit bronnen in dat land verkrijgt.
-
4 Een onderneming van een land wordt geacht een vaste inrichting in het andere land
te bezitten, indien zij in dat andere land gedurende langer dan twaalf maanden werkzaamheden
van toezichthoudende aard verricht in verband met de uitvoering van een bouwwerk of
constructie- of montagewerkzaamheden die in dat andere land worden uitgevoerd.
-
6 Een onderneming van een land wordt niet geacht een vaste inrichting in het andere
land te bezitten op grond van de enkele omstandigheid dat zij aldaar zaken doet door
middel van een makelaar, commissionair of enige andere onafhankelijke vertegenwoordiger,
indien deze personen in de normale uitoefening van hun bedrijf handelen.
-
7 De enkele omstandigheid dat een lichaam dat inwoner is van een land, een lichaam beheerst
of door een lichaam wordt beheerst, dat inwoner is van het andere land of dat in dat
andere land zaken doet (hetzij met behulp van een vaste inrichting, hetzij op andere
wijze), stempelt een van de beide lichamen niet tot een vaste inrichting van het andere.
Indien op grond van een bepaling van deze Overeenkomst in een land vermindering van
belasting over bepaalde inkomsten moet worden verleend en ingevolge de in het andere
land geldende wetgeving een natuurlijke persoon ter zake van die inkomsten niet voor
het volle bedrag aan belasting is onderworpen, doch slechts voor zover die inkomsten
naar dat andere land zijn overgemaakt of aldaar zijn ontvangen, vindt de vermindering
die het eerstbedoelde land ingevolge deze Overeenkomst moet verlenen, slechts toepassing
op het gedeelte van de inkomsten dat naar het andere land is overgemaakt of aldaar
is ontvangen.
-
2 De uitdrukking „onroerende goederen” heeft de betekenis die daaraan wordt toegekend
door de wetgeving van het land waar de desbetreffende goederen zijn gelegen. De uitdrukking
omvat in ieder geval de goederen die bij de onroerende goederen behoren, levende en
dode have van landbouw- en bosbedrijven, rechten waarop de bepalingen van het privaatrecht
betreffende onroerende goederen van toepassing zijn, vruchtgebruik van onroerende
goederen en rechten op veranderlijke of vaste vergoedingen ter zake van de exploitatie,
of concessie tot exploitatie, van minerale aardlagen, bronnen en andere natuurlijke
rijkdommen; schepen en luchtvaartuigen worden niet als onroerende goederen beschouwd.
-
3 De bepaling van het eerste lid is van toepassing op de inkomsten verkregen uit de
rechtstreekse exploitatie, uit het verhuren of verpachten, of uit elke andere vorm
van exploitatie van onroerende goederen.
-
1 De voordelen van een onderneming van een land zijn slechts in dat land belastbaar,
tenzij de onderneming in het andere land haar bedrijf uitoefent met behulp van een
aldaar gevestigde vaste inrichting. Indien de onderneming aldus haar bedrijf uitoefent,
mogen de voordelen van de onderneming in het andere land worden belast, maar slechts
in zoverre als zij aan die vaste inrichting kunnen worden toegerekend.
-
2 Indien een onderneming van een land in het andere land haar bedrijf uitoefent met
behulp van een aldaar gevestigde vaste inrichting, worden in elk van de landen aan
die vaste inrichting de voordelen toegerekend die zij geacht zou kunnen worden te
behalen, indien zij een zelfstandige onderneming zou zijn die dezelfde of soortgelijke
werkzaamheden zou uitoefenen onder dezelfde of soortgelijke omstandigheden en die
geheel onafhankelijk transacties zou aangaan met de onderneming waarvan zij een vaste
inrichting is.
-
3 Bij het bepalen van de voordelen van een vaste inrichting worden in aftrek toegelaten
kosten - daaronder begrepen kosten van de leiding en algemene beheerskosten - die
ten behoeve van de vaste inrichting zijn gemaakt, hetzij in het land waar de vaste
inrichting is gevestigd, hetzij elders.
-
4 Voor zover het in een land gebruikelijk was de aan een vaste inrichting toe te rekenen
voordelen te bepalen op basis van een verdeling van de totale winst van de onderneming
over haar verschillende delen, belet het tweede lid dat land niet de te belasten voordelen
te bepalen volgens de gebruikelijke verdeling; de gevolgde methode van verdeling moet
echter zodanig zijn, dat het resultaat in overeenstemming is met de in dit artikel
neergelegde beginselen.
-
2 Met betrekking tot de exploitatie van schepen of luchtvaartuigen in internationaal
verkeer door een onderneming van een land is die onderneming, indien het een Nederlandse
onderneming betreft, ook vrijgesteld van de ondernemingsbelasting in Japan en, indien
het een Japanse onderneming betreft, ook vrijgesteld van elke belasting die gelijksoortig
is aan de ondernemingsbelasting in Japan en in de toekomst in Nederland mocht worden
geheven.
Indien:
-
(a) een onderneming van een land onmiddellijk of middellijk deelneemt aan de leiding van,
aan het toezicht op dan wel in het kapitaal van een onderneming van het andere land,
of
-
(b) dezelfde personen onmiddellijk of middellijk deelnemen aan de leiding van, aan het
toezicht op dan wel in het kapitaal van een onderneming van een land en een onderneming
van het andere land,
en in het ene of in het andere geval tussen de beide ondernemingen in haar handelsbetrekkingen
of financiële betrekkingen voorwaarden worden aanvaard of opgelegd, die afwijken van
die welke zouden worden overeengekomen tussen onafhankelijke ondernemingen, mogen
alle voordelen die zonder deze voorwaarden zouden zijn opgekomen aan een van de ondernemingen,
maar ten gevolge van die voorwaarden haar niet zijn opgekomen, worden begrepen in
de voordelen van die onderneming en dienovereenkomstig worden belast.
-
2 Deze dividenden mogen echter in het land waarvan het lichaam dat de dividenden betaalt
inwoner is, overeenkomstig de wetgeving van dat land worden belast, maar de aldus
geheven belasting mag 15 percent van het bruto-bedrag van de dividenden niet overschrijden.
-
3 Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, mag de aldus geheven belasting
5 percent van het bruto bedrag van de dividenden niet overschrijden, indien de genieter
van de dividenden een lichaam is dat ten minste 25 percent bezit van de stemgerechtigde
aandelen van het lichaam dat de dividenden betaalt gedurende de periode van zes maanden
onmiddellijk voorafgaande aan het einde van het boekjaar waarover de winstuitdeling
plaatsvindt.
-
5 De uitdrukking „dividenden”, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit
aandelen, winstaandelen of winstbewijzen, oprichtersaandelen of andere rechten, met
uitzondering van schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst,
alsmede inkomsten uit andere vennootschappelijke rechten die door de belastingwetgeving
van het land waarvan het lichaam dat de uitdeling doet inwoner is, met inkomsten uit
aandelen worden gelijkgesteld.
-
6 De bepalingen van het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing, indien
de genieter van de dividenden, die inwoner is van een land, in het andere land waarvan
het lichaam dat de dividenden betaalt inwoner is, een vaste inrichting heeft en het
aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, tot het bedrijfsvermogen
van die vaste inrichting behoort. In een zodanig geval zijn de bepalingen van artikel 8 van toepassing.
-
7 Indien een lichaam dat inwoner is van een land, voordelen of inkomsten verkrijgt uit
het andere land, mag dat andere land geen belasting heffen op de dividenden betaald
door het lichaam aan personen die geen inwoner zijn van dat andere land, noch de niet-uitgedeelde
winst van het lichaam onderwerpen aan een belasting op niet-uitgedeelde winst, zelfs
indien de betaalde dividenden of de niet-uitgedeelde winst geheel of gedeeltelijk
bestaan uit voordelen of inkomsten die uit dat andere land afkomstig zijn.
-
2 Deze interest mag echter in het land waaruit zij afkomstig is, overeenkomstig de wetgeving
van dat land worden belast, maar de aldus geheven belasting mag 10 percent van het
bruto-bedrag van de interest niet overschrijden.
-
4 De uitdrukking „interest”, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit overheidsleningen,
obligaties of schuldbewijzen, al dan niet verzekerd door hypotheek en al dan niet
aanspraak gevende op een aandeel in de winst, en schuldvorderingen van welke aard
ook, alsmede alle andere inkomsten die door de belastingwetgeving van het land waaruit
de inkomsten afkomstig zijn, met inkomsten uit geldlening worden gelijkgesteld.
-
5 De bepalingen van het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing, indien de
genieter van de interest, die inwoner is van een land, in het andere land waaruit
de interest afkomstig is, een vaste inrichting heeft en de vordering uit hoofde waarvan
de interest verschuldigd is, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting behoort.
In een zodanig geval zijn de bepalingen van artikel 8 van toepassing.
-
6 Interest wordt geacht uit een land afkomstig te zijn, indien zij wordt betaald door
dat land zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk
lichaam of door een inwoner van dat land. Indien evenwel de persoon die de interest
betaalt, ongeacht of hij inwoner van een land is of niet, in een land een vaste inrichting
heeft, waarvoor de schuld ter zake waarvan de interest wordt betaald, was aangegaan,
en deze interest ten laste komt van die vaste inrichting, wordt deze interest geacht
afkomstig te zijn uit het land waar de vaste inrichting is gelegen.
-
7 Indien, tengevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de schuldeiser
of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde interest in aanmerking
nemende de schuldvordering ter zake waarvan zij wordt betaald, hoger is dan het bedrag
dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de schuldeiser zou zijn overeengekomen,
vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag toepassing.
In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van de betaalde bedragen belastbaar
overeenkomstig de wetgeving van elk van de landen, zulks met inachtneming van de overige
bepalingen van deze Overeenkomst.
-
2 Deze royalty's mogen echter in het land waaruit ze afkomstig zijn, overeenkomstig
de wetgeving van dat land worden belast, maar de aldus geheven belasting mag 10 percent
van het bruto-bedrag van de royalty's niet overschrijden.
-
3 De uitdrukking „royalty's”, zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van
welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht
op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap - daaronder begrepen
films -, van een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een
plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, dan wel voor het gebruik van, of
het recht van gebruik van, nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke
uitrusting, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid,
handel of wetenschap.
-
4 De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de genieter
van de royalty's, die inwoner is van een land, in het andere land waaruit de royalty's
afkomstig zijn, een vaste inrichting heeft en het recht of de zaak uit hoofde waarvan
de royalty's verschuldigd zijn, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting
behoort. In een zodanig geval zijn de bepalingen van artikel 8 van toepassing.
-
5 Royalty's worden geacht uit een land afkomstig te zijn, indien zij worden betaald
door dat land zelf, door een staatkundig onderdeel, door een plaatselijk publiekrechtelijk
lichaam of door een inwoner van dat land. Indien evenwel de persoon die de royalty's
betaalt, ongeacht of hij inwoner van een land is of niet, in een land een vaste inrichting
heeft, waarvoor de verplichting tot het betalen van de royalty's was aangegaan, en
deze royalty's ten laste komen van die vaste inrichting, worden deze royalty's geacht
afkomstig te zijn uit het land waar de vaste inrichting is gelegen.
-
6 Indien, ten gevolge van een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de schuldeiser
of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de betaalde royalty's, in aanmerking
nemende het gebruik, het recht of de inlichtingen waarvoor zij worden betaald, hoger
is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de schuldeiser
zou zijn overeengekomen, vinden de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde
bedrag toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde
bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de landen, zulks met inachtneming
van de overige bepalingen van deze Overeenkomst.
-
1 Voordelen verkregen uit de vervreemding van onroerende goederen, zoals omschreven
in artikel 7, tweede lid, mogen worden belast in het land waar deze goederen zijn gelegen.
-
2 Voordelen verkregen uit de vervreemding van zaken (andere dan onroerende goederen)
deel uitmakende van het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting die een onderneming
van een land in het andere land heeft, of van zaken (andere dan onroerende goederen)
behorende tot een vast middelpunt dat een inwoner van een land in het andere land
tot zijn beschikking heeft voor de uitoefening van een vrij beroep - daaronder begrepen
voordelen verkregen uit de vervreemding van de vaste inrichting (alleen of tezamen
met de gehele onderneming) of van het vaste middelpunt - mogen in dat andere land
worden belast.
-
3 Niettegenstaande de bepalingen van het tweede lid, zijn voordelen verkregen door een
inwoner van een land uit de vervreemding van schepen en luchtvaartuigen die in internationaal
verkeer worden geëxploiteerd, en van zaken (andere dan onroerende goederen) die worden
gebruikt bij de exploitatie van deze schepen en luchtvaartuigen, slechts in dat land
belastbaar.
-
5 De bepaling van het vierde lid tast niet aan het recht van een land overeenkomstig
zijn eigen wetgeving belasting te heffen op voordelen uit de vervreemding van aandelen
of winstbewijzen in een lichaam waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk in aandelen
is verdeeld en dat inwoner is van dat land, verkregen door een natuurlijke persoon
die inwoner is van het andere land en in de vijf jaren voorafgaande aan de vervreemding
van de aandelen of winstbewijzen te eniger tijd inwoner van het eerstbedoelde land
is geweest.
-
1 Voordelen verkregen door een inwoner van een land in de uitoefening van een vrij beroep
of ter zake van andere zelfstandige werkzaamheden van soortgelijke aard zijn slechts
in dat land belastbaar, tenzij hij in het andere land voor het verrichten van zijn
werkzaamheden geregeld over een vast middelpunt beschikt. Indien hij over zulk een
vast middelpunt beschikt, mogen de voordelen in het andere land worden belast, maar
slechts in zoverre als zij aan dat vaste middelpunt kunnen worden toegerekend.
-
2 De uitdrukking „vrij beroep” sluit in het bijzonder in zelfstandige werkzaamheden
op het gebied van wetenschap, letterkunde, kunst, opvoeding of onderwijs, alsmede
de zelfstandige werkzaamheden van artsen, advocaten, technici, architecten, tandartsen
en accountants.
-
1 Onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 17, 19, 20 en 21 zijn salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner
van een land ter zake van een dienstbetrekking slechts in dat land belastbaar, tenzij
de dienstbetrekking in het andere land wordt uitgeoefend. Indien de dienstbetrekking
aldaar wordt uitgeoefend, mag de ter zake daarvan verkregen beloning in dat andere
land worden belast.
Beloningen verkregen door een inwoner van een land in zijn hoedanigheid van lid van
de raad van beheer of van de raad van toezicht van een lichaam dat inwoner van het
andere land is, mogen in dat andere land worden belast.
-
1 Niettegenstaande de bepalingen van de artikelen 15 en 16 mogen voordelen of inkomsten, verkregen door beroepsartiesten, zoals toneelspelers,
film-, radio- of televisieartiesten en musici, alsmede door sportbeoefenaars, uit
hun persoonlijke werkzaamheden als zodanig, worden belast in het land waarin deze
werkzaamheden worden verricht.
-
2 Niettegenstaande enige bepalingen in deze Overeenkomst mogen, indien de diensten van
een beroepsartiest of een sportbeoefenaar als bedoeld in het eerste lid in een land
worden verschaft door een onderneming van het andere land, de door die onderneming
uit het verschaffen van die diensten verkregen voordelen in het eerstbedoelde land
worden belast, indien de beroepsartiest of de sportbeoefenaar die de diensten verleent
die onderneming onmiddellijk of middellijk beheerst.
Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 20, eerste en tweede lid, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald aan een inwoner van een
land ter zake van een vroegere dienstbetrekking, slechts in dat land belastbaar.
-
1 Beloningen, daaronder begrepen pensioenen betaald door, of uit fondsen waarin in de
hoedanigheid van werkgever is bijgedragen door, Japan of een plaatselijk publiekrechtelijk
lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten bewezen aan Japan
of aan een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan in de uitoefening van overheidsfuncties,
mogen in Japan worden belast. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 24, tweede lid, zijn zodanige beloningen vrijgesteld van Nederlandse belasting.
-
2 Beloningen, daaronder begrepen pensioenen, betaald door, of uit fondsen in het leven
geroepen door, Nederland of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk
lichaam daarvan aan een natuurlijke persoon ter zake van diensten bewezen aan Nederland
of aan een staatkundig onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam daarvan
in de uitoefening van overheidsfuncties, mogen in Nederland worden belast. Zodanige
beloningen zijn vrijgesteld van Japanse belasting als de genieter de Nederlandse nationaliteit
bezit.
-
3 De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op beloningen, daaronder begrepen
pensioenen, betaald ter zake van diensten, bewezen in het kader van een op winst gericht
bedrijf uitgeoefend door een van de landen of een staatkundig onderdeel of een plaatselijk
publiekrechtelijk lichaam daarvan.
Een professor of leraar die een land tijdelijk bezoekt gedurende een tijdvak van ten
hoogste twee jaar met het doel onderwijs te geven aan een universiteit, hogeschool,
school of andere inrichting van onderwijs en die inwoner is, of onmiddellijk voorafgaande
aan zijn bezoek was, van het andere land, is vrijgesteld van belasting van het eerstbedoelde
land ter zake van beloningen voor dat onderwijs.
Betalingen die een student of een voor een beroep of bedrijf in opleiding zijnde persoon,
die uitsluitend voor zijn studie of opleiding in een land verblijft en die inwoner
is, of onmiddellijk voorafgaande aan zijn verblijf was, van het andere land, ontvangt
ten behoeve van zijn onderhoud, studie of opleiding, zijn vrijgesteld van belasting
van het eerstbedoelde land, mits deze betalingen aan hem worden gedaan van buiten
dat eerstbedoelde land.
Bestanddelen van het inkomen van een inwoner van een land, die niet uitdrukkelijk
in de voorgaande artikelen van deze Overeenkomst zijn vermeld, zijn slechts in dat
land belastbaar.
-
1 Indien een inwoner van Japan inkomen uit Nederland verkrijgt en dat inkomen overeenkomstig
de bepalingen van deze Overeenkomst in beide landen mag worden belast, mag het bedrag
van de over dat inkomen verschuldigde Nederlandse belasting worden verrekend met de
belasting die Japan van die inwoner heft. Het bedrag van de verrekening overschrijdt
echter niet dat deel van de Japanse belasting dat aan dat inkomen kan worden toegerekend.
Deze verrekening wordt toegepast overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving van
Japan die betrekking hebben op de verrekening van belasting die in een ander land
dan Japan verschuldigd is, met Japanse belasting.
-
2
-
(a) Nederland is bevoegd bij het heffen van belasting van zijn inwoners in de grondslag
waarnaar de belasting wordt geheven, de bestanddelen van het inkomen te begrijpen
die overeenkomstig de bepalingen van deze Overeenkomst in Japan mogen worden belast.
-
(b) Onder voorbehoud van de toepassing van de bepalingen betreffende de verliescompensatie
in de eenzijdige voorschriften tot het vermijden van dubbele belasting, verleent Nederland
een vermindering op het overeenkomstig de bepaling van letter (a) van dit lid berekende
belastingbedrag. Deze vermindering is gelijk aan dat gedeelte van het belastingbedrag
dat tot dat belastingbedrag in dezelfde verhouding staat, als het gedeelte van het
inkomen dat in de in de bepaling van letter (a) van dit lid bedoelde grondslag is
begrepen en dat volgens de bepalingen van de artikelen 7, 8, 14, eerste en tweede lid, 15, 16, eerste en derde lid, 17, 18 en 20, eerste lid, van deze Overeenkomst in Japan mag worden belast, staat tot het bedrag van het gehele
inkomen dat de in de bepaling van letter (a) van dit lid bedoelde grondslag vormt.
-
(c) Nederland verleent voorts een vermindering op de aldus berekende Nederlandse belasting
voor die bestanddelen van het inkomen die in de in de bepaling van letter (a) van
dit lid bedoelde grondslag zijn begrepen en die volgens de bepalingen van de artikelen 11, tweede lid, 12, tweede lid, 13, tweede lid en 14, vijfde lid, in Japan mogen worden belast. Het bedrag van deze vermindering is gelijk aan het
bedrag van de Japanse belasting. De vermindering overschrijdt echter niet dat deel
van de Nederlandse belasting, zoals deze berekend is vóór het verlenen van de vermindering,
dat aan bedoelde bestanddelen van het inkomen kan worden toegerekend.
-
1 Onderdanen van een land worden in het andere land niet aan enige belastingheffing
of daarmede verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan
de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen, waaraan onderdanen
van dat andere land onder dezelfde omstandigheden zijn of kunnen worden onderworpen.
-
3 De belastingheffing van een vaste inrichting die een onderneming van een land in het
andere land heeft, is in dat andere land niet ongunstiger dan de belastingheffing
van ondernemingen van dat andere land die dezelfde werkzaamheden uitoefenen.
Deze bepaling mag niet aldus worden uitgelegd, dat zij een land verplicht aan inwoners
van het andere land bij de belastingheffing de persoonlijke aftrekken, tegemoetkomingen
en verminderingen uit hoofde van samenstelling van het gezin of gezinslasten te verlenen,
die eerstbedoeld land aan zijn eigen inwoners verleent.
-
4 Ondernemingen van een land, waarvan het kapitaal geheel of gedeeltelijk, onmiddellijk
of middellijk, in het bezit is van of wordt beheerst door een of meer inwoners van
het andere land, worden in het eerstbedoelde land niet aan enige belastingheffing
of daarmede verband houdende verplichting onderworpen, die anders of zwaarder is dan
de belastingheffing en daarmede verband houdende verplichtingen, waaraan andere soortgelijke
ondernemingen van dat eerstbedoelde land zijn of kunnen worden onderworpen.
-
1 Indien een inwoner van een land van oordeel is dat de door een land of door beide
landen genomen maatregelen voor hem leiden of zullen leiden tot een belastingheffing
die niet in overeenstemming is met deze Overeenkomst, kan hij, onverminderd de rechtsmiddelen
waarin de wetgeving van de landen voorziet, zijn geval voorleggen aan de bevoegde
autoriteit van het land waarvan hij inwoner is.
-
2 De bevoegde autoriteit tracht, indien het bezwaar hem gegrond voorkomt en indien hij
niet in staat is tot een bevredigende oplossing te komen, de aangelegenheid in onderlinge
overeenstemming met de bevoegde autoriteit van het andere land te regelen ten einde
een belastingheffing die niet in overeenstemming is met deze Overeenkomst, te vermijden.
-
1 De bevoegde autoriteiten van de landen wisselen de inlichtingen uit die nodig zijn
voor de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst of van de nationale wetgeving
van de landen betreffende de belastingen waarop deze Overeenkomst van toepassing is,
voor zover de heffing van die belastingen niet in strijd is met de bepalingen van
deze Overeenkomst. De uitwisseling van inlichtingen wordt niet beperkt door artikel 1. Alle door een land ontvangen inlichtingen worden op dezelfde wijze geheim gehouden
als inlichtingen die volgens de nationale wetgeving van dat land zijn verkregen en
worden alleen ter kennis gebracht van personen of autoriteiten, waaronder begrepen
rechterlijke instanties en administratiefrechtelijke lichamen, die zich bezighouden
met de vaststelling of invordering van, de tenuitvoerlegging of vervolging ter zake
van, of de beslissing in beroepszaken met betrekking tot de belastingen waarop deze
Overeenkomst van toepassing is. Deze personen of autoriteiten mogen van de inlichtingen
alleen voor deze doeleinden gebruik maken. Ze mogen de inlichtingen bekend maken in
openbare rechtszittingen of in rechterlijke beslissingen.
-
1 Elk van de landen zal trachten de door het andere land opgelegde belastingen in te
vorderen teneinde te verzekeren dat een vrijstelling of vermindering van belasting,
die door het andere land wordt verleend op grond van deze Overeenkomst, niet wordt
genoten door personen die niet gerechtigd zijn tot deze voordelen, mits de bevoegde
autoriteiten van de landen het erover eens zijn dat die personen niet gerechtigd zijn
tot deze voordelen. Het land dat deze invordering verricht is tegenover het andere
land verantwoordelijk voor de aldus geïnde bedragen.
De bepalingen van deze Overeenkomst tasten in geen enkel opzicht de fiscale voorrechten
aan die diplomatieke of consulaire ambtenaren en beambten ontlenen aan de algemene
regelen van het volkenrecht of aan de bepalingen van bijzondere overeenkomsten.
Deze Overeenkomst kan, hetzij in haar geheel, hetzij met de noodzakelijke wijzigingen,
worden uitgebreid tot Suriname en/of de Nederlandse Antillen. Zulk een uitbreiding
wordt van kracht met ingang van een datum en met inachtneming van wijzigingen en voorwaarden,
daaronder begrepen voorwaarden ten aanzien van de beëindiging, nader vast te stellen
en overeen te komen tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering
van Japan bij diplomatieke notawisseling of op andere wijze, in overeenstemming met
hun grondwettelijke bepalingen.
Tenzij door de beide Regeringen anders is overeengekomen, wordt door de beëindiging
van deze Overeenkomst op de voet van artikel 31 niet automatisch de toepasselijkheid van deze Overeenkomst op Suriname en/of de Nederlandse
Antillen waartoe zij ingevolge dit artikel is uitgebreid, beëindigd.
Elk van beide landen kan deze Overeenkomst, nadat een periode van vijf jaar sedert
de datum van haar inwerkingtreding is verstreken, beëindigen door langs diplomatieke
weg aan het andere land een schriftelijke kennisgeving van beëindiging te zenden.
Een zodanige kennisgeving kan slechts worden gedaan op of vóór de dertigste juni van
een kalenderjaar en in dat geval houdt deze Overeenkomst op van toepassing te zijn
met betrekking tot voordelen en inkomsten die verkregen zijn in de belastingjaren
die aanvangen op of na de eerste januari van het kalenderjaar dat volgt op dat waarin
de kennisgeving van beëindiging is gedaan.