De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Unie van Socialistische
Sowjetrepublieken,
Verlangende, tot een algehele en definitieve afdoening te komen van de wederzijdse
financiële en eigendomsvorderingen met betrekking tot de Letse, Litause en Estlandse
Socialistische Sowjetrepublieken en met betrekking tot de westelijke gebieden die
in de jaren 1939—1945 in de Oekraïense en Witrussische Socialistische Sowjetrepublieken
zijn opgenomen, alsmede van de vorderingen voortvloeiend uit de uitgaven die zijn
verricht wegens de repatriëring gedurende en na de tweede wereldoorlog van de wederzijdse
onderdanen,
Zijn als volgt overeengekomen:
De Regering van de Unie van Socialistische Sowjetrepublieken, ter algehele en definitieve
afdoening van alle vorderingen van Nederlandse natuurlijke personen en rechtspersonen
ter zake van de hun toebehoord hebbende eigendommen, rechten en belangen (met inbegrip
van handels- en financiële vorderingen) die waren getroffen door nationalisatiemaatregelen
of andere, soortgelijke maatregelen, doorgevoerd in het gebied van de Letse, Litause
en Estlandse Socialistische Sowjetrepublieken alsmede in de westelijke gebieden die
in de jaren 1939—1945 in de Oekraïense en Witrussische Socialistische Sowjetrepublieken
zijn opgenomen:
-
a) betaalt aan de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden een bedrag van f 3 400
000,—;
-
b) cedeert aan de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden alle voor juni 1941 ontstane
handels- en financiële vorderingen (met inbegrip van banktegoeden) van vroegere rechtspersonen
in het gebied van de Letse, Litause en Estlandse Republieken op Nederlandse natuurlijke
personen of rechtspersonen in zoverre deze vorderingen op de Unie van Socialistische
Sowjetrepublieken zijn overgegaan.
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden betaalt aan de Regering van de Unie
van Socialistische Sowjetrepublieken een bedrag van f 3 400 000,— ter algehele en
definitieve afdoening van wederzijdse vorderingen voortvloeiend uit de uitgaven die
door Sowjetautoriteiten zijn verricht wegens de repatriëring van Nederlandse onderdanen
gedurende en na de tweede wereldoorlog, en uit de uitgaven die door de Nederlandse
autoriteiten zijn verricht wegens de repatriëring van Sowjetonderdanen.
Beide bedragen van f 3 400 000,—, genoemd in de artikelen 1 en 2 van deze Overeenkomst,
worden geacht te zijn betaald en ontvangen op de dag van inwerkingtreding van deze
Overeenkomst.
Van de dag van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst af zal geen van beide Overeenkomstsluitende
Partijen, noch te eigen behoeve noch ten behoeve van natuurlijke personen of rechtspersonen
in het Koninkrijk der Nederlanden, onderscheidenlijk in de Unie van Socialistische
Sowjetrepublieken, enige krachtens deze Overeenkomst geregelde vordering jegens de
andere Overeenkomstsluitende Partij naar voren brengen of daaraan op enigerlei wijze
steun verlenen.
De bevoegdheid tot de verdeling van de bedragen, genoemd in de artikelen 1 en 2 van
deze Overeenkomst, onder de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen van elk
van beide Overeenkomstsluitende Partijen berust uitsluitend bij de Regering van het
Koninkrijk der Nederlanden, onderscheidenlijk bij de Regering van de Unie van Socialistische
Sowjetrepublieken.
Binnen drie maanden na de dag van inwerkingtreding van deze Overeenkomst zal de Regering
van de Unie van Socialistische Sowjetrepublieken alle beschikbare bewijsstukken met
betrekking tot de in artikel 1 onder b van deze Overeenkomst bedoelde vorderingen
aan de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden overhandigen.
Binnen drie maanden nadat het bedrag, genoemd in artikel 1 van deze Overeenkomst,
is verdeeld, zal de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden alle beschikbare bewijsstukken
(met inbegrip van effecten) met betrekking tot de Nederlandse vorderingen die door
deze Overeenkomst zijn geregeld, aan de Regering van de Unie van Socialistische Sowjetrepublieken
overhandigen.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de dag van de wisseling van nota's waarin de
Overeenkomstsluitende Partijen elkaar verwittigen, dat de door de onderscheidene nationale
wetgevingen vereiste formaliteiten zijn vervuld.