Deze Overeenkomst is van toepassing op de aanduiding van geslachtsnamen en voornamen
in de registers van de burgerlijke stand, van alle personen, ongeacht hun nationaliteit.
De Overeenkomst tast de toepassing van de in de Overeenkomstsluitende Staten van kracht
zijnde rechtsregels betreffende de vaststelling van geslachtsnamen en voornamen niet
aan.
De Overeenkomst laat veranderingen in de geslachtsnamen en voornamen, welke rechtsgeldig
tot stand zijn gekomen nadat de akten of stukken zijn opgemaakt, die voor het opmaken
van een nieuwe akte worden overgelegd, onverlet.
De Overeenkomst verhindert de autoriteit die een nieuwe akte moet opmaken, niet om
kennelijke schrijffouten in geslachtsnamen en voornamen die in de haar overgelegde
akten of stukken staan, in de nieuwe akte te verbeteren.
Wanneer een akte moet worden opgemaakt in een register van de burgerlijke stand door
een autoriteit van een Overeenkomstsluitende Staat en hiervoor een afschrift of een
uittreksel van een akte van de burgerlijke stand of een ander stuk wordt overgelegd,
waarin de geslachtsnamen en voornamen in dezelfde lettertekens worden vermeld als
die van de taal waarin de akte moet worden opgemaakt, dan worden die geslachtsnamen
en voornamen letterlijk weergegeven, zonder wijziging of vertaling.
De in deze geslachtsnamen en voornamen voorkomende tekens die de juiste uitspraak
van een letterteken aanduiden (diacritische tekens), worden onveranderd weergegeven,
ook indien deze tekens niet bestaan in de taal waarin de akte moet worden opgemaakt.
Wanneer een akte moet worden opgemaakt in een register van de burgerlijke stand door
een autoriteit van een Overeenkomstsluitende Staat en hiervoor een afschrift of een
uittreksel van een akte van de burgerlijke stand of een ander stuk wordt overgelegd,
waarin de geslachtsnamen en voornamen in andere lettertekens worden vermeld dan die
van de taal waarin de akte moet worden opgemaakt, dan worden deze geslachtsnamen en
voornamen onvertaald weergegeven door middel van een zo strikt mogelijk toegepaste
omzetting van letter voor letter (translitteratie).
Indien hiervoor door de Internationale Organisatie voor Normalisatie (ISO) aanbevolen
normen bestaan, dan moeten deze normen worden toegepast.
Wanneer de spelling van de geslachtsnamen en voornamen in verschillende overgelegde
stukken onderling afwijkt, dan wordt de betrokkene aangeduid overeenkomstig de akten
van de burgerlijke stand of de identiteitsbewijzen welke zijn opgemaakt in de Staat
waarvan hij onderdaan was op het tijdstip van het opmaken van deze akte of dat bewijs.
Voor de toepassing van deze bepaling omvat de uitdrukking „onderdaan” personen die
de nationaliteit van die Staat hebben, alsmede staatlozen en vluchtelingen wier personeel
statuut door de wet van genoemde Staat wordt beheerst.
Tenzij regels van intern recht ter zake anders voorschrijven, wordt in een akte welke
is opgemaakt in een register van de burgerlijke stand door een autoriteit van een
Overeenkomstsluitende Staat, een persoon die geen geslachtsnaam heeft of waarvan de
geslachtsnaam niet bekend is, slechts door zijn voornamen aangeduid.
Indien hij geen voornamen heeft of indien deze eveneens onbekend zijn, wordt hij in
de akte aangeduid met de roepnaam waaronder hij bekend staat.
Wanneer in twee of meer akten welke zijn opgemaakt in de registers van de burgerlijke
stand door autoriteiten van de Verdragsluitende Staten, eenzelfde persoon wordt aangeduid
met verschillende geslachtsnamen of voornamen, dan nemen de bevoegde autoriteiten
van elke Overeenkomstsluitende Staat zo nodig maatregelen ten einde de verschillen
op te heffen.
De autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Staten kunnen te dien einde rechtstreeks
met elkaar corresponderen.
De ondertekenende Staten stellen de Zwitserse Bondsraad er van in kennis dat de vereiste
procedures voor de inwerkingstelling van deze Overeenkomst op hun grondgebied zijn
vervuld.
De Zwitserse Bondsraad doet de Overeenkomstsluitende Staten en de Secretaris-Generaal
van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand mededeling van iedere kennisgeving
in de zin van het vorige lid.
Deze Overeenkomst treedt in werking op de dertigste dag volgende op de datum van nederlegging
van de tweede kennisgeving en is van dat tijdstip af van kracht tussen de beide Staten
die deze formaliteit hebben vervuld.
Voor elke Overeenkomstsluitende Staat die de in het vorige artikel bedoelde formaliteit
later vervult, wordt deze Overeenkomst van kracht te rekenen van de dertigste dag
na de datum van nederlegging van zijn kennisgeving,
Deze Overeenkomst is van rechtswege van toepassing in het gehele moederland van elke
Overeenkomstsluitende Staat.
Elke Staat kan bij de ondertekening, de kennisgeving, de toetreding of nadien door
middel van een aan de Zwitserse Bondsraad gerichte kennisgeving verklaren dat de bepalingen
van deze Overeenkomst van toepassing zullen zijn in een of meer van zijn buiten het
moederland gelegen gebieden, of van de Staten of gebieden voor welker internationale
betrekkingen hij verantwoordelijk is. De Zwitserse Bondsraad doet van laatstgenoemde
kennisgeving mededeling aan ieder der Overeenkomstsluitende Staten en aan de Secretaris-Generaal
van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand. De bepalingen van deze
Overeenkomst worden van toepassing in de Staten of gebieden in de kennisgeving aangewezen
op de zestigste dag na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad bedoelde kennisgeving
heeft ontvangen.
Iedere Staat die een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig het bepaalde in het
tweede lid van dit artikel kan nadien op elk tijdstip door middel van een aan de Zwitserse
Bondsraad gerichte kennisgeving verklaren dat deze Overeenkomst zal ophouden van toepassing
te zijn in een of meer van de Staten of gebieden die in de verklaring zijn genoemd.
De Zwitserse Bondsraad doet van deze kennisgeving mededeling aan ieder der Overeenkomstsluitende
Staten en de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke
Stand.
De Overeenkomst houdt op van toepassing te zijn in de bedoelde Staat of het bedoelde
gebied op de zestigste dag na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad voornoemde kennisgeving
heeft ontvangen.
Iedere Lid-Staat van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke Stand, van de
Raad van Europa, van de Organisatie der Verenigde Naties of van een gespecialiseerde
organisatie der Verenigde Naties, kan tot deze Overeenkomst toetreden. De akte van
toetreding wordt nedergelegd bij de Zwitserse Bondsraad. Deze doet van elke nederlegging
van een akte van toetreding mededeling aan ieder der Overeenkomstsluitende Staten
en aan de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke
Stand. Ten aanzien van de toetredende Staat treedt de Overeenkomst in werking op de
dertigste dag na de datum van nederlegging van de akte van toetreding. De nederlegging
van de akte van toetreding kan niet plaats hebben dan nadat deze Overeenkomst in werking
is getreden.
Deze Overeenkomst blijft voor onbepaalde tijd van kracht. Ieder der Overeenkomstsluitende
Staten heeft evenwel de bevoegdheid haar te allen tijde op te zeggen door middel van
een schriftelijke kennisgeving gericht aan de Zwitserse Bondsraad, die de andere Overeenkomstsluitende
Staten en de Secretaris-Generaal van de Internationale Commissie voor de Burgerlijke
Stand hiervan mededeling doet.
Van deze bevoegdheid tot opzegging kan echter eerst gebruik worden gemaakt na het
verstrijken van een termijn van een jaar te rekenen van de datum van de in artikel
8 bedoelde kennisgeving of van de toetreding af.
De opzegging wordt van kracht zes maanden na de datum waarop de Zwitserse Bondsraad
de in het eerste lid van dit artikel bedoelde kennisgeving heeft ontvangen.