Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek China, Beijing, 30-10-1980

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-10-1984 t/m heden

Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek China

Authentiek : NL

Overeenkomst inzake economische en technologische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Volksrepubliek China

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Volksrepubliek China,

Geleid door de wens de vriendschappelijke betrekkingen tussen hun beide volken verder te verstevigen en de ontwikkeling van de economische en technologische samenwerking tussen de beide landen op basis van gelijkheid en wederzijds voordeel te bevorderen,

Kennis nemend van de Handelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Volksrepubliek China,

Zijn overeengekomen als volgt:

Artikel 1

De Overeenkomstsluitende Partijen stimuleren en bevorderen, tot hun wederzijds voordeel, de voortgaande ontwikkeling van de economische samenwerking tussen hun onderscheiden landen, binnen het kader van hun wetten en voorschriften en met inachtneming van hun internationale verplichtingen.

Artikel 2

De Overeenkomstsluitende Partijen moedigen belanghebbende maatschappijen, organisaties en organen in hun onderscheiden landen aan, met elkander de contracten te sluiten en de andere regelingen te treffen die overeenkomen met de behoeften en mogelijkheden van hun beide landen, teneinde de ontwikkeling van hun economieën tot hun wederzijds voordeel te bevorderen.

Artikel 3

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen stellen vast dat de samenwerking de volgende sectoren kan betreffen: industrie, mijnbouw, energie, de behandeling van afvalwater en de watervoorziening, handel, landbouw, tuinbouw, vervoersinfrastructuur, telecommunicatie, werktuigbouw en andere diensten.

  • 2 De Overeenkomstsluitende Partijen stellen elkander, hetzij rechtstreeks, hetzij via de ingevolge artikel 8 van deze Overeenkomst ingestelde Gemengde Commissie, in kennis van bepaalde sectoren waarbinnen zij samenwerking wenselijk achten.

  • 3 Projecten betreffende economische samenwerking en de voorwaarden aangaande zodanige projecten worden overeengekomen tussen de betrokken maatschappijen, organisaties en organen van de beide landen, binnen het kader van de desbetreffende wetten en voorschriften.

Artikel 4

De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen dat de samenwerking in de in artikel 3 van deze Overeenkomst aangegeven sectoren zal bestaan uit samenwerking tussen de belanghebbende maatschappijen, organisaties en organen in hun onderscheiden landen inzake onder meer de volgende aangelegenheden:

  • 1) de bestudering, voorbereiding en uitvoering van projecten die betrekking hebben op deze sectoren of op andere gebieden van gemeenschappelijke economische activiteit;

  • 2) de vervaardiging van goederen en uitrusting;

  • 3) gezamenlijke activiteiten die leiden tot nieuwe ondernemingen waarin wordt samengewerkt en waarin maatschappijen, organisaties en organen in beide Staten deelnemen, voor zover de desbetreffende wetten en voorschriften zodanige gezamenlijke activiteiten toestaan en deze in het belang zijn van beide Staten;

  • 4) de afzet van produkten.

Artikel 5

De Overeenkomstsluitende Partijen zijn zich bewust van het belang van nauwe samenwerking op het gebied van toegepast wetenschappelijk onderzoek en technologie, in het bijzonder in verband met de in artikel 3 van deze Overeenkomst aangegeven sectoren.

Zij stellen vast dat zodanige samenwerking in het bijzonder zal zijn gediend door:

  • 1) de uitwisseling van technische kennis en technische documentatie;

  • 2) de uitwerking van programma's op het gebied van toegepast wetenschappelijk onderzoek;

  • 3) het organiseren van beraadslagingen, bijeenkomsten en symposia inzake aangelegenheden die van wederzijds belang zijn voor de deskundigen van de beide landen;

  • 4) de uitwisseling van bezoeken en studiereizen van gespecialiseerde delegaties, onderzoekspersoneel, specialisten en technici;

  • 5) de uitwisseling van stagiairs en bezoeken van deskundigen.

Artikel 6

De Overeenkomstsluitende Partijen zijn zich bewust van de betekenis die passende financieringsvoorwaarden hebben voor de oprichting van ondernemingen waarin wordt samengewerkt. Zij houden rekening met de doelstellingen van deze Overeenkomst, zodat de gunstigst mogelijke financiële voorwaarden kunnen worden geboden.

Artikel 7

De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen dat ter vergemakkelijking van de uitvoering van gezamenlijk overeengekomen ondernemingen waarin wordt samengewerkt zij elkander een zo gunstig mogelijke behandeling toekennen, binnen het kader van de in de onderscheiden landen bestaande en van toepassing zijnde wetten en voorschriften.

Artikel 8

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen een Gemengde Commissie in te stellen, die zal bestaan uit vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de beide regeringen en indien de onderscheiden delegaties in de Commissie hiertoe besluiten, kunnen deskundigen en vertegenwoordigers van belanghebbende maatschappijen, organisaties en organen in de beide landen deelnemen aan de werkzaamheden van de Commissie.

    De Commissie:

    • (i) bespreekt alle zaken die betrekking hebben op de uitvoering van deze Overeenkomst en doet daarover aanbevelingen;

    • (ii) onderzoekt en omschrijft andere sectoren waarbinnen naar haar oordeel de samenwerking tussen de beide landen zou kunnen worden uitgebreid en doet daarover aanbevelingen.

    De Commissie kan eventueel gespecialiseerde werkgroepen instellen ter behandeling van de samenwerking binnen bepaalde sectoren. De werkgroepen brengen verslag uit aan de Commissie.

    De bijeenkomsten van de Commissie worden beurtelings gehouden in 's-Gravenhage en Peking op door de beide partijen passend geachte tijdstippen.

  • 2 Bij de inwerkingtreding van deze Overeenkomst wordt de Overeenkomst van 7 mei 1974 betreffende de instelling van een Gemengde Nederlands-Chinese Commissie voor Economie en Handel beëindigd.

Artikel 9

  • 1 Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de Overeenkomstsluitende Partijen elkander schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de wettelijke procedures in hun onderscheiden landen is voldaan en blijft van kracht voor een tijdvak van 5 jaar.

  • 2 Tenzij een der Overeenkomstsluitende Partijen ten minste zes maanden voor het verstrijken van de Overeenkomst de andere in kennis heeft gesteld van haar wens de Overeenkomst te beëindigen, wordt deze Overeenkomst automatisch voor onbepaalde tijd verlengd, waarbij elke Overeenkomstsluitende Partij zich het recht voorbehoudt de Overeenkomst te beëindigen door kennisgeving hiervan aan de andere Overeenkomstsluitende Partij met inachtneming van een termijn van zes maanden.

  • 3 De beëindiging van deze Overeenkomst laat de geldigheid van contracten, gesloten in het kader van de bepalingen van deze Overeenkomst, onverlet.

GEDAAN in tweevoud te Peking op 30 oktober 1980 in de Nederlandse, de Chinese en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) C. A. VAN DER KLAAUW

Voor de Regering van de Volksrepubliek China

(w.g.) HUANG HUA

Naar boven