De Verdragsluitende Partijen bij dit Protocol,
Partij zijnde bij het Verdrag inzake de bescherming en ontwikkeling van het mariene milieu in het Caribisch
gebied, ondertekend te Cartagena de Indias op 24 maart 1983,
In aanmerking nemend artikel 10 van het Verdrag dat de instelling van speciaal beschermde gebieden verlangt,
Gelet op de bijzondere hydrografische, biotische en ecologische kenmerken van het
Caribisch gebied,
Zich bewust van de ernstige bedreiging die slecht opgezette ontwikkelingsplannen vormen
voor de natuurlijke staat van het mariene milieu en de kusten van het Caribisch gebied,
Erkennende dat bescherming en behoud van het milieu van het Caribisch gebied van wezenlijk
belang zijn voor een verantwoorde ontwikkeling in het gebied,
Zich bewust van de ontzaglijke ecologische, economische, esthetische, wetenschappelijke,
culturele, nutritieve en recreatieve waarde van zeldzame en broze ecosystemen en inheemse
dier- en plantesoorten voor het Caribisch gebied,
Erkennende dat het Caribisch gebied een groep onderling verbonden ecosystemen is,
waarin een bedreiging voor het milieu in één deel een mogelijke bedreiging in andere
delen vormt,
De nadruk leggend op het belang te komen tot regionale samenwerking met het oog op
de bescherming en, indien van toepassing, het herstel en de verbetering van de toestand
van ecosystemen, alsmede bedreigde en uitstervende soorten en hun leefmilieu in het
Caribisch gebied door middel van, onder andere, de instelling van beschermde gebieden
in de mariene gebieden en de daarmee samenhangende ecosystemen,
Erkennende dat de instelling en het beheer van zulke beschermde gebieden en de bescherming
van bedreigde en uitstervende soorten het cultureel erfgoed en de waarden van de landen
en gebieden in het Caribisch gebied zal versterken en hun grotere economische en ecologische
voordelen zal brengen,
Zijn als volgt overeengekomen: