Overeenkomst betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen, Brussel, 29-03-1991

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-07-1994 t/m heden

Overeenkomst betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen

Authentiek : NL

Overeenkomst betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen

De Regeringen van het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en van de Republiek Polen, hierna genoemd de Overeenkomstsluitende Partijen,

  • - in het kader van de totstandbrenging van een gemeenschappelijk visumbeleid van de Overeenkomstsluitende Partijen, gebonden aan het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985,

  • - ter compensatie van in het bijzonder de belasting welke uit een visumvrij reizigersverkeer van de onderdanen van de Overeenkomstsluitende Partijen van deze Overeenkomst kan voortvloeien,

  • - ernaar strevend de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen in een geest van samenwerking en op basis van wederkerigheid te vergemakkelijken,

  • - met de bereidheid ook Regeringen van andere Staten tot toetreding tot deze Overeenkomst uit te nodigen,

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

  • 1 Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt op verzoek van een andere Overeenkomstsluitende Partij, zonder formaliteiten, de persoon over die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, voor zover kan worden aangetoond of aannemelijk gemaakt dat hij de nationaliteit van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij heeft.

  • 2 De verzoekende Overeenkomstsluitende Partij neemt deze persoon onder dezelfde voorwaarden terug, indien uit een later onderzoek blijkt, dat deze op het moment van het verlaten van het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij niet de nationaliteit van de aangezochte Overeenkomstsluitende Partij had.

Artikel 2

  • 1 Op verzoek van een Overeenkomstsluitende Partij neemt een Overeenkomstsluitende Partij via wier buitengrens de persoon is binnengekomen die niet of niet meer voldoet aan de op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij geldende voorwaarden voor binnenkomst of verblijf, zonder formaliteiten, deze persoon over.

  • 2 In de zin van dit artikel wordt onder buitengrens verstaan de eerst overschreden grens welke niet is een binnengrens van de Overeenkomstsluitende Partijen als bedoeld in het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 betreffende de geleidelijke afschaffing van controles aan de gemeenschappelijke grenzen.

  • 3 De verplichting tot overname als bedoeld in lid 1 geldt niet ten aanzien van een persoon die bij zijn binnenkomst op het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij in het bezit van een geldig visum of een geldige verblijfstitel van deze Overeenkomstsluitende Partij was of na zijn binnenkomst in het bezit is gesteld van een door deze Overeenkomstsluitende Partij afgegeven visum of verblijfstitel.

  • 4 Indien de persoon als bedoeld in lid 1 in het bezit is van een door een andere Overeenkomstsluitende Partij afgegeven geldige verblijfstitel of visum, neemt die Overeenkomstsluitende Partij op verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij, zonder formaliteiten, deze persoon over.

  • 5 Onder verblijfstitel als bedoeld in de leden 3 en 4 wordt verstaan een door een Overeenkomstsluitende Partij afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, welke recht geeft op verblijf op het grondgebied van die Partij. Onder deze omschrijving valt niet de tijdelijke toelating tot verblijf op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij met het oog op de behandeling van een asielverzoek of van een verzoek om een verblijfstitel.

Artikel 3

  • 1 De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij beantwoordt binnen een termijn van ten hoogste acht dagen de tot haar gerichte verzoeken om overname.

  • 2 De aangezochte Overeenkomstsluitende Partij neemt de persoon wiens overname werd aanvaard, binnen een termijn van ten hoogste één maand over. Deze termijn kan op verzoek van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij worden verlengd.

Artikel 4

De voor behandeling van verzoeken tot overname bevoegde centrale of plaatselijke autoriteiten worden door de voor de grenscontrole bevoegde ministers aangewezen en uiterlijk bij ondertekening van of toetreding tot deze Overeenkomst aan de andere Overeenkomstsluitende Partijen meegedeeld via de diplomatieke weg.

Artikel 5

  • 2 De bepalingen van deze Overeenkomst doen geen afbreuk aan de verplichtingen welke voortvloeien uit het Gemeenschapsrecht voor de Overeenkomstsluitende Partijen die Lid-Staten zijn van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 6

  • 1 Deze Overeenkomst wordt ondertekend zonder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring, dan wel onder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging of goedkeuring.

  • 2 Deze Overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van ondertekening.

  • 3 Deze Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop twee Overeenkomstsluitende Partijen overeenkomstig het bepaalde in lid 1 hun instemming hebben tot uitdrukking gebracht door de Overeenkomst gebonden te zijn.

  • 4 Voor iedere Overeenkomstsluitende Partij die op een later tijdstip haar instemming tot uitdrukking brengt door de Overeenkomst gebonden te zijn, treedt deze in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris.

Artikel 7

  • 1 De Overeenkomstsluitende Partijen kunnen krachtens gezamenlijk besluit andere Staten uitnodigen tot deze Overeenkomst toe te treden. Dit besluit wordt met eenparigheid van stemmen genomen.

  • 2 Toetreding tot deze Overeenkomst kan plaats vinden zodra deze Overeenkomst voorlopig wordt toegepast. De toetreding wordt alsdan voorlopig toegepast.

  • 3 Voor de toetredende Staat treedt deze Overeenkomst in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van nederlegging van zijn verklaring van toetreding bij de depositaris en ten vroegste op de dag van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.

Artikel 8

  • 1 Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan de depositaris een voorstel tot wijziging van deze Overeenkomst doen toekomen.

  • 2 De Overeenkomstsluitende Partijen stellen in onderlinge overeenstemming de in deze Overeenkomst aan te brengen wijzigingen vast.

  • 3 De wijzigingen treden in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de laatste Overeenkomstsluitende Partij haar instemming tot uitdrukking heeft gebracht gebonden te zijn aan de in de Overeenkomst aangebrachte wijzigingen.

Artikel 9

  • 1 Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan, na overleg met de overige Overeenkomstsluitende Partijen, deze Overeenkomst om ernstige redenen door middel van een aan de depositaris gerichte kennisgeving schorsen of opzeggen.

  • 2 De schorsing of opzegging treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de ontvangst van de kennisgeving door de depositaris.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, op negenentwintig maart negentienhonderdéénennegentig, in de Duitse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Poolse taal, zijnde de teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek, in een origineel dat zal worden nedergelegd bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg.

Gemeenschappelijke verklaring

Bij de ondertekening van de Overeenkomst betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen op 29 maart 1991 te Brussel verklaren de Overeenkomstsluitende Partijen zich ertoe te verbinden:

  • - de procedures als bedoeld in de Overeenkomst niet toe te passen op onderdanen van derde Staten, wanneer vaststaat dat deze het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij vóór de datum van voorlopige toepassing van de Overeenkomst zijn binnengekomen;

  • - zich niet te beroepen op de procedures als bedoeld in de Overeenkomst ten aanzien van personen die onderdaan zijn van één van de ondertekenende Staten, wanneer vaststaat dat deze het grondgebied van de verzoekende Overeenkomstsluitende Partij vóór de datum van voorlopige toepassing zijn binnengekomen.

De Overeenkomstsluitende Partijen herbevestigen hun verplichting hun eigen onderdanen overeenkomstig de algemene volkenrechtelijke beginselen over te nemen.

GEDAAN te Brussel, op negenentwintig maart negentienhonderdéénennegentig, in de Duitse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Poolse taal, zijnde de teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek, in een origineel dat zal worden nedergelegd bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg.

Protocol

Bij de ondertekening van de Overeenkomst betreffende de overname van onregelmatig binnengekomen of verblijvende personen hebben de Overeenkomstsluitende Partijen, gebonden aan het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985, hierna genoemd de Overeenkomstsluitende Partijen, de volgende gemeenschappelijke verklaringen afgelegd:

  • 1. Verklaring inzake de artikelen 1, 2 en 5, lid 3

    Op verzoek van een Overeenkomstsluitende Partij zal met inachtneming van de doelstellingen van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Akkoord van Schengen tussen de Overeenkomstsluitende Partijen onderlinge afstemming plaatsvinden over de wijze van teruggeleiding van vreemdelingen, als bedoeld in de artikelen 1 en 2 van de overname-overeenkomst, in het bijzonder over de teruggeleiding die voor de Overeenkomstsluitende Partijen een zo gering mogelijke belasting vormt. Zij zullen daarbij de compensatie van het financiële onevenwicht in de zin van artikel 24 van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Akkoord van Schengen in acht nemen.

  • 2. Verklaring inzake de artikelen 2 en 5, lid 3

    De tussen de Overeenkomstsluitende Partijen ingevolge de overname-overeenkomst geldende verplichting tot overname is voorlopig tot onderdanen van de Republiek Polen beperkt. De verplichting tot overname kan tot onderdanen van andere Staten worden uitgebreid op grond van een besluit van het ingevolge artikel 131 van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Akkoord van Schengen ingestelde Uitvoerende Comité, zodra die Overeenkomst in werking zal zijn getreden en, gedurende de aan de inwerkingtreding voorafgaande periode, op grond van een besluit van de naar nationaal recht verantwoordelijke Ministers.

  • 3. Verklaring inzake de artikelen 8 en 5, lid 3

    De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Overeenkomst van 19 juni 1990 ter uitvoering van het Akkoord van Schengen gemeenschappelijk na te gaan of wijziging van de overname-overeenkomst geboden is.

  • 4. Verklaring inzake de artikelen 9 en 5, lid 3

    Ingeval van schorsing of opzegging van de overname-overeenkomst door één der Overeenkomstsluitende Partijen kunnen de overige Overeenkomstsluitende Partijen deze overname-overeenkomst eveneens schorsen of opzeggen.

GEDAAN te Brussel, op negenentwintig maart negentienhonderdéénennegentig, in de Duitse, de Franse, de Italiaanse en de Nederlandse taal, zijnde de teksten in elk van deze talen gelijkelijk authentiek, in een origineel dat zal worden nedergelegd bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg.

Naar boven