Protocol tussen België, Luxemburg en Nederland tot aanvulling van de op 5 november [...] van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, 's-Gravenhage, 03-02-1958

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2015. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 07-11-1959 t/m heden

Protocol tussen België, Luxemburg en Nederland tot aanvulling van de op 5 november 1955 te Brussel gesloten Overeenkomst nopens de instelling van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad

Authentiek : NL

Protocol tussen België, Luxemburg en Nederland tot aanvulling van de op 5 november 1955 te Brussel gesloten Overeenkomst nopens de instelling van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2015. Zie het overzicht van wijzigingen]

Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg,

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

Verlangend de leden van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, welke werd ingesteld bij de op 5 november 1955 te Brussel ondertekende Overeenkomst, volledige onafhankelijkheid bij de vervulling van hun hoge taak te verzekeren,

Hebben besloten te dien einde een aanvullend Protocol vast te stellen en hebben Hun gevolmachtigden benoemd die, na elkander hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben overgelegd, het volgende zijn overeengekomen:

Artikel 1

Tegen de leden van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, hierna te noemen „de Raad", kan geen opsporing plaats vinden, noch kunnen zij worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem, die zij in de uitoefening van hun ambt hebben uitgebracht.

Artikel 2

Tijdens de zittingsduur van de Raad genieten de leden:

  • a) op hun eigen grondgebied, de immuniteiten welke aan de lieden van de volksvertegenwoordiging in hun land zijn verleend;

  • b) op het grondgebied van de andere Hoge Overeenkomstsluitende Partijen, vrijstelling van aanhouding en gerechtelijke vervolging in welke vorm ook.

De immuniteit beschermt hen eveneens, wanneer zij zich naar de plaats van de bijeenkomst van de Raad begeven of daarvan terugkeren.

Deze immuniteit kan niet worden ingeroepen ingeval van ontdekking op heterdaad, terwijl zij het recht van de Raad onverkort laat, de immuniteit van een zijner leden op te heffen.

Artikel 3

Dit Protocol zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen worden nedergelegd bij de Nederlandse Regering.

Het treedt in werking op de dag volgend op die van nederlegging van de derde akte van bekrachtiging.

Het blijft gelijke tijd van kracht als de Overeenkomst van 5 november 1955 nopens de instelling van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te 's-Gravenhage, 3 februari 1958, in drievoud in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Naar boven