1. Organisatie van de Kamer van Beroep
De Kamer is samengesteld uit door de Centrale Commissie aangewezen rechters en plaatsvervangende
rechters. De plaatsvervangende rechters hebben alleen dan zitting in de Kamer wanneer
zij rechters vervangen in geval van verhindering, wraking of vacature.
Overeenkomstig artikel 45bis van de Herziene Rijnvaartakte kiest de Kamer zijn voorzitter
en zijn vice-voorzitter. De vice-voorzitter neemt het voorzitterschap waar in geval
van verhindering of wraking van de voorzitter of ingeval de voorzittersfunctie vacant
is.
Bij de verkiezing van de voorzitter en de vice-voorzitter geldt als gekozen de rechter
die de meerderheid der uitgebrachte stemmen heeft verkregen; hierbij dienen tenminste
drie rechters of plaatsvervangende rechters aanwezig te zijn. Bij staking van stemmen
geldt als gekozen de oudste in jaren van de rechters op wie hetzelfde aantal stemmen
is uitgebracht.
In geval van verhindering of wraking van de voorzitter en van de vice-voorzitter of
ingeval de twee functies gelijktijdig vacant zijn wordt het voorzitterschap waargenomen
door de rechter met het hoogste aantal dienstjaren en, bij een gelijk aantal dienstjaren,
door de oudste in jaren.
Wanneer een rechter overeenkomstig artikel 45bis van de Herziene Rijnvaartakte geen
zitting kan hebben in een zaak omdat hij reeds eerder in een andere hoedanigheid kennis
daarvan heeft moeten nemen of wanneer hijzelf meent zich te moeten wraken, stelt hij
de voorzitter hiervan in kennis. Wanneer deze meent dat de wraking ongegrond is onderwerpt
hij deze aan het besluit van de Kamer.
Indien er, behalve de in de voorgaande alinea bedoelde gevallen, redenen blijken te
zijn tot wraking van een rechter, doet de Kamer ambtshalve dan wel op verzoek van
een der partijen, uitspraak over de wraking.
In deze gevallen neemt de betrokken rechter niet deel aan het onderzoek of aan de
beslissing van de Kamer.
De griffier deelt aan de partijen de samenstelling van de Kamer in de zaak mede.
Het met redenen omklede verzoek tot wraking dient schriftelijk bij de Kamer te worden
ingediend binnen een termijn van drie weken te rekenen van de datum van ontvangst
van de mededeling bedoeld in de vierde alinea van dit artikel. Verzoeken om wraking
wegens later bekend geworden redenen moeten zonder verwijl worden ingediend.
Na raadpleging van de Kamer benoemt de Centrale Commissie de griffier.
In geval van verhindering van de griffier of wanneer zijn functie vacant is, wijst
de voorzitter in overleg met de secretaris-generaal van de Centrale Commissie een
lid van het secretariaat aan, om tijdelijk de taken van de griffier op zich te nemen.
De griffier heeft de leiding van de Griffie en beschikt hiertoe over de diensten van
het secretariaat van de Centrale Commissie.
Hij staat de Kamer, de voorzitter en de ander rechters bij in de uitoefening van hun
functies en neemt de nodige organisatorische maatregelen. Hij zorgt voor de uitvoering
van de instructies van de voorzitter en de beslissingen van de Kamer. Bij de uitoefening
van zijn functies kan hij rechtstreeks corresponderen met de gerechten in eerste aanleg
en de autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Staten.
De griffier ontvangt alle aan de Kamer gerichte stukken; hij draagt zorg voor de dagvaardingen
en betekeningen.
Hij houdt een register bij van de aangetekende beroepen, stelt de dossiers ter beschikking
van de Kamer en doet de nodige vertalingen maken.
De griffier woont alle rechtszittingen van de Kamer bij. Hij maakt het proces-verbaal
daarvan op, dat hij tezamen met de voorzitter ondertekent.
Hij houdt het archief bij en bewaart het zegel van de Kamer.
De griffier draagt zorg voor de openbaarmaking van de arresten van de Kamer. Hij kan
ook afschriften van een arrest ter beschikking stellen van de leden van de Centrale
Commissie, van de gerechtelijke autoriteiten van de Overeenkomstsluitende Staten,
alsmede, voor wetenschappelijke doeleinden, van bevoegde personen.
Hij houdt de Centrale Commissie op de hoogte van de werkzaamheden van de Kamer.
De Kamer kan de griffier instructies voor zijn werkzaamheden verstrekken.
2. Uitspraken van de Kamer van Beroep
De Kamer kan slechts op rechtsgeldige wijze beraadslagen en beslissen wanneer tenminste
drie rechters of plaatsvervangende rechters aanwezig zijn.
Indien na bijeenroeping van de Kamer blijkt dat het aantal van drie rechters of plaatsvervangende
rechters niet is bereikt verdaagt de voorzitter de rechtszitting tot het ogenblik
waarop de Kamer rechtsgeldig kan beraadslagen.
De Kamer neemt haar beslissingen en wijst haar arresten bij meerderheid van stemmen.
In civielrechtelijke zaken is bij staking van stemmen de stem van de voorzitter doorslaggevend.
In strafrechtelijke zaken dient elke voor de verdachte ongunstige beslissing over
de schuldvraag en de bepaling van de strafmaat, te worden genomen bij meerderheid
van stemmen.
3. Officiële talen en plaats van de rechtszittingen
De officiële talen van de Kamer zijn Duits, Engels, Frans en Nederlands.
De rechters evenals de partijen, hun raadslieden en hun vertegenwoordigers, maken
gebruik van de officiële taal van hun keuze. Naar behoefte wordt gezorgd voor vertaling
en tolkendiensten.
De arresten worden gesteld in de taal van het gerecht dat in eerste aanleg vonnis
heeft gewezen. De griffier draagt naar behoefte zorg voor vertaling in de andere officiële
talen.
Gewoonlijk zit de Kamer ter standplaats van de Centrale Commissie. Indien zij zulks
nuttig acht kan zij zitting houden in een andere op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende
Staat gelegen plaats.