-
a „grondgebied", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, het grondgebied
van het Koninkrijk in Europa; met betrekking tot de Arabische Republiek Egypte, het
gehele staatsgebied van de Arabische Republiek Egypte met inbegrip van de binnenwateren,
en de territoriale zee en de ondergrond ten aanzien waarvan Egypte haar soevereine
rechten en rechtsmacht uitoefent, en de exclusieve economische zone waarin Egypte
haar soevereine rechten en rechtsmacht uitoefent, in overeenstemming met haar wetgeving
en met de regels en beginselen van het internationale recht;
-
b „bevoegde autoriteit", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, de minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van Nederland; met betrekking tot de Arabische
Republiek Egypte, de minister van Verzekering en Sociale Zaken;
-
c „bevoegd orgaan", met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de
takken van sociale zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder i, ii, iii en
iv: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; betreffende de takken van sociale
zekerheid bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder v, vi en vii: de Sociale verzekeringsbank;
betreffende de wetgeving inzake sociale bijstand: de instelling die daartoe is aangewezen
door de Nederlandse bevoegde autoriteit; met betrekking tot de Arabische Republiek
Egypte: het ministerie van Verzekering en Sociale Zaken en de Nationale Organisatie
voor Sociale Verzekering of elke organisatie bevoegd tot het uitvoeren van een taak
die momenteel wordt uitgevoerd door voornoemde organen;
-
d „instellingen", elke organisatie die betrokken is bij de uitvoering van dit Verdrag,
met inbegrip van onder meer de bevolkingsregisters, geboorte-, overlijdens- en huwelijksregisters,
belastingautoriteiten, arbeidsbureaus, scholen en andere onderwijsinstellingen, kadasterregisters,
handelsautoriteiten, politie, gevangeniswezen en immigratiediensten;
-
e „wetgeving", de wetgeving met betrekking tot de takken van sociale zekerheid genoemd
in artikel 2;
-
f „uitkering", elke uitkering in geld of elk pensioen krachtens de wetgeving;
-
g „uitkeringsgerechtigde", een persoon die een uitkering aanvraagt of recht heeft op
een uitkering;
-
h „gezinslid", een persoon die als zodanig wordt omschreven of aangemerkt door de wetgeving;
-
i „werknemer", een persoon die in legale dienstbetrekking staat tot een werkgever alsmede
ieder die krachtens de toegepaste wetgeving wordt aangemerkt als werknemer;
-
j „zelfstandige", een persoon die zonder een arbeidsovereenkomst werkzaamheden verricht
of een beroep uitoefent voor zijn of haar eigen rekening;
-
k „wonen", regulier wonen;
-
l „verblijven", tijdelijk wonen.