Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake de afbakening van de territoriale zee, Brussel, 18-12-1996

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-1999 t/m heden

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake de afbakening van de territoriale zee

Authentiek : NL

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België inzake de afbakening van de territoriale zee

Het Koninkrijk der Nederlanden

en

het Koninkrijk België

Verlangende de zijwaartse grens van de territoriale zee van het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België vast te leggen,

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

  • 1 De grens tussen de territoriale zee van het Koninkrijk der Nederlanden en de territoriale zee van het Koninkrijk België wordt gevormd door de bogen van grootcirkels die de volgende, in coördinaten uitgedrukte, punten verbindt in de volgorde zoals hieronder aangegeven:

    • Punt 1 51°22`25"N; 03°21`52,5"O

    • Punt 2 51°22`46"N; 03°21`14"O

    • Punt 3 51°27`00"N; 03°17`47"O

    • Punt 4 51°29`05"N; 03°12`44"O

    • Punt 5 51°33`06"N; 03°04`53"O

  • 2 De ligging van de in dit artikel genoemde punten is uitgedrukt in lengte en breedte volgens Europese coördinaten (1e Vereffening, 1950).

  • 3 De grenslijn, zoals in het eerste lid vastgesteld, is ter verduidelijking ingetekend op de als bijlage bij dit Verdrag gevoegde kaart.

Artikel 2

De grens, getrokken door de punten zoals vermeld in artikel 1, lid 1, is gebaseerd op het beginsel van equidistantie ten opzichte van de normale basislijn zijnde de laagwaterlijn van de kust. Rekening is gehouden met de zeewaartse uitbouw van de haven van Zeebrugge in België en de droogvalling „Rassen" voor de Nederlandse kust.

Artikel 3

Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de datum, waarop de Verdragsluitende Partijen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat is voldaan aan de vereisten van hun nationale wetgeving voor de inwerkingtreding van dit Verdrag.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun onderscheiden regeringen, dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel, op 18 december 1996, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Voor het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) H. A. F. M. O. VAN MIERLO

H. A. F. M. O. van Mierlo

Minister van Buitenlandse Zaken

Voor het Koninkrijk België:

(w.g.) E. DERYCKE

Erik Derycke

Minister van Buitenlandse Zaken

Nr. I

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN,

BUITENLANDSE HANDEL EN

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

De Minister van Buitenlandse Zaken

1000 Brussel, 18 december 1996.

Quatre Brasstraat 2

Mijnheer, de Minister,

Naar aanleiding van de ondertekening van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de zijwaartse afbakening van de territoriale zee, heb ik de eer U, namens het Koninkrijk België, het volgende voor te stellen:

De respectieve nationale overheidsinstanties van beide Verdragsluitende Partijen zullen de maatregelen, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van bovenvermeld Verdrag en daarmede samenhangende aangelegenheden, in gemeenschappelijk overleg treffen.

Indien U met dit voorstel kunt instemmen, zullen deze brief en Uw antwoord een integrerend deel uitmaken van het bovenvermelde Verdrag.

(w.g.) E. DERYCKE

Erik Derycke

Nr. II

MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Brussel, 18 december 1996

Mijnheer de Minister,

Hiermede heb ik de eer de ontvangst te bevestigen van Uw brief van heden, die als volgt luidt:

[Red: (zoals in Nr. I)]

In antwoord op Uw brief heb ik de eer U mede te delen, dat ik met het bovenstaande voorstel kan instemmen, zodat Uw brief en dit antwoord een integrerend deel uitmaken van het bovenvermelde Verdrag.

(w.g.) H. A. F. M. O. VAN MIERLO

H. A. F. M. O. van Mierlo

Minister van Buitenlandse Zaken

van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Minister van Buitenlandse Zaken

van het Koninkrijk België

Naar boven